Zekerheid voor leverancierskrediet
Gebonden Nederlands 2019 1e druk 9789013155556Samenvatting
Er ligt tegenwoordig veel nadruk op de zekerhedenpositie van de kredietverstrekkende leverancier en het verlies van zijn zekerheidsrecht. Middels een rechtsvergelijking slaagt de auteur erin drie buitenlandse rechtsstelsels te ontleden, compleet gemaakt met een kritische blik op het eigen recht.
Zekerheid voor leverancierskrediet is goed bruikbaar voor iedereen die te maken krijgt met de zekerhedenpositie van de leverancier die zaken op krediet levert. De auteur behandelt een keur aan relevante kwesties, ontwikkelingen en thema’s die zich rondom dit vraagstuk voordoen:
- De aandacht voor de zekerhedenpositie van kredietverstrekkende leverancier en het verlies van zijn zekerheidsrecht in geval van natrekking, eigenlijke en ongelijke vermening, zaaksvorming en doorverkoop
- Invoering Pandwet in België
- Invoering wet overeenkomst van goederenkrediet
- Functionele benadering binnen het zekerhedenrecht
- Rechtsvergelijking.
De titel bevat een rechtsvergelijkend onderzoek over vier rechtsstelsels (Nederlands, Duits, Belgisch en de Uniform Commercial Code uit de Verenigde Staten). Door middel van dit onderzoek slaagt de auteur erin de overeenkomsten en verschillen tussen de drie buitenlandse rechtsstelsels inzichtelijk te maken. Uiteraard mag hierbinnen ook een kritische reflectie van het eigen recht niet ontbreken.
U krijgt inzicht in de argumenten waarmee wetgevers en rechters de voorrangspositie voor leverancierskrediet rechtvaardigen. Daarnaast verheldert de titel de wijze waarop de vier rechtstelsels en de twee modelwetten de zekerheid voor leverancierskrediet vormgeven. Zowel ten aanzien van de geleverde zaken als het geval van natrekking, eigenlijke en oneigenlijke vermening, zaaksvorming en doorverkoop.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Inleiding 1
1.1 Onderwerp van onderzoek 1
1.2 Probleemstelling 2
1.3 Onderzoeksvragen en doelstellingen van het onderzoek 4
1.4 Terminologie 5
1.5 Methoden 7
1.6 Opzet en afbakening 12
Hoofdstuk 2 De ontwikkeling en de rechtvaardiging van de voorrangspositie voor leverancierskrediet 17
2.1 Inleiding 17
2.2 Het Nederlandse recht 18
2.2.1 Het eigendomsvoorbehoud 19
2.2.1.1 Het eigendomsvoorbehoud onder het BW (oud) 19
2.2.1.2 Het eigendomsvoorbehoud in het huidige BW 20
2.2.2 Het recht van reclame 24
2.2.3 Het verkopersprivilege 27
2.2.4 De Wet uiterste betaaltermijn van zestig dagen voor grote ondernemingen 29
2.3 Het Duitse recht 30
2.3.1 Het eigendomsvoorbehoud 30
2.3.2 Het verlengde eigendomsvoorbehoud 31
2.4 Het Belgische recht 34
2.4.1 Het eigendomsvoorbehoud 34
2.4.2 Het voorrecht van de onbetaalde verkoper 37
2.4.3 Het recht van reclame 38
2.4.4 Het verlengde eigendomsvoorbehoud 39
2.5 Het Amerikaanse recht 40
2.5.1 De purchase-money security interest 40
2.5.2 Het recht van reclame 46
2.5.3 De administrative expense priority 48
2.5.4 De verlengde purchase-money security interest 49
2.6 De UNCITRAL Legislative Guide on Secured Transactions en de Model Law 50
2.6.1 Het acquisition security right 50
2.6.2 Het verlengde acquisition security right 52
2.7 De Draft Common Frame of Reference 53
2.7.1 Het acquisition fi nance device 53
2.7.2 Het verlengde acquisition fi nance device 55
2.8 Drie argumenten 57
2.8.1 Het economische argument 58
2.8.1.1 De verstrekking van (leveranciers)krediet draagt bij aan de economische groei 58
2.8.1.2 Zekerheidsrechten bevorderen de verstrekking van (leveranciers-)krediet 61
