Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20
, , , , , , e.a.

Inleiding Belastingheffing ondernemingen en particulieren 2023

Paperback Nederlands 2023 9789012408615
Verwachte levertijd ongeveer 2 werkdagen

Samenvatting

Dit studieboek biedt een inleidende beschrijving van de belastingheffing van ondernemingen en particulieren.

De auteurs hebben gekozen voor een enigszins alternatieve benadering. Men volgt de belevenissen van ‘Peter en Carolien’ en de wordingsgeschiedenis van hun onderneming. Zij starten een horecaonderneming in de vorm van een vennootschap onder firma, zetten deze om in een bv, waarna een structuur met verschillende bv’s ontstaat. Daarna gaan zij met hun activiteiten over de grens. Daarnaast komen fiscale aspecten aan bod die specifiek zijn voor natuurlijke personen: het genieten van loon, het hebben van vermogen, echtscheiding en overlijden.

Hoewel de nadruk van dit boek op de heffing van inkomsten- en vennootschapsbelasting ligt, komen ook andere belastingen, zoals de loonbelasting, de omzetbelasting, de erfbelasting en het formele belastingrecht aan de orde. Ter afronding van het geheel is de invloed van het Europese recht op de directe belastingen beschreven.

Specificaties

ISBN13:9789012408615
Taal:Nederlands
Bindwijze:paperback
Aantal pagina's:500
Uitgever:Sdu
Druk:23
Verschijningsdatum:23-2-2023
Hoofdrubriek:Juridisch
ISSN:

Lezersrecensies

Wees de eerste die een lezersrecensie schrijft!

Over Ad van Doesum

Ad van Doesum studeerde fiscaal recht aan de Universiteit Leiden. Van 1998 tot 2005 was hij in dienst van Ernst & Young Belastingadviseurs te Amsterdam waar hij werkzaam was in de (internationale) btw-praktijk. Sinds 2004 is hij naast zijn functie als belastingadviseur als onderzoeker en als docent verbonden aan het Fiscaal Instituut Tilburg van de Universiteit van Tilburg. In 2005 verruilde hij zijn functie bij Ernst & Young Belastingadviseurs voor een functie bij PriceWaterhouseCoopers Belastingadviseurs NV. Ad van Doesum heeft diverse publicaties op zijn naam staan.

Andere boeken door Ad van Doesum

Over Sonja Dusarduijn

Mr. S.M.H. Dusarduijn FB (1959) heeft, na eerst tien jaar als fotograaf werkzaam te zijn geweest, in 1992 haar positie achter de fotocamera ingeruild voor een plaats achter de wetboeken. Wat een grote wending leek, blijkt slechts een andere manier van kijken naar de maatschappij. Na voltooiing van de avondstudie aan de Federatie Belastingacademie, heeft ze haar studie Fiscaal Recht in Leiden (cum laude) afgerond. Na een aantal jaar met plezier te hebben gewerkt bij het (huidige) PriceWaterhouseCoopers, maakte ze de overstap naar het bedrijfsleven waar ze tot 2004 hoofd fiscale zaken was van SNS Bank Nederland, onderdeel van SNS Reaal. Sinds 2004 is ze werkzaam als docent belastingrecht bij de Universiteit van Tilburg (Fiscaal Instituut Tilburg). Sinds kort werkt ze aan haar proefschrift over ficties en forfaits in belastingwetgeving.

Andere boeken door Sonja Dusarduijn

Over M.J. Hoogeveen

Mr. M.J. Hoogeveen is docent aan de Faculteit Rechtsgeleerdheid, Departement Belastingrecht van de Universiteit van Tilburg.

