Het boek is primair bedoeld voor Kantoorgeheimen. Dat zijn bijvoorbeeld mensen die goede ideeën hebben, maar die die plannen niet zo makkelijk presenteren of claimen – en dat is funest in veel organisaties. Het zijn vaak de brutalen – Van der Wal noemt die de bokito’s, carrièretijgers en kantoorpolitici – die gehoord worden. De brutalen hebben de halve wereld, maar hoe kunnen de kantoorgeheimen op zijn minst die andere helft veroveren? Dat is de centrale vraag van het boek.
Een deel van het antwoord op deze vraag is dat Kantoorgeheimen zich sommige ‘hard skills’ van de brutalen eigen kunnen maken, zonder een bokito of carrièretijger te worden. Van de carrièretijgers leren ze dat het belangrijk is om een bepaald doel te stellen, van kantoorpolitici leren ze hoe de hazen lopen in een organisatie en van de bokito’s leren ze dat het af en toe belangrijk is om je te laten gelden of je succes te claimen. Ze leren om het spel mee te spelen, op hun eigen manier.
Het tweede deel van het antwoord ligt bij leidinggevenden, die – onbewust vaak – het moeilijker maken voor Kantoorgeheimen. De auteurs willen met het boek niet alleen de spelers veranderen, maar ook het spel. Daarvoor geven ze leidinggevenden en P&O’ers handvatten die ervoor kunnen zorgen dat ook de talenten die misschien niet zo snel opvallen, tot bloei kunnen komen.
Hoe maak je het een Kantoorgeheim gemakkelijker tijdens een sollicitatieprocedure? De auteurs stellen dat het dan handig is om geen vacature op te stellen waarin ‘een schaap met vijf poten’ wordt gezocht, omdat dan een flinke groep Kantoorgeheimen niet zal solliciteren. Ze hebben dan het idee dat ze niet aan alle voorwaarden voldoen, pas als ze voor 100 procent aan een functieomschrijving voldoen, solliciteren ze op de functie. Carrièretijgers en bokito’s hebben daar minder last van: als ze voor tachtig procent voldoen aan een functie, denken ze – soms terecht – dat ze de rest wel bijleren. Zij beginnen vol goede moed, maar met minder goede kwalificaties aan de sollicitatieprocedure.
Om met hoogleraar en voormalig Rabo-topman Herman Wijffels te spreken, is Kantoorgeheimen dus niet alleen een praktische gids voor talenten die minder opvallen, maar ook een ‘uitstekende handreiking’ voor leidinggevenden om ‘ten volle alle potentie op de werkvloer te benutten’.