Die automatische piloot is op zich nuttig, schrijft Koole. Hij stelt je in staat dingen vaardig en met een beperkte mate van mentale inspanning te doen. Maar een overmaat aan routinematig handelen verhindert je om met aandacht, open, creatief en innovatief te handelen. ‘En dat laatste wordt juist van leiders verwacht,’ aldus Koole. Een manager die in staat is om bewust een moment van ruimte en rust te creëren tussen waarneming en respons, zal niet in een reflex op een situatie reageren, maar met een weloverwogen antwoord komen. Hij of zij heeft dan, zoals Koole het noemt, de tegenwoordigheid van geest om vastgeroeste patronen in organisaties te doorbreken.
Dit soort rustmomenten kun je creëren met mindfulness. Mindfulness is de toestand waarin je je huidige gevoelens of gedachten waarneemt als gebeurtenissen in de geest, zonder je er te sterk mee te identificeren en zonder er volgens een bekend, automatisch patroon op te reageren. Deze toestand kun je jezelf als het ware aanleren door gedurig te oefenen. Dat doe je door tijdens (korte momenten van) meditatie aandacht te geven aan en op te merken wat zich hier en nu aan je voordoet. Koole benadrukt als een van de weinige mindfulness-auteurs dat ‘herinneren’ een belangrijk aspect is van mindfulness. Je moet niet vergeten om ‘bewust’ te zijn en de intentie hebben om steeds maar weer opnieuw ‘aandachtig’ te zijn. Die bewuste stap in het heden, in het hier en nu, maakt je los van drukte en gedoe. Daardoor ontstaat er ruimte in je denken en handelen.
Koole noemt die stap ‘mentaal schakelen’ tussen actie en reflectie, of tussen doen en zijn. Mindfulness leert je om over te schakelen van de doe-modus naar de zijn-modus. De doe-modus wordt geactiveerd als je geest een discrepantie ontdekt tussen wens en realiteit: dan wil je geest die vrijwel als vanzelf overbruggen. De doe-modus voelt als een terugkerend onbevredigend gevoel. Dat komt omdat onze geest voortdurend aan het checken en controleren is of de geconstateerde discrepantie al is opgelost, of de kloof in elk geval kleiner is geworden. De meeste managers (en mensen) leven veelal in de doe-modus.
De zijn-modus richt zich op het aanvaarden van wat er nu is. In de zijn-modus kun je heel actief zijn, maar je bent niet uitsluitend en steeds gericht op het resultaat. Je hebt vertrouwen dat je wel bij dat resultaat uitkomt, terwijl je van moment tot moment bezig bent, met aandacht voor de actie zelf. Door die rust ontstaat er een nieuwsgierige en open houding. Koole noemt het zelf niet zo, maar je zou kunnen zeggen dat je in de zijn-modus leert om meer ‘out of the box’ te denken: in rust wordt een mens creatiever en inventiever.
Het schakelen van de doe-modus naar de zijn-modus is voor de meeste mensen niet een kwestie van even een knop omzetten. Maar net zoals je door te trainen goed leert hardlopen, dansen of denken, zo kun je mindfulness ook trainen. Door dagelijks in meditaties te oefenen, versterk je je vermogen tot mindfulness en kan je die toestand van tegenwoordigheid van geest langer volhouden. Die oefeningen hebben iets ironisch, zo constateert Koole. Het trainen van mindfulness begint met een paradox: om te leren te zijn moet je iets doen.
Voor wie nog geen enkele praktische ervaring heeft met mindfulness is het boek van Koole misschien niet het meest geschikte. Er staat wel een aantal oefeningen in beschreven, maar een begeleidende CD of download ontbreken. Dat is jammer, want luisteren naar de instructies van een begeleider vergemakkelijkt de kennismaking met mindfulness. Maar wie in het echt al eens aan mindfulness heeft geroken, vindt in het boek van Koole vele waardevolle inzichten. Het is een aanstekelijk boek. Het spoort je niet alleen aan om je oefeningen weer op te pakken, maar ook om bewust mentaal te schakelen.
Over Annegreet van Bergen
Annegreet van Bergen is econoom, auteur van de bestseller Gouden jaren en journalist.