Transitiefunctie in het ontslagrecht en werkloosheidsrecht
Gebonden Nederlands 2023 1e druk 9789013173147Samenvatting
Deze titel bespreekt de gerichtheid van wettelijke regelingen in het ontslagrecht en werkloosheidsrecht op bevordering van van-werk-naar-werk-transities van ontslagen werknemers. Er is beoogd om de ontwikkeling, positie, omvang en wenselijkheid van de transitiefunctie in het sociaal recht te bepalen. Daarnaast wordt ook de verdeling van de verantwoordelijkheid voor bevordering van VWNW-transities behandeld.
In deze publicatie wordt de transitiefunctie in het ontslagrecht en het werkloosheidsrecht geanalyseerd. Daarmee is beoogd om de ontwikkeling, positie, omvang en wenselijkheid van de transitiefunctie in het sociaal recht te bepalen. Transitiefunctie in het ontslagrecht en werkloosheidsrecht richt zich daarnaast op de verdeling van de verantwoordelijkheid voor bevordering van VWNW-transities, aangeduid als transitieverantwoordelijkheid. Onderzocht is op welke wijze transitieverantwoordelijkheid is verdeeld over de verschillende arbeidsmarktactoren, waarbij onderscheid is aangebracht tussen het publieke, private en collectieve niveau van de arbeidsmarkt.
Daarbij zijn de recente voorstellen van het kabinet en de sociale partners betrokken die zien op een toekomstige arbeidsmarktinfrastructuur die gericht is op de bevordering van VWNW-transities. Geanalyseerd is wat deze voorstellen en de verantwoordelijkheidsverdeling daarin betekenen voor de belangen van werkgever en werknemers – individueel en collectief – en het publieke belang. Naar aanleiding van deze analyse zijn randvoorwaarden geformuleerd waaraan deze toekomstige VWNW-infrastructuur zou moeten voldoen, in het bijzonder gelet op de belangen van werknemers.
Dit onderzoek sluit aan bij ontwikkelingen in het ontslagrecht, aanpalende werkloosheidsrecht, Europese en nationale arbeidsmarktbeleid. De wijzigingen in de bijbehorende rechtsgebieden en de ontwikkelingen in het bredere arbeidsmarktbeleid laten zien dat de bevordering van de transities inmiddels een centrale plaats inneemt in het sociaal recht en het nationale arbeidsmarktbeleid. Dit blijkt onder meer uit de plannen van het kabinet en de sociale partners tot de oprichting en inrichting van een arbeidsmarktinfrastructuur die gericht is op bevordering van VWNW-transities. Bij het oprichten en uitvoeren van een dergelijke arbeidsmarktinfrastructuur zullen veel partijen betrokken zijn en de voorgestelde verantwoordelijkheidsverdeling voor deze structuur heeft gevolgen voor individuele werkgevers en werknemers, werkgeversorganisaties, vakbonden en de overheid.
In deze publicatie komen ook de voorgenomen plannen en de voorgestelde verantwoordelijkheidsverdeling voor deze structuur aan bod. Daarbij zijn belangrijke randvoorwaarden geformuleerd waaraan deze arbeidsmarktinfrastructuur moet voldoen, gelet op de belangen van werkgevers en werknemers (individueel en collectief) en het publieke belang.
Transitiefunctie in het ontslagrecht en werkloosheidsrecht is van grote waarde voor arbeidsrechtjuristen, socialezekerheidsrechtjuristen en sociologen.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
1.1 Introductie & aanleiding 1
1 Introductie 1
2 Aanleiding 1
1.2 Probleemstelling, doelstelling en afbakening 3
3 Probleemstelling 3
4 Doelstelling 5
5 Afbakening 7
1.3 Introductie van het model 8
6 Algemeen 8
7 De gezichtspunten 8
8 De uitlegfactoren 9
9 De uitlegmethoden 9
1.4 Methode & verantwoording 10
10 Methode & verantwoording 10
1.5 Plan van behandeling 11
11 Plan van behandeling 11
2 DE UITLEGMETHODEN 13
2.1 Inleiding 13
12 Van de wettelijke uitlegregels onder het Oud Burgerlijk Wetboek naar de Haviltex-maatstaf 13
13 De Haviltex-maatstaf en de wilsvertrouwensleer 14
14 De cao-norm 15
15 Een vloeiende overgang tussen de Haviltex-maatstaf en de cao-norm 16
16 De uitlegmethode vormt de techniek 16
2.2 De zuiver subjectieve uitlegmethode 17
17 Algemeen 17
18 Geen toepassing in de vorm van de Haviltex-maatstaf of cao-norm 18
19 Enkele voorbeelden ter illustratie 19
20 Verschillen met de andere geïdentificeerde subjectieve uitlegmethoden 19
21 Belang in de praktijk 20
22 Tussenconclusie 22
2.3 De principieel subjectieve uitlegmethode 22
23 Algemeen 22
24 Toepassing in de vorm van de Haviltex-maatstaf 23
25 Enkele kanttekeningen 23
26 Verschillen met de andere geïdentificeerde subjectieve uitlegmethoden 24
27 Belang in de praktijk 25
28 Tussenconclusie 25
2.4 De gesubjectiveerde uitlegmethode 25
29 Algemeen 25
30 Toepassing in de vorm van de Haviltex-maatstaf 26
31 Enkele voorbeelden ter illustratie 27
32 Verschillen met de andere geïdentificeerde subjectieve uitlegmethoden 28
33 Belang in de praktijk 29
34 Tussenconclusie 29
2.5 De neutrale uitlegmethode 30
35 Algemeen 30
36 Belang in de praktijk 30
2.6 De geobjectiveerde uitlegmethode 31
37 Algemeen 31
38 Toepassing in de vorm van de Haviltex-maatstaf 31
39 Enkele voorbeelden ter illustratie 32
40 De voorshands taalkundige uitleg 36
41 Verschillen met de andere geïdentificeerde objectieve uitlegmethoden 40
42 Belang in de praktijk 41
43 Tussenconclusie 42
2.7 De principieel objectieve uitlegmethode 42
44 Algemeen 42
45 Toepassing in de vorm van de Haviltex-maatstaf 43
46 Enkele kanttekeningen 44
47 Verschillen met de andere objectieve uitlegmethoden 46
48 Belang in de praktijk 46
49 Tussenconclusie 47
2.8 De zuiver objectieve uitlegmethode 47
50 Algemeen 47
51 Overwegend doch niet uitsluitend toepassing in de vorm van de cao-norm 47
52 Enkele voorbeelden ter illustratie 50
53 Verschillen met de andere geïdentificeerde uitlegmethoden 53
54 Belang in de praktijk 54
55 Tussenconclusie 54
2.9 De contra proferentem uitlegmethode 55
56 Algemeen 55
57 De algemene contra proferentem uitlegmethode 55
58 De specifieke contra proferentem uitlegmethode voor de uitleg van consumentenovereenkomsten 57
59 Een drietrapsraket 57
60 Positie van de contra proferentem uitlegmethode in het continuüm 60
61 Belang in de praktijk 60
62 Tussenconclusie 61
2.10 Conclusie 62
63 Samenvattend 62
3 DE UITLEGFACTOREN 65
3.1 Inleiding 65
64 Algemeen 65
65 Een subjectieve of een objectieve aard 67
66 Het relatieve gewicht dat aan de uitlegfactoren toekomt 67
67 Rol van de uitlegfactoren in het model 67
68 Uitsluiting uitlegfactoren vs. Afwezigheid uitlegfactoren 68
