Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Recensie

Vriendelijk boek over goede mensen

In het boek Social Venture Entrepreneurship probeert Henk Kievit grip te krijgen op de groeiende wereld van de sociale, culturele en milieu-investeerders in Nederland. Een lovenswaardige poging, maar mag het ietsje kritischer?

Pierre de Winter | 10 juli 2012 | 3-4 minuten leestijd

Er zijn - aldus Henk Kievit, directeur van het Center for Entrepreneurship aan Nyenrode - meerdere motieven die een succesvol ondernemer ertoe kunnen brengen om ‘sociaal’ ondernemer te worden. ‘Sociaal’ moeten we in dit geval interpreteren als ‘primair gericht op het oplossen van taaie maatschappelijke vraagstukken (wicked problems in dit boek) en pas secundair op winst’.

De verkoop van een familiebedrijf kan zo’n motief zijn, een echtscheiding ook, een verslechtering van de eigen gezondheid, of het erven van een familiefortuin. In ieder geval is er bij elke ‘social venturing principal’, zoals Kievit zijn protagonisten noemt, een omslagpunt. ‘Sommigen realiseren zich plotseling dat geld niet teruglacht, maar een kansarm kind dat geholpen wordt wel.’ En anderen ‘komen tot het relativerende besef dat er niet oneindig veel Bentleys in een garage passen en schoenen in een kast’.

Hoe je het ook draait of keert, het verschijnsel Social Venturing Entrepreneurship (SVE) is groeiende. Meer en meer mensen in de Westerse samenleving die hun schaapjes op het droge hebben, besluiten hun middelen en vaardigheden op een zeker punt in zetten ten behoeve van minder bedeelden, hulpbehoevenden, culturele waarden of de natuur. Ik noem een Bill Gates, een Joop van den Ende of een (wijlen) Paul Fentener van Vlissingen en u begrijpt waarom Kievit dat zegt. Een oorzaak voor die groei noemt hij niet. Ik zou zeggen: omdat het aantal miljonairs de afgelopen twintig jaar zo hard gegroeid is.

Deze ‘SVE-principals’ gaan te werk op de manier die ze kennen: als een ondernemer, volgens de wetten van het ondernemerschap. Daarin verschillen ze fundamenteel van de charitatieve hoofdstroom: non-gouvernementele organisaties. Waar die laatste gespecialiseerd zijn in geld ophalen en - weliswaar in projectvorm - weer weggeven, probeert de social venturing entrepreneur tot oplossingen te komen die leiden tot zelfvoorzienendheid. Door Kievit anders (en nogal zwartwit) gezegd: het ene leidt tot afhankelijkheid, het andere niet. Het ene kan alleen voortbestaan door de goedwillendheid van miljoenen westerse burgers, het andere mondt uit in een levensvatbare organisatie/structuur die mensen het vermogen verschaft hun eigen broek op te houden.

Dit boek is de schriftelijke weergave van het onderzoek waarop Henk Kievit in 2011 promoveerde. Hij poogt een beeld te schetsen van wat dat Social Venturing Entrepreneurship nu inhoudt, wie zich ermee bezig houden en wat het fenomeen voor onze samenleving kan gaan betekenen. Omdat het hem ontbrak aan kwantitatieve gegevens, besloot hij achttien ‘SVE-principals’ te interviewen en te proberen patronen te ontdekken in hun verhalen, waaruit een begin van verifieerbare kennisopbouw over SVE gedestilleerd moest worden. Een ‘interpretivistiche onderzoekbenadering’ noemt Kievit dat.

En het moet gezegd: Kievit heeft een interessant lijstje mensen geïnterviewd. Van Paul Baan en Ruud Koornstra tot Marjan ‘Mama Cash’ Sax, Oracle-pionier Loek van den Boog en Sabine (dochter van Randstad oprichter Frits) Goldschmeding. De uitwerking van al die interviews moest op wetenschappelijk verantwoorde en dus wat saai geschreven wijze, maar het is toch aardig om de verhalen van deze ‘geslaagden’ te lezen. Wat node mist, is hier en daar een kritische vraag van Kievit.

Daarmee komen we bij mijn belangrijkste bezwaar tegen dit boek.: waarom mist de vraag of deze SVE-principals er ook in geslaagd zijn hun initiatieven daadwerkelijk selfsupporting te laten worden? Maken ze wat in Kievit’s definitie zo glashelder wordt uitgelegd ook waar? Van de initiëringsmaatschappij Tendris van Ruud Koornstra durven we dat wel aan te nemen. Maar doet de organisatie Net4Kids van Loek van de Boog het bijvoorbeeld beter dan een ngo als Unicef of Warchild? En zo ja, waarom? Of: wat is er zo uniek aan de stichting Good Energies van Marcel Brenninkmeijer die ondertussen 3 miljard euro in duurzame energie heeft geïnvesteerd en daarmee net als alle andere fondsen op dit gebied gigantisch profiteert van de enorme subsidieprogramma’s die overheden daaraan toewijzen?

Juist dat soort vragen zouden we beantwoord willen zien. Laten we hopen dat Kievit zich daar in zijn eerstvolgende boek mee bezig gaat houden.

Over Pierre de Winter

Pierre de Winter is freelance journalist.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden