Investeringen in bedrijven die zich schuldig maken aan kinderarbeid. Investeringen in wapenfabrikanten, waaronder producenten van clusterbommen en landmijnen. De verkoop van beleggingshypotheken waarvan de administratieve kosten soms veertig procent van de inleg bedragen. Het slecht of niet informeren van klanten over de risico’s van bepaalde financiële producten. Regelrechte fraude met beleggingen. De lijst van onethisch of op zijn minst twijfelachtig gedrag van financiële dienstverleners die Hans Ludo van Mierlo in zijn boek Gepast en ongepast geld presenteert is lang, heel lang. Conclusie: het gaat al lang niet meer om incidenten, de hele sector is doodziek. En dus is ook de kredietcrisis niet een op zichzelf staande gebeurtenis waarbij een klein groepje (Amerikaanse) bankiers de boel voor eigen gewin hebben belazerd, maar het onvermijdelijke gevolg van de morele crisis in de hele sector.
Gelukkig laat Van Mierlo de lezer niet met dit ontluisterende beeld alleen achter. Hij stelt niet alleen de diagnose, maar schrijft ook een medicijn voor. Een middeltje uit grootmoeders tijd, maar daarom niet minder werkzaam. Van Mierlo herinnert de bankiers eraan dat hun banken ooit zijn opgericht om een maatschappelijk doel te verwezenlijken. Zo diende Fortis de industrialisatie op gang te helpen en de Postbank de burger spaarzin bij te brengen. Maar de afgelopen decennia is deze maatschappelijke rol op de achtergrond gedrongen door een ander belang: dat van de aandeelhouder. En dus van het geld. Het medicijn dat Van Mierlo voorschrijft laat zich dan ook raden: banken dienen hun maatschappelijke rol weer serieus te nemen en niet alleen gaan voor de kortetermijnwinst.
In zekere zin is het boek van Van Mierlo daarmee enigszins ingehaald door de actualiteit. Nu de banken noodgedwongen hun hand ophouden bij de Staat, worden zij door deze nieuwe aandeelhouder met hun neus op hun maatschappelijke rol gedrukt, daarbij gecontroleerd door nieuwe rijkscommissarissen. Maar actualiteit of niet: als we iets willen leren van het verleden en niet over een paar jaar weer in een nieuwe crisis willen belanden, dan zouden de bankiers er verstandig aan doen om de analyse van Van Mierlo serieus te nemen en te luisteren naar zijn aanbevelingen. Gepast en ongepast geld is daarom verplichte kost voor alle bankiers en andere financiële dienstverleners. Het boek zou eigenlijk door middel van een staatsexamen verplicht moeten worden gesteld. Wie daarvoor niet slaagt, krijgt dan geen vergunning meer om financiële producten te verkopen. Resultaten uit het verleden geven dan misschien minder ellende in de toekomst
Over Ben Kuiken
Ben Kuiken is filosoof, schrijver en ontregelaar. Als organisatiefilosoof helpt hij mensen om anders te denken, te kijken en te praten over organisaties en de problemen die daar ontstaan. Ben is auteur van een groot aantal boeken over organiseren, spelen, en filosofie, waaronder De laatste manager, De Organisatiefilosoof, en Het Zinnigste boek dat je ooit zult lezen.