Duurzaamheid verdient volgens u de prijs voor het meest deprimerende verhaal ooit.
Mensen horen voortdurend dat er een ramp van ongekende omvang dreigt waar geen kruid tegen is gewassen. Niemand kan het verschil maken maar toch is iedereen – ook jij – schuldig. Het thema duurzaamheid was lange tijd overtrokken door gevoelens van angst, onzekerheid en twijfel. Negatieve emoties die je wilt weghalen en vervangen door emoties van verwondering en avontuur. Mijn doel is om ‘de toekomst’ dichterbij het heden te krijgen. In plaats van ‘het energiesysteem voor de toekomst’, moeten we ‘het energiesysteem van de toekomst’ bouwen.
Je bereikt deze mentale omslag door het defragmenteren van abstracte begrippen als duurzaamheid, klimaat en biodiversiteit. Verruil ze voor concrete innovatieroutes, zoals regeneratieve landbouw, gedeeld transport en een circulaire bouwsector. Stuk voor stuk uitdagende opgaven waar ondernemers, professionals of actieve burgers met het beste van zichzelf bij kunnen aanhaken. Het is wel zaak om iedereen hierin mee te krijgen – dus ook de meest kwetsbare mensen in de samenleving en niet alleen de elektrische autorijders, bio-eters en veganisten.
In de afgelopen decennia is duurzaamheid – waar het woord ‘duur’ in zit – geframed alsof het alleen betaalbaar is voor de hogere middenklasse. De rijkere laag ontvangt subsidies voor elektrische auto’s en zonnepanelen terwijl de armsten het hardst getroffen worden. De duurzaamheidstransitie gaat alleen werken als de meest kwetsbare groepen in de bevolking er eerst van kunnen profiteren. Bijvoorbeeld door de opbrengsten van CO2-taksen, vaak geïnd bij de bovenlaag, te investeren in schaalbare oplossingen aan de socio-economische onderkant.
Een prikkelende blik op de toekomst vindt u krachtiger dan cijfers en statistieken.
We zagen de opkomst van ‘checklistduurzaamheid’ waarbij managers vinkjes zetten bij het gebruik van een beetje minder water, een beetje minder elektriciteit en een beetje minder verpakking. Maar met een beetje ‘minder slecht doen’ krijg je mensen niet mee. Het gaat er om een authentiek, coherent en verbindend toekomstbeeld te ontwikkelen waar je mensen persoonlijk en emotioneel mee raakt. Ik help organisaties daarbij en neem ze mee op toekomstverkenning. In die oefening benoemen we het dominante regime, krachten van veranderingen, inspirerende nieuwkomers, en kritische onzekerheden.
Het dominante regime is de meest gebruikelijke manier waarop de samenleving invulling geeft aan een behoefte. Autobezit is bijvoorbeeld nog altijd dominant, ondanks grote maatschappelijke druk en de opkomst van autodeelsystemen. Inspirerende nieuwkomers bieden alternatieven voor het dominante regime. Zoals het Amerikaanse Habit Food Personalize, die op basis van je dna een dieet en maaltijdpakketten samenstelt. Krachten van verandering beuken vanuit de samenleving in op het dominante regime.
Zo krijgt de autobranche rond 2035 te maken met de nieuwe Europese klimaatwet die auto’s met benzine- of dieselmotor verbiedt. Kritische onzekerheden komen voor in elk toekomstscenario. Automobiliteit gaat compleet veranderen, maar het is de vraag of individueel autobezit leidend blijft in deze transformatie. Wellicht gaan we mobiliteit van mensen en goederen in de toekomst meer collectief organiseren. Met het overzicht kan het team een wenkend perspectief formuleren. Een perspectief waar we als team, maar later ook onze medewerkers, leveranciers, klanten en beleidsmakers verliefd op kunnen worden. Met cijfers en statistieken alleen krijg je dat niet voor elkaar.
De Blauwe Cluster vindt dat we voor een klimaatpositieve industrie de zee op moeten.
De Blauwe Cluster is een alliantie van 180 ledenorganisaties die partnerships en co-innovatie tussen Vlaamse bedrijven faciliteert om een blauwe economie waar te maken – zonder de natuur aan te tasten. Men werkt hier over de grenzen van de sectoren samen voor technologieontwikkeling om van de Noordzee onze energie-akker te maken.
Bij de Blauwe Cluster lopen meer dan zestig projecten, onderverdeeld in zes innovatiepaden: blauw toerisme, hernieuwbare energie, kustbescherming, maritieme verbindingen, oceaanvervuiling en zeevoeding. De Oosterschelde en de Noordzee kennen 28 eetbare zeewiersoorten. Dus wat als we daar zeeboerderijen gaan ontwikkelen? Bij zeebouw is geen water nodig en je produceert voedsel zonder pesticiden en kunstmatige meststoffen. Stel je voor dat gezinnen met kinderen daar al snorkelend met een drijvend mandje in ondiep water zeewier kunnen plukken. Met een onderwaterpluktuin kan je het grote publiek de weldaad van de blauwe economie laten ervaren.
De Blauwe Cluster werkt vandaag aan een bedrijventerrein op zee met mariparken waar iedere start-up een perceeltje kan huren. De een doet aan windenergie, de ander teelt mosselen met behulp van drones en weer een ander produceert zeevruchten. Deze aanpak zorgt voor een hefboomeffect, zodat je bij gunstig tij verschillende organisaties tegelijkertijd kunt opschalen. Zo’n collaboratieve aanpak is ook wel noodzakelijk want de condities op zee kunnen heftig zijn, en dat vraagt een flinke investering in infrastructuur. Ieder initiatief op open water kost al gauw driehonderdduizend euro, wat een aanzienlijk bedrag is voor een gemiddelde start-up.
Een toekomstvisie moet je transformeren in een ‘provocerend prototype’.
Het gaat hier om provotyping, een samenvoeging van provoceren en prototyping. Dat laatste kennen we natuurlijk als een fase in een ontwikkelingsproces. Je gaat een eerste, ruwe versie van een product testen bij toekomstige gebruikers om te kijken waar het hapert. Snappen mensen wat je er mee moet doen? Krijgen ze het snel kapot?
Ga je van prototyping naar provotyping dan heb je niet alleen de intentie om iets te testen. Je wilt ook weten wat mensen van die nieuwe mogelijkheden vinden. Accepteren ze dit product als de toekomst van voeding, de toekomst van mobiliteit of de toekomst van kleding? Je geeft mensen met zachtheid een provocerend toekomstbeeld door er een zichtbaar en tastbaar artefact van te maken. Daarmee breng je ze in verwondering – een prima gereedschap als je aan de toekomst bouwt.
De gemeente Amsterdam maakte in 2023 gedurende zes weken de Wibautstraat autovrij. Na de afsluiting werd een mobiel pop-uppark met bomen op wielen geplaatst. Je probeert mensen hier niet alleen te overtuigen van het feit dat een autovrije straat een goed idee is – ze ervaren ook zelf hoe dat zou zijn. Natuurlijk was er de eerste dagen sprake van negatief sentiment. Maar voorstanders van het nieuwe, groene straatbeeld kregen al snel de overhand.
Een brutale overheid sloot bij deze ontwerpinterventie ‘s nachts de Wibautstraat af.
De gemeente wist natuurlijk dat de afsluiting gedoe zou geven, maar liet het toch gebeuren. Normaliter zouden hier tal van inspraakavonden aan vooraf zijn gegaan. Maar hoe meer inspraak, hoe middelmatiger het resultaat, dus waarom zouden we niet opteren voor een sociaal experiment? Deze afsluiting frustreerde een bepaald gedrag, namelijk het autorijden van a naar b. Mensen zagen ook een dode straat veranderen in een levendig pop-uppark.
Een nog brutaler voorbeeld is Elwood’s Organic Dogfarm dat op de keurige Londense Borough Market een proeverij met hondenvlees organiseerde. Acteurs vertelden dat de honden op de Dogfarm gegarandeerd biologisch worden gekweekt, dagelijks in de wei dartelen en tot hun slacht een goed leven hebben gehad. Al het geroosterde vlees op deze proeverij was plantaardig, maar het publiek reageerde geschokt en verontwaardigd op deze ‘design performance’ van dierenrechtenactivisten. Puur methodisch gezien vind ik dit een prachtig voorbeeld van provotyping. Omdat het uiting geeft aan onze schizofrene verhouding tot vee en huisdieren. Als we katten of honden op dezelfde wijze zouden behandelen als varkens en kippen, zouden we meteen de gevangenis in gaan.
Fruitz4Life trekt busladingen vol met nieuwsgierige boeren.
Bio-ingenieur Sjef van Dongen toonde me in Noord-Brabant het betoverende decor van Fruit4Life. Als landbouwer houdt hij zich bezig met ‘agroforestry’ of boslandbouw en produceert hij voedsel in harmonie met de natuur. Van Dongen ontwerpt bossen die voedsel produceren. Een voedselbos onderscheidt zich in opzet en ontwerp van een tuinderij of boomgaard. Voedselbossen lijken veel meer op echte bossen en bestaan uit zeven tot negen productieve lagen. Deze lagen vormen samen een zelfstandig ecosysteem dat gebruik maakt van natuurlijke processen en kringlopen. Denk daarbij aan een grote diversiteit aan bomen, struiken en bosplantsoen. Voedselbossen dragen bij aan meer biodiversiteit, het vastleggen van CO2 in het hout en de bodem, daarnaast houden ze water vast.
Vooral de jonge generatie boeren komt massaal een kijkje nemen bij Fruit4Life. Van Dongen laat ze zien dat je met natuur-inclusieve landbouw op een alternatieve, duurzame én rendabele wijze voedsel kan produceren. Het bevordert natuurherstel, stimuleert lokale economie en verbindt buurten met boeren. Tijdens een rondleiding door een eetbaar demonstratielandschap leren de bezoekers alles over ontwerpprincipes en bedrijfseconomische aspecten van boslandbouw. Van Dongen haalt zwarte cijfers, laat zien dat het kan en daar gaat het om bij provotyping.
Over Peter Spijker
Peter Spijker is freelance journalist. Hij schrijft regelmatig artikelen voor Managementboek.nl