Andere boeken door M.J. Hoogeveen

Inhoudsopgave

Voorwoord / 19
Begrippenlijst / 21

1 De fiscale geschiedenis van Nederland in vogelvlucht / 45
1.0 Inleiding / 45
1.1 De oudheid / 46
1.1.1 Belastingheffing in de Romeinse tijd / 46
1.1.2 Grondbelasting / 46
1.1.3 Belastingbetaling in natura / 47
1.2 De middeleeuwen / 47
1.2.1 Rangen en standen / 47
1.2.2 Accijnzen op eerste levensbehoeften / 48
1.3 De Spaanse overheersing / 49
1.3.1 De Hertog van Alva / 49
1.3.2 Opstand tegen de Tiende Penning / 49
1.4 De Gouden Eeuw / 50
1.4.1 Convooien en licenten / 50
1.4.2 Accijnzen en aanvullende heffingen / 50
1.4.3 Belastingoproer / 51
1.5 De Franse bezetting / 52
1.5.1 Het eerste algemene belastingstelsel van Gogel / 52
1.5.2 Directe en indirecte belastingen / 52
1.6 Het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden / 53
1.6.1 De fiscale plannen van Willem I / 53
1.6.2 Pierson / 54
1.6.2.1 Vermogensbelasting of inkomstenbelasting? / 54
1.6.3 Fictief bronnenstelsel / 55
1.6.4 Het reële stelsel van de Duitse bezetter / 56
1.6.5 Hofstra’s belastingherziening / 57
1.7 Afronding / 59

2 Algemene aspecten / 61
2.0 Inleiding / 61
2.1 Soorten belastingen / 61
2.2 Welke functies hebben belastingen? / 63
2.2.1 Instrumentele functie / 63
2.2.1.1 Principiële grens aan het gebruik van instrumentele maatregelen / 64
2.2.1.2 Praktische grens: effectiviteit en doelmatigheid / 65
2.3 Draagkrachtbeginsel / 66
2.4 Draagkrachtbeginsel en Wet IB 2001 / 67
2.4.1 Boxensysteem / 68
2.4.2 Rangorde / 69
2.4.3 Verschillen in heffingsgrondslagen, tarief en genietingsmoment / 70
2.4.4 Verschil in heffingsgrondslag / 70
2.4.5 Schotten tussen de boxen / 71
2.4.6 Tarieven in de inkomstenbelasting / 72
2.4.7 Gevolgen van de verschillen tussen de boxen / 73
2.4.8 Persoonlijke omstandigheden; subjectieve draagkracht / 73
2.5 Belastingen in het dagelijks leven van Peter en Carolien / 74
2.5.1 Inleiding / 74
2.5.2 Even voorstellen / 75
2.5.3 Eerste aanknopingspunten voor belastingen / 75
2.6 Dubbele heffing over het salaris? / 76
2.6.1 Wettelijke systematiek / 76
2.6.2 Hoe werkt dit in de praktijk? / 77
2.6.3 Verhouding loonheffing met IB / 77
2.6.4 Hoe is het autokostenforfait geregeld? / 80
2.7 De beleggingswinsten en -verliezen / 80
2.8 Een huis kopen / 82
2.8.1 Belastingvoordeel eigen woning / 82
2.8.1.1 Inleiding / 82
2.8.1.2 Eigenwoningforfait / 82
2.8.1.3 Financieringskosten van schulden eigen woning / 83
2.8.2 Eigen woning en schuld van de eigen woning / 84
2.8.2.1 Het begrip eigen woning / 84
2.8.2.2 Schuld betreffende de eigen woning / 84
2.9 Belastingheffing bij partners / 86
2.9.1 Partners / 86
2.9.2 Toerekening vermogensbestanddelen tussen partners / 88
2.10 Afronding / 89

3 Arbeid / 91
3.0 Inleiding / 91
3.1 Inkomensbegrip / 91
3.1.1 Bronnentheorie / 92
3.1.1.1 Privésfeer / 93
3.1.1.2 Familie-/gezinssfeer / 93
3.1.1.3 Hobbysfeer / 93
3.1.2 Belaste en onbelaste bronvoordelen / 97
3.1.2.1 Het bijzondere karakter van box 3 / 98
3.1.2.2 Schema met het raamwerk van belast inkomen (box 1, 2 en 3) / 99
3.2 De loonbelasting en de bron dienstbetrekking in de inkomstenbelasting / 99
3.3 Dienstbetrekking / 100
3.4 Inhoudingsplichtige / 104
3.4.1 Plichten van een inhoudingsplichtige / 104
3.5 Loon / 106
3.6 Werkkostenregeling / 108
3.7 Aanspraken / 110
3.7.1 Hoofdregel / 110
3.7.2 Omkeerregel / 110
3.8 Inhoudingen op het loon / 113
3.9 Salarisstrook en jaaropgave / 115
3.10 Het beoogde toekomstbeeld: de loonsomheffing / 118
3.11 Resultaat uit overige werkzaamheden / 119
3.11.1 Zekerheid over de fiscale duiding van een arbeidsrelatie / 121
3.11.2 Resultaatbepaling / 122
3.11.3 Opting-in / 124
3.12 Afronding / 124