2.8.1.3 Een rechtseconomische rechtvaardiging 62
2.8.2 De nauwe band en het niet-benadelende karakter van de voorrangspositie 66
2.9 Conclusie 67
Hoofdstuk 3 De van rechtswege toegekende voorrangspositie voor leverancierskrediet 71
3.1 Inleiding 71
3.2 Het recht van reclame 72
3.2.1 Het Nederlandse recht 73
3.2.1.1 Het huidige recht van reclame 73
3.2.1.2 De ontwikkeling en functies van het recht van reclame 75
3.2.2 Het Belgische recht 78
3.2.3 Het Amerikaanse recht 80
3.3 Het voorrecht 83
3.3.1 Het Belgische recht 83
3.3.2 Het Amerikaanse recht 85
3.4 Conclusie en rechtsvergelijking 86
Hoofdstuk 4 De consensuele voorrangspositie voor leverancierskrediet 91
4.1 Inleiding 91
4.2 Consensuele voorrangspositie 92
4.2.1 Het Nederlandse recht 92
4.2.1.1 Het eigendomsvoorbehoud 92
4.2.1.2 Het voorbehouden pandrecht 94
4.2.1.3 De overeenkomst van goederenkrediet 95
4.2.2 Het Duitse recht 97
4.2.3 Het Belgische recht 99
4.2.4 Het Amerikaanse recht 101
4.2.4.1 De purchase-money security interest 101
4.2.4.2 De vestiging en voltooiing van een purchasemoney security interest 103
4.3 Overige zekerheidsrechten 107
4.3.1 Het Nederlandse recht 108
4.3.2 Het Duitse recht 109
4.3.3 Het Belgische recht 111
4.3.4 Article 9 UCC 112
4.4 Conclusie en rechtsvergelijking 113
Hoofdstuk 5 De reikwijdte van de voorrangspositie voor
leverancierskrediet 117
5.1 Inleiding 117
5.2 Van rechtswege een voorrangspositie voor leverancierskrediet 118
5.2.1 Het Nederlandse recht 118
5.2.2 Het Belgische recht 118
5.2.3 Article 9 UCC en de Bankruptcy Code 119
5.3 Consensuele voorrangspositie 120
5.3.1 Het Nederlandse recht 120
5.3.1.1 Het enkelvoudige en verruimde eigendomsvoorbehoud 120
5.3.1.2 Verruiming tot vorderingen van de leverancier op derden of van derden op de koper 122
5.3.1.3 Het kredieteigendomsvoorbehoud 125
5.3.1.4 Het einde van het kredieteigendomsvoorbehoud 127
5.3.1.5 Het voorbehouden pandrecht 130
5.3.2 Het Duitse recht 130
5.3.2.1 Het enkelvoudige en verruimde eigendomsvoorbehoud 130
5.3.2.2 Begrenzingen 134
5.3.3 Het Belgische recht 138
5.3.3.1 Het enkelvoudige eigendomsvoorbehoud 138
5.3.4 Article 9 UCC 140
5.3.4.1 De enkelvoudige purchase-money security interest 140
5.3.4.2 De uitzondering voor inventory 143
5.4 Conclusie en rechtsvergelijking 145
Hoofdstuk 6 Prioriteit en rangwisseling ten opzichte van latere zekerheidsnemers 149
6.1 Inleiding 149
6.2 De voorrangspositie van rechtswege 150
6.2.1 Het Nederlandse recht 150
6.2.1.1 Het recht van reclame 150
6.2.1.2 Het recht van reclame en het verhaalsrecht van de fiscus 151
6.2.2 Het Belgische recht 158
6.2.3 Het Amerikaanse recht 159
6.3 De consensuele voorrangspositie 161
6.3.1 Het Nederlandse recht 161
6.3.1.1 Het eigendomsvoorbehoud en het voorbehouden pandrecht 161
6.3.1.2 Doorbreking van de voorrangspositie door de fiscus 164
6.3.2 Het Duitse recht 167
6.3.3 Het Belgische recht 169
6.3.4 Het Amerikaanse recht 170
6.4 Conclusie en rechtsvergelijking 171
Hoofdstuk 7 De effectuering van de voorrangspositie 173
7.1 Inleiding 173
7.2 De voorrangspositie van rechtswege 174
7.2.1 Het Nederlandse recht 174
7.2.1.1 Het recht van reclame 174
7.2.1.2 Waardestijging- of daling van de zaken 176
7.2.2 Het Belgische recht 179
7.2.3 Het Amerikaanse recht 181
7.3 De consensuele voorrangspositie 183
7.3.1 Het Nederlandse recht 183
7.3.1.1 Het eigendomsvoorbehoud 183
7.3.1.2 Bodemrecht van de fi scus 189
7.3.1.3 Waardestijging- of daling van de zaken 189
7.3.1.4 Het voorbehouden pandrecht 195
7.3.2 Het Duitse recht 197
7.3.3 Het Belgische recht 200
7.3.4 Het Amerikaanse recht 203
7.4 Conclusie en rechtsvergelijking 205
Hoofdstuk 8 Natrekking van roerende zaken 209
8.1 Inleiding 209
8.2 Het Nederlandse recht 210
8.2.1 De gevolgen van natrekking voor het eigendomsvoorbehoud 210
8.2.1.1 Bestanddeelvorming 210
8.2.1.2 Natrekking 212
8.2.2 De gevolgen van natrekking voor het recht van reclame 215
8.2.3 Verlengingsmogelijkheden 216
8.3 Het Duitse recht 217
8.3.1 De gevolgen van natrekking voor het eigendomsvoorbehoud 218
8.3.1.1 Bestanddeelvorming 218
8.3.1.2 Natrekking 223
8.3.2 Verlengingsmogelijkheden 225
8.4 Het Belgische recht 227
8.4.1 De gevolgen van natrekking voor het eigendomsvoorbehoud 228
8.4.2 De gevolgen van natrekking voor het recht van reclame en het voorrecht van de onbetaalde verkoper 230
8.4.3 Verlengingsmogelijkheden 231
8.5 Het Amerikaanse recht 232
8.5.1 De gevolgen van natrekking voor de purchase-money security interest 232
8.5.2 Een belangrijke uitzondering op de verlenging van de voorrangspositie 234
8.5.3 De gevolgen van natrekking voor het recht van reclame en het voorrecht 236
8.7 Conclusie en rechtsvergelijking 237
Hoofdstuk 9 Eigenlijke vermenging 241
9.1 Inleiding 241
9.2 Het Nederlandse recht 242
9.2.1 De gevolgen van eigenlijke vermenging voor het eigendomsvoorbehoud 242
9.2.2 De gevolgen van eigenlijke vermenging voor het recht van reclame 244
9.2.3 Verlengingsmogelijkheden 245
9.3 Het Duitse recht 246
9.3.1 De gevolgen van eigenlijke vermenging voor het eigendomsvoorbehoud 247
9.3.2 Verlengingsmogelijkheden 249
9.4 Het Belgische recht 250
9.4.1 De gevolgen van vermenging voor het eigendomsvoorbehoud 251
9.4.2 De gevolgen van vermenging voor het recht van reclame en het voorrecht van de onbetaalde verkoper 253
9.5 Het Amerikaanse recht 254
9.5.1 De gevolgen van vermenging voor de purchase-money security interest 255
9.5.2 Conflicterende zekerheidsrechten op de eenheidszaak 256
9.5.2.1 Het directe confl ict 257
9.5.2.2 Het indirecte confl ict 258
9.5.3 De gevolgen van vermenging voor het recht van reclame en het voorrecht 258
9.6 Conclusie en rechtsvergelijking 259
Hoofdstuk 10 Oneigenlijke vermenging 261
10.1 Inleiding 261
10.2 Het Nederlandse recht 262
10.2.1 De gevolgen van oneigenlijke vermenging voor het eigendomsvoorbehoud 263
10.2.2 De strikte en rekkelijke benadering 266
10.2.2.1 De strikte benadering 266
10.2.2.2 De rekkelijke benadering 266
10.2.3 De gevolgen van oneigenlijke vermenging voor recht van reclame 272
10.2.3.1 De rekkelijke benadering in art. 7:39 lid 2 BW 272
10.2.3.2 De rekkelijke benadering in art. 7:39 lid 1 BW 272
10.3 Het Duitse recht 274
10.3.1 De gevolgen van oneigenlijke vermenging voor het eigendomsvoorbehoud 274
10.4 Het Belgische recht 277
10.4.1 De gevolgen van oneigenlijke vermenging voor het eigendomsvoorbehoud 278
10.4.2 De gevolgen van oneigenlijke vermenging voor recht van reclame en voorrecht 280
10.5 Het Amerikaanse recht 281
10.5.1 De gevolgen van oneigenlijke vermenging voor de purchase-money security interest 282
10.5.2 De gevolgen van vermenging voor het recht van reclame en voorrecht 284
10.6 Conclusie en rechtsvergelijking 284
Hoofdstuk 11 Zaaksvorming 289
11.1 Inleiding 289
11.2 Het Nederlandse recht 290
11.2.1 De gevolgen van zaaksvorming voor het eigendomsvoorbehoud 290
11.2.2 De gevolgen van zaaksvorming voor het recht van reclame 293
11.2.3 Verlengingsmogelijkheden 293
11.3 Het Duitse recht 295
11.3.1 De gevolgen van zaaksvorming voor het eigendomsvoorbehoud 295
11.3.2 Verlengingsmogelijkheid: de Verarbeitungsklausel 298
11.4 Het Belgische recht 302
11.4.1 De gevolgen van zaaksvorming voor het eigendomsvoorbehoud 302
11.4.2 De gevolgen van zaaksvorming voor het recht van reclame en voorrecht van de onbetaalde verkoper 306
11.5 Het Amerikaanse recht 307
11.5.1 De gevolgen van zaaksvorming voor de purchase-money security interest 308
11.5.2 De gevolgen van zaaksvorming voor het recht van reclame en voorrecht 309
11.6 Conclusie en rechtsvergelijking 310
Hoofdstuk 12 Doorverkoop 313
12.1 Inleiding 313
12.2 Het Nederlandse recht 314
12.2.1 De bevoegde en onbevoegde doorverkoop 314
12.2.1.1 Het eigendomsvoorbehoud 314
12.2.1.2 Het voorbehouden pandrecht 319
12.2.1.3 Het recht van reclame 320
12.2.2 Verlengde zekerheid op de vordering uit doorverkoop 320
12.2.3 Botsing van de verlengde zekerheid met andere zekerheidsrechten 322
12.3 Het Duitse recht 323
12.3.1 Bevoegde en onbevoegde doorverkoop van onder eigendomsvoorbehoud geleverde zaken 323
12.3.2 Verlengde zekerheid op de vordering uit doorverkoop 325
12.3.3 Botsing van de verlengde zekerheid met andere zekerheidsrechten 327
12.4 Het Belgische recht 329
12.4.1 Bevoegde en onbevoegde doorverkoop 329
12.4.1.1 Het eigendomsvoorbehoud 329
12.4.1.2 Het recht van reclame en het voorrecht van de onbetaalde verkoper 330
12.4.2 Verlengde zekerheid op de vordering uit doorverkoop 330
12.4.3 Botsing van de verlengde zekerheid met andere zekerheidsrechten 332
12.5 Het Amerikaanse recht 333
12.5.1 Bevoegde en onbevoegde doorverkoop 333
12.5.1.1 De purchase-money security interest 333
12.5.1.2 Het recht van reclame en het voorrecht 334
12.5.2 Verlengde zekerheid 335
12.5.2.1 De vordering uit doorverkoop 335
12.5.2.2 Chattel paper 336
12.5.3 Botsing van de verlengde zekerheid met andere zekerheidsrechten 338
12.5.3.1 Meerdere zekerheidsrechten op de vordering uit doorverkoop 338
12.5.3.2 Meerdere zekerheidsrechten op chattel paper 339
12.6 Conclusie en rechtsvergelijking 341
Hoofdstuk 13 Financiering door een derde door overneming van de koopprijsvordering 343
13.1 Inleiding 343
13.2 Het Nederlandse recht 344
13.2.1 Cessie 344
13.2.2 Contractsoverneming 348
13.2.3 Pandrecht 349
13.3 Het Duitse recht 351
13.3.1 Cessie 351
13.3.2 Vertragsübernahme 353
13.4 Het Belgische recht 354
13.4.1 Cessie 354
13.4.2 Contractsoverdracht 355
13.4.3 Pandrecht 356
13.5 Het Amerikaanse recht 357
13.5.1 Cessie of vestiging van een security interest 357
13.5.2 Een bijzondere type onderpand: chattel paper 358
13.6 Conclusie en rechtsvergelijking 360
Hoofdstuk 14 Rechtsvergelijkende conclusies en inspiratie voor het Nederlandse recht 363
14.1 Inleiding 363
14.2 Beantwoording van de eerste hoofdvraag 365
14.2.1 De uitwerking van de voorrangspositie – de totaalbeelden 365
14.2.1.1 Het beeld van het Nederlandse recht 367
14.2.1.2 Het beeld van het Duitse recht 368
14.2.1.3 Het beeld van het Belgische recht 370
14.2.1.4 Het beeld van het Amerikaanse recht 371
14.2.2 Rechtsvergelijking en conclusie op basis van de totaalbeelden 373
14.3 Beantwoording van de tweede hoofdvraag 377
14.3.1 De rechtsvergelijking als inspiratiebron en argument voor het Nederlandse recht 377
14.3.2 Methoden van verlenging in het Nederlandse recht 381
14.3.2.1 Een pandrecht met superprioriteit – een uitzondering op art. 3:97 lid 2 BW 382
14.3.2.2 Substitutie 385
14.3.2.3 Meer partijautonomie 397
14.3.2.4 De rekkelijke benadering bij oneigenlijke vermenging 407
14.4 Eindconclusie 409
Samenvatting 415
Summary 427
Jurisprudentieregister 437
Trefwoordenregister 445
Aangehaalde literatuur 455
Curriculum vitae 501
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan