De laatste tien jaar van zijn leven werkte Louis van Ravesteijn - hij overleed onlangs op 97-jarige leeftijd, net na de verschijning - aan zijn boek, zijn debuut. Dat leverde niet alleen een prachtig persoonlijk, maar ook een indrukwekkend historisch document op. Want wat kon die man schrijven.
Van Ravesteijn werd tewerkgesteld als administratief medewerker in een kamp met Russische krijgsgevangenen. Hij genoot aardig wat vrijheden, pakte zijn kans als hij extra voedselbonnen achterover kon drukken en leidde verder een zo normaal mogelijk leven. Hij woonde in bij vriendelijke Duitsers, verloofde zich met de Duitse Lotte, ging 's avonds dansen, doorstond bombardementen... en zat daarbij continu in een spagaat. Want er gaapte een enorme kloof tussen ‘goede Duitsers en nazi's'. Hij moest werken voor een vijandelijke staat en kreeg meermaals gevoelig te maken met de lange arm van de SS, maar werd tegelijkertijd vriendschappelijk bejegend door inwoners van datzelfde land. En wat zouden ze thuis in Den Haag eigenlijk vinden van zijn verloving met een Duits meisje?
Zelden las ik een zo mooi, nuchter en precies geschreven levensverhaal. Over heftige belevenissen onder krankzinnig tegenstrijdige omstandigheden.
Een aanwinst voor de oorlogsliteratuur.
Over Marjan Maandag
Marjan Maandag is redacteur bij Managementboek.