Asser Procesrecht 2 - Eerste aanleg

Voorwoord bij eerdere drukken IX
Voorwoord bij de derde druk XI
Uitgebreide inhoudsopgave XVII
Enige afkortingen XXV
Lijst van verkort aangehaalde literatuur XXIX

Hoofdstuk 1 - Inleiding 1
1.1 Inhoud en opzet van dit boek 1
1.2 ‘Interessenjurisprudenz’ in het burgerlijk procesrecht 2
1.3 De verwevenheid van het burgerlijk procesrecht met het burgerlijk recht 19

Hoofdstuk 2 - Algemene aspecten van de civielrechtelijke procedure in eerste aanleg 31
2.1 Procederen bij dagvaarding of verzoekschrift 31
2.2 Toepasselijk recht 35
2.3 Absolute en relatieve bevoegdheid 36
2.4 Advocatenbijstand 49

Hoofdstuk 3 - De partijen in een procedure 55
3.1 De partijen in een procedure 55
3.2 Het tweepartijenstelsel 56
3.3 Partijwaardigheid en procedeerbevoegdheid 61
3.4 De procedure ten behoeve van een ander 67
3.5 Processuele ondeelbaarheid 69
3.6 De betrokkenheid van derden in de procedure 72
3.7 Vrijwaring 73
3.8 Voeging en tussenkomst door derden 81
3.9 Gedwongen tussenkomst 86
3.10 Verwijzing en voeging van zaken 90

Hoofdstuk 4 - De regelmatig verlopende dagvaardings- en
verzoekschriftprocedure 97
4.1 De dagvaardingsprocedure 97
4.2 De verzoekschriftprocedure 129

Hoofdstuk 5 - Verstek en verzet 133
5.1 Verstek van de eiser 133
5.2 Verstek van de gedaagde 134
5.3 Verzet 142

Hoofdstuk 6 - Het processuele debat. De rolverdeling tussen partijen en rechter 153
6.1 De positie van de rechter in het processuele debat 153
6.2 De positie van partijen in het processuele debat 160
6.3 Het oordeel van de rechter 167

Hoofdstuk 7 - De uitspraak 185
7.1 Inleiding 185
7.2 Het vonnis 186
7.3 Eindvonnis en tussenvonnis 189
7.4 Eindbeslissingen en tussenbeslissingen 193
7.5 Het deelvonnis 196
7.6 Uitleg, rectifi catie en aanvulling van het vonnis 198
7.7 De beschikking 204
7.8 Kracht van gewijsde 206
7.9 Uitvoerbaarverklaring bij voorraad 211

Hoofdstuk 8 - De proceskostenveroordeling 219
8.1 Algemene aspecten van art. 237 Rv 219
8.2 Afwijkingen van art. 237 Rv 224
8.3 Wettelijke rente over de proceskosten 227
8.4 Nakosten 228
8.5 Proceskosten en buitengerechtelijke kosten 228
8.6 Proceskostenveroordelingen in meerpartijenprocedures 230
8.7 Proceskostenveroordelingen in verzoekschriftprocedures 232

Hoofdstuk 9 - Het gezag van gewijsde 235
9.1 Inleiding 235
9.2 Het gezag van gewijsde mag niet ambtshalve worden toegepast 238
9.3 Kracht van gewijsde als voorwaarde voor gezag van gewijsde 240
9.4 De objectieve omvang van het gezag van gewijsde 243
9.5 De subjectieve omvang van het gezag van gewijsde 250
9.6 Het gezag van gewijsde van buitenlandse uitspraken 252
9.7 Het gezag van gewijsde en Europees recht 253
9.8 Het gezag van gewijsde van beschikkingen 254
9.9 Het gezag van gewijsde van uitspraken van de bestuursrechter 255
9.10 Geen gezag van gewijsde van tuchtrechtelijke uitspraken 258

Hoofdstuk 10 - Beëindiging van de procedure anders dan door een uitspraak 259
10.1 Inleiding 259
10.2 Doorhaling (royement) 259
10.3 Eenzijdige afstand van instantie 262
10.4 Verval van instantie 265
10.5 Ontslag van instantie 268

Hoofdstuk 11 - Procedurele verwikkelingen 271
11.1 Inleiding 271
11.2 Wijziging van de eis 271
11.3 De eis in reconventie 276
11.4 Schorsing van de procedure 284

Hoofdstuk 12 - Incidentele vorderingen 293
12.1 Inleiding 293
12.2 Een open systeem van incidenten – met risico’s 295
12.3 Voorlopige voorzieningen 295
12.4 Zekerheidstelling voor proceskosten 299
12.5 De incidentele vordering tot uitvoerbaarverklaring bij voorraad 303
12.6 De incidentele vordering dat alsnog zekerheid wordt gesteld 306
12.7 De vordering om de executie te staken tegen het stellen van zekerheid 309
12.8 De vordering dat de voorwaarde voor executie wordt opgeheven of gewijzigd 309
12.9 De excepties van onbevoegdheid 309
12.10 De exceptie van beraad 310

Zakenregister 313
Wetsartikelenregister 319
Jurisprudentieregister 331