4 De startende ondernemer / 127
4.0 Inleiding / 127
4.1 Algemene aspecten Wet IB 2001 / 127
4.1.1 Bronnentheorie en boxenstelsel / 127
4.1.2 Belang van onderscheid tussen bronnen / 129
4.1.3 Sfeerovergang / 129
4.2 Onderneming voor de Wet IB 2001 / 130
4.2.1 Inkomensbestanddeel ‘winst uit onderneming’ / 130
4.2.2 Het begrip ‘onderneming’ / 131
4.2.3 Afbakening onderneming en werkzaamheid / 132
4.2.4 Startfase en aanloopverliezen / 133
4.2.5 Rechtsvorm van de onderneming / 135
4.3 Ondernemer in de Wet IB 2001 / 136
4.3.1 De term ‘ondernemer’ / 136
4.3.2 Voor rekening gedreven / 137
4.3.3 Rechtstreeks verbonden voor verbintenissen / 137
4.3.4 Objectieve en subjectieve onderneming / 138
4.4 Winst in de Wet IB 2001 / 139
4.4.1 Totaalwinst: hoofdlijnen / 139
4.4.1.1 Gezamenlijke voordelen uit onderneming / 139
4.4.2 Jaarwinst: hoofdlijnen / 140
4.4.2.1 De totaalwinst in jaarmoten / 140
4.4.2.2 Goed koopmansgebruik en verschil fiscale en commerciële winst / 140
4.5 De startende ondernemer in de praktijk / 141
4.5.1 De aanvangsinvestering / 141
4.5.2 Levensvatbaarheid van de onderneming / 142
4.5.3 Financiering / 142
4.5.4 Ondernemingsverlies, verlies aanloopfase / 143
4.6 Administratieve aspecten / 144
4.7 Afronding / 145

5 Huwelijk en winstberekening / 147
5.0 Inleiding / 147
5.1 Huwelijk, huwelijksgoederenregime en inkomenstoerekening / 147
5.1.1 Het huwelijk en huwelijksgoederenregime / 147
5.1.2 Fiscale gevolgen / 150
5.2 Ondernemingsvermogen versus privévermogen en ondernemingskosten versus privéuitgaven / 151
5.2.1 Totaalwinst / 151
5.2.2 Vermogensetikettering / 151
5.2.2.1 Belang afbakening privé- en ondernemingsvermogen / 151
5.2.2.2 Uitgangspunten vermogensetikettering / 151
5.2.3 Onderscheid privéuitgaven en zakelijke kosten / 152
5.2.3.1 Afbakening privé- en ondernemingssfeer / 152
5.2.3.2 Onderscheidingsrecht en toetsingsverbod inspecteur hoogte van zakelijke kosten / 154
5.2.3.3 Marginaal toetsingsrecht / 154
5.2.4 Gemengde kosten / 155
5.2.5 Producten uit eigen onderneming / 159
5.3 Fiscale en commerciële winstberekening / 160
5.4 Goed koopmansgebruik / 161
5.4.1 Beginselen goed koopmansgebruik / 162
5.4.2 Hoofdregels ten aanzien van winst- en verliesneming / 165
5.4.2.1 Winstneming / 165
5.4.2.2 Verliesneming / 165
5.4.3 Dynamisch begrip / 168
5.4.3.1 Norm volgt ontwikkelingen / 168
5.4.3.2 Hoge Raad ‘gaat om’ bij voorzieningen / 168
5.5 Waarderings- en afschrijvingsregels / 170
5.5.1 Waardering balansposten / 170
5.5.2 Waardering onderhanden werk en onderhanden opdrachten / 171
5.5.3 Afschrijven / 172
5.5.3.1 Afschrijven volgens goed koopmansgebruik / 172
5.5.3.2 Minimumafschrijvingstermijn goodwill en andere bedrijfsmiddelen / 173
5.5.3.3 Willekeurig afschrijven / 174
5.5.3.4 Beperking afschrijving onroerende zaken / 176
5.5.4 Wettelijke inkadering goed koopmansgebruik / 177
5.6 Enkele overige specifieke regels voor de fiscale winstbepaling / 178
5.6.1 Bijzondere regels / 178
5.6.2 Investeringsaftrek / 178
5.6.2.1 Investeringsaftrek / 178
5.6.2.2 Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek / 180
5.6.2.3 Energie-investeringsaftrek / 181
5.6.2.4 Milieu-investeringsaftrek / 182
5.6.3 Ondernemersaftrek / 182
5.6.3.1 Vijf aftrekposten / 182
5.6.3.2 Urencriterium / 183
5.6.3.3 Zelfstandigenaftrek / 184
5.6.3.4 Speur- en ontwikkelingswerk, meewerkaftrek, startersaftrek en stakingsaftrek / 185
5.6.4 Fiscale oudedagsreserve / 186
5.7 Fiscale reserves / 187
5.7.1 Egalisatiereserve / 188
5.7.2 Herinvesteringsreserve / 189
5.8 De MKB-winstvrijstelling / 192
5.9 Effectieve belastingdruk / 193
5.10 Afronding / 197

6 Van vof naar bv en het aanmerkelijkbelangregime / 199
6.0 Inleiding / 199
6.1 De besloten vennootschap (bv) en het concept van de rechtspersoonlijkheid / 199
6.1.1 De besloten vennootschap en rechtspersoonlijkheid / 199
6.1.2 Kapitaalvennootschap, aandelenkapitaal en aandelen / 200
6.1.3 Aandeelhouders, bestuurders, commissarissen / 202
6.1.4 Verschil met de naamloze vennootschap / 203
6.1.5 Geschiedenis / 203
6.1.6 Het klassieke stelsel / 204
6.1.6.1 Economische dubbele belasting / 204
6.1.6.2 Rechtvaardiging / 204
6.1.6.3 Gematigd klassieke stelsel / 205
6.1.6.4 Aandelenbelang en rangorderegeling / 205
6.1.6.5 Dividendbelasting op hoofdlijnen / 206
6.2 Bv ja/bv nee; enkele inkomensvarianten / 206
6.2.1 Belastingdruk bij 50.000 ondernemingswinst en vof / 206
6.2.2 Belastingdruk bij 50.000 ondernemingswinst en bv / 207
6.2.2.1 Vennootschapsbelasting / 207
6.2.2.2 Belastingdruk / 207
6.2.3 Belastingdruk bij 100.000 ondernemingswinst en vof of bv / 208
6.2.3.1 Belastingdruk / 208
6.2.3.2 Belastinglatentie / 209
6.2.4 Belastingdruk bij 1.000.000 ondernemingswinst en vof of bv / 210
6.2.5 Terugblik varianten / 211
6.3 Aanmerkelijk belang / 211
6.3.1 Onderscheid beloning ‘werknemer’ en ‘aandeelhouder’ / 211
6.3.2 Aanmerkelijkbelanghouder / 212
6.3.2.1 Aandeelhouder / 212
6.3.2.2 Ten minste 5% geplaatst aandelenkapitaal / 213
6.3.2.3 ‘Al dan niet tezamen’ en ‘direct of indirect’ / 213
6.3.2.4 Opties / 214
6.3.2.5 Aandelen van een verschillende soort / 216
6.3.2.6 Meesleep- en meetrekregeling / 217
6.3.2.7 Tussen ondernemer en belegger / 218
6.3.2.8 Voordelen uit aanmerkelijk belang / 218
6.3.2.9 Belastingdruk op winstuitdelingen / 222
6.3.3 Terbeschikkingstellingsregeling / 222
6.3.3.1 Anti-boxenarbitrage / 222
6.3.3.2 Overige werkzaamheden / 224
6.3.3.3 Ter beschikking stellen / 224
6.3.4 Gebruikelijk loon / 227
6.4 Inbreng onderneming in bv / 229
6.4.1 De oprichting van een bv / 229
6.4.2 Voorovereenkomst tot oprichting van een bv / 230
6.4.3 Staking van de onderneming door inbreng in de bv / 230
6.4.3.1 Staken / 230
6.4.3.2 Waardering bij inbreng / 231
6.4.3.3 Goodwill / 231
6.5 Omzetting: ruisend of geruisloos? / 234
6.5.1 Ruisende omzetting / 234
6.5.1.1 Stakingswinst / 234
6.5.1.2 Stakingsaftrek / 235
6.5.1.3 Stakingswinst omzetten in lijfrentepremieaftrek / 235
6.5.2 Geruisloze omzetting / 237
6.5.2.1 Doorschuiven fiscale claims / 237
6.5.2.2 Rekenvoorbeeld / 238
6.5.3 Afweging / 239
6.6 Afronding / 240

7 Bv en concern / 241
7.0 Inleiding / 241
7.1 Vennootschapsbelasting / 241
7.1.1 Inleiding / 241
7.1.2 Subjectieve belastingplicht / 242
7.1.2.1 Lichamen / 242
7.1.2.2 Binnenlandse en buitenlandse belastingplichtigen / 243
7.1.2.3 Onderneming / 244
7.1.2.4 Overheidsondernemingen / 245
7.1.2.5 Subjectieve vrijstellingen / 246
7.1.3 Berekening belastbaar bedrag / 246
7.1.3.1 Winst, belastbare winst en belastbaar bedrag / 246
7.1.3.2 Wereldwinst en de objectvrijstelling voor buitenlandse ondernemingswinsten / 247
7.1.3.3 Vermogensvergelijking / 248
7.1.3.4 Aftrekbare giften / 250
7.1.3.5 Verrekenbare verliezen / 251
7.1.4 Tarief / 252
7.1.4.1 Tariefschijven / 252
7.1.4.2 Tarief en belastingconcurrentie / 252
7.1.5 Voorlopige aanslag / 253
7.2 Stortingen / 255
7.2.1 Kapitaalsfeer / 255
7.2.2 Formele kapitaalstorting / 255
7.2.3 Informele kapitaalstorting / 255
7.3 Onttrekkingen / 257
7.3.1 Winstuitdelingen van bv aan aandeelhouder / 257
7.3.2 Dividenduitkeringen / winstuitdeling niet aftrekbaar van de winst / 257
7.3.3 Begrip winstuitdeling / 258
7.3.4 Toetsingsrecht inspecteur / 260
7.3.4.1 Beleid ondernemer / 260
7.3.4.2 Werkelijke aard uitgaven / 260
7.3.4.3 Marginaal toetsingsrecht hoogte / 261
7.4 Dividendbelasting en bronheffing op rente en royalty’s / 261
7.4.1 Bronheffing en inhoudingsplicht / 261
7.4.2 Bronheffing op rente en royalty’s / 262
7.5 Bruto dividend, voorheffing en belastingdruk / 263
7.5.1 Bruto dividend en verrekening voorheffing / 263
7.5.2 Gecombineerde belastingdruk: inkomsten- en vennootschapsbelasting / 264
7.5.3 Belastingdruk gelijk voor regulier voordeel en vervreemdingsvoordeel / 264
7.6 Salaris, dividenduitkeringen en totale effectieve belastingdruk / 265
7.6.1 Beslissen over omvang salaris en dividenden / 265
7.6.2 Balanstest en uitkeringstest / 265
7.6.3 Invloed loon en dividend op totale effectieve belastingdruk / 266
7.7 Concernopbouw: moeder- en dochtervennootschap en enkele specifieke regels / 268
7.7.1 Overname Star Pizza bv / 268
7.7.2 Good Taste bv verkrijgt aandelenbelang / 268
7.7.3 Deelnemingsvrijstelling / 270
7.7.3.1 Voorkoming economisch dubbele vennootschapsbelastingheffing / 270
7.7.3.2 Objectieve vrijstelling / 271
7.7.3.3 Deelneming en vrijstelling / 271
7.7.3.4 Aandeelhouder / 272
7.7.3.5 Deelneming en 5%-criterium / 273
7.7.3.6 Vrijstelling voor voordelen uit hoofde van een deelneming / 273
7.7.3.7 (Kwalificerende) beleggingsdeelneming / 273
7.7.3.8 Overzicht / 274
7.7.3.9 Specifieke antimismatchbepaling / 275
7.7.3.10 CFC-regel / 276
7.7.4 Aspecten van de financiering van een bv / 277
7.7.4.1 Wijze van financieren: eigen vermogen of vreemd vermogen / 277
7.7.4.2 Kwalificatie geldverstrekking / 280
7.7.4.3 Geldlening, rente en afwaardering / 281
7.7.4.4 Renteaftrek(beperkingen) / 282
7.7.4.5 Onzakelijke lening / 284
7.7.5 Een holdingstructuur / 285
7.7.6 Fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting / 286
7.7.6.1 Aansluiten bij bedrijfseconomische realiteit / 286
7.7.6.2 Voorwaarden / 287
7.7.6.3 Fiscale-eenheidsregime in EU/EER-situaties / 288
7.7.6.4 Voordelen en nadelen / 288
7.7.6.5 ‘Spoedreparatie’ / 289
7.7.6.6 Enkele bijzondere bepalingen / 290
7.7.7 Hybride mismatches / 291
7.8 Afronding / 292

8 Echtscheiding / 293
8.0 Inleiding / 293
8.1 Einde van het huwelijk / 293
8.2 Eigen woning / 295
8.2.1 Afkoelingsperiode / 295
8.2.2 Echtscheiding en toedeling van de woning aan Peter / 296
8.2.3 Peter verstrekt huisvesting aan Carolien / 296
8.2.4 Peter koopt Carolien uit / 298
8.3 Aanmerkelijkbelangaandelen / 299
8.3.1 Verdeling huwelijksgemeenschap / 299
8.3.2 Doorschuiven verkrijgingsprijs van Carolien naar Peter / 300
8.3.3 Overnameprijs van de aandelen / 301
8.3.4 Financiering van de aandelen / 301
8.4 Voorziening in het levensonderhoud / 302
8.4.1 Periodieke onderhoudsverplichting / 302
8.4.2 Afkoop van de onderhoudsverplichting / 303
8.5 Tot slot: afkoeling maakt warmte vrij / 304

9 Star Pizza bv gaat internationaal / 305
9.0 Inleiding / 305
9.1 Oorzaak van internationaal dubbele heffing / 306
9.2 Kan Nederland heffen over buitenlands inkomen van Star Pizza bv? / 307
9.3 Vestigingsplaats / 308
9.3.1 Beoordelen naar de omstandigheden / 308
9.3.2 Vestigingsplaatsfictie in de Wet VPB 1969 / 309
9.4 Kan België heffen van de in Nederland gevestigde Star Pizza bv? / 311
9.5 Vaste inrichting / 311
9.6 Heffingsmogelijkheden t.a.v. de huur in Nederland en België / 313
9.6.1 Kan Nederland heffen over buitenlands inkomen van Peter en Carolien? / 313
9.6.2 Kan België heffen over de huurinkomsten van Peter en Carolien? / 314
9.7 Mag Nederland heffen? / 314
9.7.1 Verdragen ter voorkoming van dubbele belasting / 314
9.7.1.1 Het OESO-Modelverdrag en het Nederlands Standaardverdrag / 315
9.7.1.2 Het belastingverdrag tussen België en Nederland / 316
9.7.2 Geen verdrag: Besluit ter voorkoming van dubbele belasting / 318
9.7.2.1 Geen andere voorziening / 318
9.7.2.2 Met naam en toenaam genoemde belastingen en inkomsten / 319
9.7.2.3 Voor inwoners van Nederland / 319
9.7.2.4 Onderworpenheid / 319
9.7.2.5 Een voorbeeld met Star Pizza bv / 320
9.8 Methoden ter voorkoming van dubbele belastingheffing / 320
9.8.1 De vrijstellingsmethode / 321
9.8.2 De objectvrijstelling / 322
9.8.3 De verrekeningsmethode / 323
9.9 Winstberekening van de vaste inrichting / 325
9.9.1 Indirecte methode / 325
9.9.2 Directe methode / 326
9.10 Deelneming in plaats van vaste inrichting? / 327
9.10.1 Binnenlandse of buitenlandse belastingplichtige? / 327
9.10.2 Deelnemingsvrijstelling in buitenlandse verhoudingen / 328
9.10.3 Moeder-dochterrichtlijn / 329

10 De verkoop van het concern / 331
10.0 Inleiding / 331
10.1 Waardebepaling van de aandelen / 332
10.2 Stille reserves / 333
10.3 Verkoopovereenkomst / 334
10.4 Activa/passiva-transactie / 335
10.4.1 Verkopende vennootschappen / 335
10.4.2 Koper / 336
10.5 Aandelentransactie / 337
10.5.1 Gevolgen verkopende vennootschap / 337
10.5.2 Gevolgen koper / 337
10.5.3 Renteperikelen koper / 338
10.6 Realisatie van de winstreserves / 339

11 Vermogensrendementsheffing / 341
11.0 Inleiding / 341
11.1 Ontstaansgeschiedenis forfaitair inkomen in box 3 / 342
11.2 Inkomen uit sparen en beleggen / 344
11.2.1 Algemeen / 344
11.2.2 Periode 2001-2022 / 344
11.2.3 Forfaitaire stelsel niet langer houdbaar; rechtsherstel / 345
11.2.4 Voordeel uit sparen en beleggen (2023-2025) / 348
11.2.5 Werkelijk rendement in 2026 / 351
11.3 Rendementsgrondslag / 352
11.3.1 Bestanddelen / 352
11.3.2 Uitsluitingen en vrijstellingen / 355
11.4 Belastingtarief / 356
11.5 Het vermogen van Peter en Carolien / 357
11.5.1 Box 3 en partnerschap / 357
11.5.2 Peter en Carolien / 358
11.6 Afronding / 359

12 Schenk- en erfbelasting / 361
12.0 Inleiding / 361
12.1 Schenkbelasting / 361
12.1.1 Belastbaar feit / 362
12.1.1.1 Wanneer is sprake van een schenking? / 362
12.1.1.2 Schenker woont in Nederland / 363
12.1.2 Belastingplichtige; subject van heffing / 364
12.1.3 Waarde van het object van schenking / 364
12.1.4 Belaste verkrijging; vrijstellingen en tarieven / 366
12.1.4.1 Vrijstellingen / 366
12.1.4.2 Tarieven / 368
12.1.4.3 Samentellen van verkrijgingen / 369
12.2 Erfbelasting / 371
12.2.1 Belastingplichtige; subject van heffing / 371
12.2.2 Verkrijging ‘krachtens erfrecht’ / 372
12.2.2.1 Algemeen / 372
12.2.2.2 Wettelijke verdeling / 372
12.2.3 Object van heffing / 374
12.2.4 Belaste verkrijging; vrijstellingen en tarieven / 375
12.2.4.1 Partnervrijstelling / 375
12.2.4.2 Samenvoegbepalingen / 377
12.3 Latente belastingschulden / 377
12.4 Bedrijfsopvolgingsfaciliteiten / 379
12.5 Formele aspecten / 380

13 Omzetbelasting / 381
13.0 Inleiding / 381
13.1 Europese btw en Nederlandse omzetbelasting / 384
13.2 Het stappenplan van de btw / 385
13.3 Ondernemerschap / 387
13.3.1 Functie van het ondernemerschap in de btw / 387
13.3.2 Consequenties van het ondernemerschap / 388
13.3.3 Elementen van de definitie van de term ‘ondernemer’ / 388
13.3.3.1 Ieder / 388
13.3.3.2 Zelfstandig / 390
13.3.3.3 Beroep of bedrijf (economische activiteit) / 391
13.3.3.4 Vestigingsplaats en vaste inrichting / 393
13.3.4 Overheid / 394
13.3.4.1 Als overheid of als ondernemer? / 394
13.3.4.2 Aftrek, compensatie of kostenpost? / 395
13.3.5 Houdstervennootschappen / 396
13.3.6 Fiscale eenheid / 398
13.3.6.1 Ondernemer voor de btw / 399
13.3.6.2 In Nederland gevestigd / 400
13.3.6.3 Verweven in financieel opzicht / 400
13.3.6.4 Verweven in economisch opzicht / 400
13.3.6.5 Verweven in organisatorisch opzicht / 401
13.3.6.6 Beschikking fiscale eenheid / 402
13.4 Belastbare feiten / 402
13.4.1 Algemeen / 402
13.4.2 Leveringen van goederen en diensten / 402
13.4.2.1 Onderscheid leveringen van goederen en diensten / 402
13.4.2.2 Bezwarende titel / 404
13.4.3 Invoer van goederen / 405
13.4.4 Intracommunautaire verwerving van goederen / 405
13.4.5 Toch geen belastbaar feit: de overdracht van een onderneming / 406
13.5 Plaats van de prestatie / 406
13.5.1 Plaats van de levering van goederen / 407
13.5.2 Afstandsverkopen / 408
13.5.3 Plaats van dienst / 409
13.5.3.1 Diensten aan ondernemers (B2B-diensten) / 409
13.5.3.2 Diensten aan niet-ondernemers (B2C-diensten) / 410
13.5.3 Plaats van de invoer van goederen / 410
13.5.4 Plaats van de intracommunautaire verwerving van goederen / 410
13.6 Maatstaf en tarief / 411
13.6.1 Maatstaf / 411
13.6.2 Tarief / 411
13.7 Vrijstellingen / 412
13.8 Verschuldigdheid van btw (persoon van wie de belasting wordt geheven) / 413
13.9 Het recht op aftrek van voorbelasting / 414
13.10 Wijze van heffing / 416
13.11 Administratieve verplichtingen / 418
13.12 Bijzondere regelingen / 419
13.13 Afronding / 419

