Prof.dr. A.T.J.M. Jacobs is hoogleraar sociaal recht en sociale politiek aan de Universiteit van Tilburg.
Meer over Antoine JacobsPensioenrecht
De sociaalrechtelijke en sociaalpolitieke aspecten
Paperback Nederlands 2017 2e druk 9789013142488Samenvatting
De hogere pensioenleeftijd, het AOW-gat, de dekking van pensioenfondsen… door alles wat in de pensioenwereld speelt, is de Pensioenwet 2006 de laatste jaren ingrijpend gewijzigd – en er komen nog vele wijzigingen aan. Het pensioenrecht is dus danig in beweging. Deze uitgave geeft een overzicht van alle sociaalpolitieke en sociaaljuridische ontwikkelingen.
Bevat menige pensioenregeling geen leeftijdsdiscriminatie? Moeten zelfstandigen zich niet bij een pensioenfonds kunnen aansluiten? En moeten pensioenfondsen wel beleggen in hedgefunds? Er verandert veel in de pensioenwereld en dus ontstaan continu nieuwe vragen. Voor antwoord op deze vragen vindt u in Pensioenrecht - de sociaalrechtelijke en sociaalpolitieke aspecten up-to-date informatie over het pensioenrecht in Nederland. De wetgeving, rechtspraak, nieuwsberichten, beleidsvoornemens en kritische beschouwingen zijn bijgewerkt tot december 2016.
De meeste uitgaven over het pensioenrecht zijn geschreven voor fiscale specialisten, pensioenadvocaten en rechters. Deze uitgave richt zich op alle personen die betrokken zijn bij de vormgeving van pensioenrechtbeleid, zoals bestuurders van pensioenfondsen en verzekeraars, deskundigen van werkgeversorganisaties, leden van ondernemingsraden, politici en journalisten. In deze editie zijn alle nieuwe wetgeving en rechtspraak, beleidsvoornemens en ontwikkelingen in het pensioenveld meegenomen, waardoor het ook perfect geschikt is als studiemateriaal voor studenten in het hoger en wetenschappelijk onderwijs die pensioenrecht in hun pakket hebben.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
1.1. Inleiding / 1
1.2. Verschillende regelingen voor ouderdomspensioen / 2
1.3. Drie pijlers, twee financieringen; ’s wereld beste, maar toekomstbestendig? / 3
II. Het wettelijk ouderdomspensioen / 9
2.1. Inleiding/recente geschiedenis van het wettelijk ouderdomspensioen / 9
2.2. De rechtsregeling van de AOW / 10
2.2.1. Volksverzekering / 10
2.2.2. Opbouwkarakter / 10
2.2.3. Buitenlandgevallen / 12
2.2.4. Vrijwillige verzekering / 14
2.2.5. Uitkeringssystematiek / 16
2.2.6. Het samenwooncriterium / 18
2.2.7. Koppeling (indexatie) / 21
2.2.8. Financiering / 23
2.2.9. Uitvoering en handhaving / 24
2.2.10. Geschillen / 24
2.3. Opdat de AOW betaalbaar blijft / 25
2.3.1. De eerste zorgen en voorstellen / 25
2.3.2. Verbreding van de financieringsgrondslag onder AOWgerechtigden of ook wel ‘fiscalisering’ genaamd / 26
2.3.3. Optrekking AOW-gerechtigde leeftijd / 27
2.3.4. Overgangsmaatregelen met betrekking tot optrekking AOW-gerechtigde leeftijd / 32
III. De aanvullende pensioenvoorziening / 35
3.1. Korte geschiedenis van de aanvullende pensioenvoorziening en haarregulering / 35
3.2. Het juridisch begrippenkader van de aanvullende pensioenvoorziening / 41
3.2.1. Pensioen als arbeidsvoorwaarde / 41
3.2.2. De Pensioenovereenkomst / 42
3.2.3. De uitvoeringsovereenkomst, het uitvoeringsreglement en het pensioenreglement / 45
3.2.4. Een driepartijenverhouding / 47
3.2.5. Wijzigingen in de pensioenovereenkomst, het pensioenreglement, de uitvoeringsovereenkomst en het uitvoeringsreglement / 47
3.3. De pensioenuitvoerders / 51
3.3.1. Pensioenfondsen in het algemeen / 52
3.3.2. De bedrijfstakpensioenfondsen / 55
3.3.3. Ondernemingspensioenfondsen / 55
3.3.4. Private/Commerciële Pensioenverzekeraars. / 58
3.3.5. Buitenlandse pensioeninstellingen en verzekeraars / 60
3.3.6. Nieuwe type pensioenuitvoerders: API, PPI, Multi-Opf, Algemeen Pensioenfonds / 61
3.3.7. Wie bepaalt de onderbrenging? / 64
3.3.8. Uitbetaling van pensioenen / 65
3.4. De financiering en de kosten van de aanvullende pensioenvoorziening / 65
3.4.1. Kapitaaldekkings- vs. omslagstelsel / 65
3.4.2. Premie-inkomsten / 65
3.4.3. Premie en kostprijs / 66
3.4.4. Het opbrengen van de premie / 69
3.4.5. De kosten van de aanvullende pensioenvoorziening / 72
3.5. De rol van de wetgever, de sociale partners en de medezeggenschap / 74
3.6. Witte vlekken/pensioenplicht / 80
3.7. Het ambitieniveau van de aanvullende pensioenvoorziening / 84
3.8. Indexatie (toeslagverlening) / 87
3.9. De pensioengrondslag en de franchise / 92
3.10. Pensioenbreuk en waardeoverdracht / 93
