Wildschut hangt de stelling aan dat de mens het beste presteert in een systeem dat aansluit bij de natuur. De mens is van nature een sociaal ingesteld dier en de moderne manager die hier het meeste rekening mee houdt, zal tevredenheid oogsten bij zijn werknemers, wat weer zijn positieve gevolgen heeft voor de productiviteit. Hiervoor moet de manager echter wel durven vernieuwen. Wildschut brengt in zijn boek aansprekende en overtuigende voorbeelden van bedrijven die deze gedacht goed tot zich hebben laten doordringen.
Het boek is opgedeeld in vier delen. Het eerste deel is een noodzakelijke, theoretische inleiding over evolutionaire psychologie en biologie. Het tweede deel gaat over het functioneren van de mens in sociale omgevingen, het derde deel juist over de mens als individuele werknemer. In het slotdeel schrijft Wildschut over de rol van leiders en leidinggeven. Welk aspect Wildschut ook aansnijdt, keer op keer hamert hij op het bijna gegarandeerde succes van het evolutionair denken bij managementprocessen. De vraag rijst waarom de lijst van bedrijven die deze benadering succesvol hebben toegepast niet veel langer is. Helaas geeft het boek daar geen antwoord op, voor scepsis of twijfel is in Darwin voor managers geen plaats.
Hoewel ‘Darwin voor managers’ grotendeels een theoretisch boek is, sluit Wildschut veel hoofdstukken af met tips, of een lijstje ‘don’ts’ met betrekking tot een onderwerp of dilemma. Daarmee wil de schrijver benadrukken dat de drempel om datgene toe te passen wat hij betoogt, laag is. Aardig, maar daar ligt niet de kracht van het boek. Het boek is een interessante visie op leidinggeven die in de toekomst heel goed aan populariteit kan winnen.