14 Formeel belastingrecht / 421
14.0 Inleiding / 421
14.1 Vindplaats en onderscheid formeel en materieel belastingrecht / 421
14.2 Van materiële naar formele belastingschuld / 422
14.3 Aangifte / 422
14.3.1 Aangifteplicht / 422
14.3.2 Geen aangifte ontvangen / 424
14.3.3 Aangiftetermijn / 424
14.4 Tijdige indiening / 425
14.4.1 Aanslagbelastingen / 425
14.4.1.1 De indiening en beoordeling van aangiften / 425
14.4.1.2 Aanslagtermijn / 426
14.5 Aangiftebelastingen / 429
14.5.1 Van aangifte tot formele belastingschuld / 429
14.6 Afwijking formele van materiële belastingschuld / 429
14.6.1 Navordering bij aanslagbelastingen / 430
14.6.2 Naheffing bij aangiftebelastingen / 432
14.7 Informatieverplichtingen / 433
14.8 Geheimhouding / 435
14.9 Belastingplichtige weigert medewerking / 436
14.9.1 Te late indiening van aangiftebiljet bij aanslagbelastingen / 438
14.9.2 Verzuim bij aangiftebelastingen: geen (tijdige) aangifte en/of betaling / 439
14.9.3 Juiste indiening van aangifte / 441
14.9.4 Verzuim bij informatieverstrekking / 444
14.10 Bezwaar en beroep tegen belastingaanslagen / 444
14.10.1 Het conflict / 445
14.10.2 Bezwaar bij belastinginspecteur / 445
14.10.2.1 Massaal bezwaar / 447
14.10.2.2 Proceskostenvergoeding / 448
14.10.3 Beroep bij de rechtbank / 448
14.10.4 Hoger beroep bij het gerechtshof / 450
14.10.5 Beroep in cassatie bij de Hoge Raad / 450
14.10.6 Drie manieren om de doorlooptijd te versnellen / 453
14.10.7 Europese Hof van Justitie / 453
14.10.8 Alternatieve mogelijkheden / 454
14.11 Rechtsbeginselen / 455
14.12 Vertrouwensbeginsel / 456
14.12.1 Algemeen / 457
14.12.2 Algemene inlichtingen / 458
14.12.3 Aanslagregeling voorafgaande jaren / 458
14.12.4 Toezegging of afspraak / 460
14.12.5 Boekenonderzoek / 460
14.12.6 Beleidsregels / 461
14.13 Gelijkheidsbeginsel / 461
14.13.1 Gelijkheidsbeginsel als beginsel van behoorlijke wetgeving / 462
14.13.2 Gelijkheidsbeginsel als beginsel van behoorlijk bestuur / 464
14.13.2.1 Begunstigend beleid / 464
14.13.2.2 Geen beleid: meerderheidsregel / 465
14.14 Afronding / 466

15 De Europese Unie en het belastingrecht / 467
15.0 Inleiding / 467
15.1 Status en ontwikkeling van het Unierecht / 469
15.1.1 De bronnen van het gemeenschapsrecht / 471
15.1.2 De Europese instellingen in het kort / 473
15.2 Verdragen / 475
15.3 Voorbeeld positieve integratie / 476
15.4 Voorbeeld negatieve integratie / 478
15.4.1 Rechtvaardigingsgronden / 479
15.4.2 Verkapte discriminatie / 480
15.5 De zes vrijheden / 480
15.5.1 Vrij reizen en verblijven / 481
15.5.2 Vrij verkeer van goederen / 481
15.5.3 Vrij verkeer van werknemers en zelfstandigen / 482
15.5.3.1 Vrij verkeer van werknemers / 482
15.5.3.2 Vrij verkeer van zelfstandigen / 483
15.5.3.3 Emigratieheffingen / 483
15.5.4 Vrij verkeer van diensten / 487
15.5.5 Vrij verkeer van kapitaal / 488
15.6 Geharmoniseerde aanpak belastingontwijking / 488
15.6.1 Anti-belastingontwijkingsrichtlijn / 490
15.6.2 Samenwerking / 492
15.7 Rechtsbescherming / 493
15.8 Afronding / 494

Trefwoordenregister / 495

Managementboek Top 100

Rubrieken

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden

        Inleiding Belastingheffing ondernemingen en particulieren 2023