Het tegendraadse denken van Van Oenen heeft vooral betrekking op de dominante opvatting dat de overheid eenzijdig de schuld heeft van een disfunctionerende relatie met de burger. Van Oenen houdt ons voor dat de staat met z’n bureaucratische gedrag per definitie tekort moet schieten omdat de regels van de systeemlogica de logica van de leefwereld van de mens nooit helemaal kan (om/be)vatten. Dat dat geen excuus is voor het tekortschieten van de staat wordt in dit boek ook duidelijk uitgelegd.
machtsbalans
Van Oenen kiest voor een historische aanpak om het vraagstuk van de onbegrepen staat of overheid te reconstrueren. Dat kan op sommige lezers misschien wat taai overkomen, maar maakt wel zichtbaar dat de machtsbalans tussen staat en burger in de afgelopen eeuwen flink aan het verschuiven is. Samenvattend: hoe werkt macht (Machiavelli), hoe kan macht worden ingezet om orde te creëren (Hobbes), hoe kan de rede tot recht leiden in de burgerlijke samenleving (Kant), hoe kunnen we de staat via de instituties begrijpen (Hegel), hoe steunt de staat het kapitalisme (Marx), hoe kunnen een exces van bureaucratie en charismatisch leiderschap leiden tot totalitarisme (Weber), hoe kan de mens zichzelf begrijpen als onderdeel van de rechtstaat (Elias), hoe toont macht in de samenleving zich in toezicht en disciplinering (Foucault).
horizontalisering
Deze in de tijd elkaar opvolgende vragen laten stap voor stap een horizontalisering zien van staat en overheid, welke - paradoxaal genoeg - juist de kracht uit de staat haalt. Naast de geleidelijke emancipatie van de burger zien we een overheid die zichzelf steeds meer profileert als een private marktpartij. De overheid die zich terugtrekt uit het publieke domein gecombineerd met een door het neo-liberalisme verder aangezwengelde consumentistische (en verwende) houding van de voor zichzelf opkomende burger leiden tot het inboeten aan invloed en gezag van de overheid.
rauwburgerlijke ongehoorzaamheid
Zo signaleren we in onze moderne democratische rechtstaat een groei van wat Van Oenen ‘tegenbegrip’ (kritiek op de onvoldoende effectieve en eerlijke staat) en ‘antibegrip’ (tegen de staat en voor het eigen belang) noemt. Beide zijn vormen van een tegendemocratie. Het ontstaan van een tegendemocratie hoeft volgens Van Oenen niet per se problematisch te zijn als het namelijk samengaat met een versterkt positief begrip van de staat, ‘anders verandert de onbegrepen overheid in een verloren overheid die speelbal wordt van partijen die niet zo goed meer weten waarom ze zich aan de grondwet moeten houden’. Het gevaar situeert de auteur meer op de politieke rechterflank met z’n ‘rauwburgerlijke ongehoorzaamheid’ dan op de kritische linkerflank die de staat nog steeds een belangrijke maatschappelijke en politieke rol toedicht.
De politiek-filosoof Van Oenen stelt zich in dit boek de vraag of de overheid wel begrepen kan worden? Zijn antwoord luidt ‘neen’, ook al is de uitleg wat omslachtig. Het komt erop neer dat elke staatsvorm met z’n bureaucratie en elke vorm van charismatisch leiderschap tekort schiet, omdat de mens nooit in z’n geheel gevat kan worden. Elke politieke orde berust namelijk op ongelijkheid, want bij het stellen van een kader vallen bepaalde groepen mensen erbinnen en anderen erbuiten. Welke stemmen worden gehoord en welke niet?
Onvolmaaktheid
De onvolmaaktheid van staat en overheid toont zich op allerlei vlakken. Bijna cynisch zou je met Van Oenen kunnen zeggen dat de kunst van de staat er uit bestaat om de ‘aspecten van onvermijdelijkheid en ondoorgrondelijkheid te lokaliseren en symboliseren zonder dit transparant te maken’. Het geheim van de staat kan nooit worden ontraadseld, ook al hebben de instituties binnen de staat en tussen staat en burger (zoals politie, rechtspraak) een belangrijke rol om de spanning tussen openbaarheid en vertrouwelijkheid of geheimhouding te mitigeren. Juist die instituties zijn verantwoordelijk voor de effectiviteit en samenbindende kracht van de staat.
chaotische tussentijd
Wat Van Oenen in Onbegrepen overheid zichtbaar maakt is de chaotische tussentijd waarin we leven en die tot uitdrukking komt in onduidelijke wederzijdse verwachtingen van burger en overheid. De eerste die deels autonoom en initiatiefrijk is, maar deels ook passief wacht op antwoorden van de overheid. De tweede die een zorgplicht heeft voor de burger en burgers gelijk wil behandelen, maar zegt initiatief van burgers toe te juichen. In deze tussentijd denken wij als burgers geen klassieke soeverein nodig te hebben, maar zien wel dat democratische instituties vastlopen. Kennelijk omdat we het niet eens zijn over wat een ‘goede samenleving’ is en nodig heeft en we ook niet in staat zijn om ‘het begrip van staat en burgerschap’ te internaliseren en daar vervolgens eigentijdse vormen aan te geven. Het ontwikkelen van een positief begrip van staat, zoals Van Oenen voorstelt, blijft te veel in het luchtledige hangen. Daar komt bij dat het voor mij de vraag is of we kunnen volstaan met ‘het hebben van minder begrip voor degenen die de staat niet meer hoeven te begrijpen’ (omdat ze al een positie hebben) en ‘het tonen van meer begrip voor degenen die dat niet meer kunnen’. Immers, de ene wereld die we met elkaar delen vraagt ook van ons dat we ons leren te verplaatsen in elkaars standpunt en positie. Je zou dat een beschavingsoffensief vanuit een pedagogische overheid kunnen noemen.
De waarde van Onbegrepen overheid zit ‘m vooral in het temperen van de wederzijdse verwachtingen van overheid en burger en – gekoppeld daaraan - de impliciete oproep om tijd te nemen om de relatie tussen overheid en burger opnieuw te doordenken. In deze hectische tijd is dat allerminst een luxe, in tegendeel: het zou de noodzakelijke spanning in ons democratisch bestel binnen aanvaardbare proporties kunnen houden en het overheersende negatieve staatsbegrip ombuigen in positieve richting. Wie anders dan politici en bestuurders op landelijk, provinciaal en lokaal schaalniveau zouden die handschoen moeten oppakken? Bij voorkeur ondersteund door kritisch-constructieve ambtenaren die de tijdgeest aanvoelen.
Over Paul Misdorp
Paul Misdorp is Directeur van VinNDT (Veranderen in Nieuw Denken Toepassen) en kennispartner van Zeelenberg, adviseurs voor Mens en Organisatie en van House of Coherence.