3.10.1. Het probleem / 93
3.10.2. Waardeoverdracht in de Pensioenwet / 94
3.10.3. De oude gevallen van pensioenbreuk / 96
3.10.4. De pensioenbreuk van arbeidsongeschikten / 97
3.10.5. De pensioenbreuk door overgang onderneming / 98
3.10.6. Afkoop, vervreemding, invordering en verpanding / 99
3.10.7. Verjaring / 100
3.10.8. Pensioenbreuk door buitenlandsituaties / 101
3.11. De gelijke behandeling in de aanvullende pensioenvoorziening / 101
3.11.1. Ongelijke behandeling mannen en vrouwen / 102
3.11.2. Ongelijke behandeling voltijders/deeltijders / 104
3.11.3. Ongelijke behandeling naargelang functie en in flexarbeid / 106
3.11.4. Ongelijke behandeling naar burgerlijke staat / 107
3.11.5. Ongelijke behandeling naar leeftijd / 107
3.11.6. Ongelijke behandeling gehandicapten / 109
3.11.7. Pensioen en echtscheiding / 109
3.12. Pensioenregelingen / 111
3.12.1. Drie soorten pensioenovereenkomsten / 111
3.12.2. Kapitaalovereenkomsten / 113
3.12.3. Uitkeringsovereenkomsten – eindloon- en middelloonstelsels / 113
3.12.4. Premieovereenkomsten (Beschikbare premieregelingen) / 114
3.12.5. De CDC-regelingen / 120
3.13. Invaliditeitspensioen, nabestaandenpensioen en uitruil ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen / 121
3.13.1. Arbeidsongeschiktheid- of Invaliditeitspensioenen / 122
3.13.2. Nabestaanden- of partnerpensioenen / 123
3.13.3. Een recht op uitruil / 125
3.14. Meer variaties in hoogte ouderdomspensioen / 126
3.15. Pensioeninformatie en -communicatie / 128
3.16. Toetredingsleeftijd en wachttijden / 131
3.17. Pensioneringsleeftijd en de VUT-regelingen / 132
3.18. Fiscale aspecten / 135
3.19. Pensioenfondsen en hun nevenactiviteiten / 139
3.20. Het beleggingsbeleid van de pensioenfondsen / 141
3.20.1. Het beleggingsbeleid en het rendementsdenken / 141
3.20.2. De kwaliteit van het beleggingsbeleid / 144
3.20.3. Juridische aspecten van het beleggingsbeleid / 148
3.20.4. De organisatie van het beleggingsbeleid / 151
3.21. De omvang van de pensioenvermogens / 153
3.21.1. Het meten van de pensioenvermogens: de dekkingsgraad / 153
3.21.2. De levensverwachting / 154
3.21.3. De rendementen / 155
3.21.4. De rekenrente / 156
3.21.5. De inflatie / 158
3.22. Van overreserves naar onderdekking / 158
3.22.1. De vette jaren / 158
3.22.2. De magere jaren / 160
3.23. Naar een hardere greep op de solvabiliteit van pensioenfondsen / 163
3.23.1. Naar steeds scherpere eisen / 163
3.23.2. Het vereist eigen vermogen en het minimaal vereist eigen vermogen / 164
3.23.3. Variabele grootheden / 164
3.23.4. Herstelplannen / 165
3.23.5. De pensioenpremie / 167
3.23.6. Eisen aan de solvabiliteit bij niet-uitkeringsovereenkomsten en andere pensioenuitvoerders / 170
3.24. Het bestuur van de pensioenfondsen / 171
3.24.1. Inleiding / 171
3.24.2. De samenstelling van de pensioenfondsbesturen / 172
3.24.3. De kwaliteit van de pensioenfondsbesturen / 175
3.24.4. Splitsing tussen bestuur en uitvoering / 177
3.24.5. Medezeggenschap bij commerciële verzekeraars / 178
3.25. Het extern toezicht op de pensioenfondsen en pensioenverzekeraars / 179
3.26. Het systeem van verplichtstelling van bedrijfstakpensioenfondsen / 180
3.26.1. Het idee van de verplichtstelling / 180
3.26.2. Kritiek op de verplichtstelling / 181
3.26.3. De Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 / 182
3.26.4. De toekomst van de verplichtstelling / 185
3.27. Pensioengeschillen / 188
3.28. Zelfstandigen / 190
3.29. Toekomst van de aanvullende pensioenvoorziening / 193
3.29.1. Naar een nieuw type uitkeringsovereenkomst / 193
3.29.2. Naar meer marktwerking en flexibiliteit / 196
3.29.3. Overwegingen / 199
IV. De individuele pensioenvoorziening / 203
4.1. Meer nadruk op de derde pijler? / 203
V. Internationaal / 209
5.1. Inleiding / 209
5.2. De internationale minimumnormen / 210
5.3. De internationale coördinatie van de pensioenen / 213
5.3.1. De coördinatie van het wettelijke ouderdomspensioen / 213
5.3.2. De coördinatie van het aanvullend ouderdomspensioen / 215
5.4. De gelijke behandeling / 218
5.5. Meer internationale normen met betrekking tot pensioenfondsen / 219
5.6. Internationale opvattingen over een houdbare pensioenvoorziening / 224
5.7. Pensioenen bij multinationals / 228
5.8. Pensioen bij de buren / 229
Bijlage / 235
De wettelijke uitkeringsregelingen voor nabestaanden en
arbeidsongeschikten / 235
Trefwoordenregister / 239
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan