Als je Banda - De genocide van Jan Pieterszoon Coen hebt gelezen, smaakt de nootmuskaat op je boontjes nooit meer hetzelfde...
Met het schaamrood op mijn kaken las ik in dit verpletterende boek hoe het eigenlijk komt dat deze oosterse specerij zo'n "gewoon" onderdeel van de Nederlandse keuken is geworden. In een adembenemend relaas vertelt historicus Marjolein van Pagee hoe de Nederlanders, onder leiding van VOC-topman Jan Pieterszoon Coen, het monopolie op de handel in muskaatnoten afdwongen van de bevolking van de Banda-eilanden in de Indonesische archipel. In nootmuskaat (en het bijproduct foelie) werd al eeuwen in vrede gehandeld door de plaatselijke bevolking. Maar in de ogen van de leiders van de Vereenigde Oostindische Compagnie waren dollartekentjes avant la lettre verschenen: hier was goud te verdienen. En zoals de geschiedenis leert, is dat ook gebeurd, zacht uitgedrukt. Ten koste van de bevolking van de Banda-eilanden, die in 1621 volledig werd uitgehongerd, verjaagd en vermoord.
Van Pagee verhaalt hoe de daders (de belangrijkste: Jan Pieterszoon Coen) tot de slachting kwamen en zet en passant een heldere geschiedenis neer van de VOC, van Nederland als kolonisatiemacht en - misschien wel het belangrijkste - van de manier waarop we in Nederland nog steeds denken in termen van kolonialisme.
Een wrang en heel belangrijk boek.
Over Marjan Maandag
Marjan Maandag is redacteur bij Managementboek.