3.2 De aard van de uitlegfactoren 69
69 Een subjectieve aard 69
70 Een objectieve aard 70
71 Enkele voorbeelden ter illustratie 70
3.3 De bedoelingen en verwachtingen van partijen 71
72 Algemeen 71
73 De samenhang met de wilsvertrouwensleer en de Haviltex-maatstaf 72
74 De bedoelingen en verwachtingen van de contracterende partijen 74
75 Een subjectieve uitlegfactor 74
76 Enkele voorbeelden ter illustratie 74
77 Een objectieve uitlegfactor 76
78 Enkele voorbeelden ter illustratie 77
79 Tussenconclusie 78
3.4 Taalkundige betekenis van de bewoordingen 79
3.4.1 Inleiding 79
80 Algemeen 79
81 Nadere afbakening 80
82 De voorshands taalkundige uitleg 81
83 Wijze van vaststelling van de taalkundige betekenis 81
3.4.2 Het woordenboek 82
84 Een objectieve uitlegfactor 82
85 Verschillende betekenissen volgens het woordenboek 83
86 Samenhang met het normale spraakgebruik 84
3.4.3 Het normale spraakgebruik 84
87 Een objectieve uitlegfactor 84
88 Enkele voorbeelden ter illustratie 85
3.4.4 Tussenconclusie 86
89 ‘De taalkundige betekenis van de bewoordingen’ krijgt gestalte in de vorm van ‘het woordenboek’ en ‘het normale spraakgebruik’ 86
3.5 De juridische betekenis 86
90 Een objectieve uitlegfactor 86
91 Enkele voorbeelden ter illustratie 87
3.6 De contractuele definitie 88
92 Algemeen 88
93 Een objectieve uitlegfactor 89
94 Een subjectieve uitlegfactor 89
95 Enkele voorbeelden ter illustratie 90
3.7 De totstandkomingsgeschiedenis 92
96 Algemeen 92
97 Een subjectieve uitlegfactor 92
98 Een objectieve uitlegfactor 93
99 Enkele voorbeelden ter illustratie 93
100 Getuigenverklaringen 96
3.8 De uitvoering van de overeenkomst 97
101 Algemeen 97
102 Een objectieve uitlegfactor 98
103 Een subjectieve uitlegfactor 99
104 Dynamische uitleg? 99
3.9 De handelsgebruiken 100
105 Algemeen 100
106 Een objectieve uitlegfactor 101
107 Een subjectieve uitlegfactor 102
108 Enkele voorbeelden ter illustratie 103
3.10 De verkeersopvattingen 104
109 Een objectieve uitlegfactor 104
110 Enkele voorbeelden ter illustratie 105
3.11 De structuur en vormgeving van de overeenkomst 106
111 Algemeen 106
112 Een objectieve uitlegfactor 107
113 Een subjectieve uitlegfactor 107
114 De considerans 108
115 De interne structuur van de overeenkomst 108
116 De in de overeenkomst gebruikte kopjes 111
117 Een addendum 112
118 Een bijlage 112
119 Een toelichting 112
3.12 De wet en aanverwante instrumenten 114
120 Een objectieve uitlegfactor 114
121 Enkele voorbeelden ter illustratie 114
122 Internationale dimensie 116
123 De transnationale beginselen 117
3.13 Conclusie 117
124 Samenvattend 117
4 DE GEZICHTSPUNTEN 121
4.1 Inleiding 121
125 Algemeen 121
126 De omstandigheden van het geval 121
4.2 De hoedanigheid van partijen 123
4.2.1 Inleiding 123
127 Algemeen 123
128 Nadere afbakening 123
4.2.2 Professionele partijen 124
129 Algemeen 124
130 Nader onderscheid tussen commerciële en nietcommerciële partijen 125
131 Professionele commerciële partijen 126
132 Professionele niet-commerciële partijen 127
133 Ongelijkwaardigheid tussen professionele partijen 128
134 Gelijkwaardige professionele partijen 130
4.2.3 Niet-professionele partijen 131
135 Algemeen 131
136 Consumenten 131
137 Natuurlijke personen die handelen buiten het eigen beroep- of bedrijfsterrein 133
138 Rechtspersonen 133
4.2.4 Tussenconclusie 134
4.3 De genoten deskundige bijstand 134
139 Algemeen 134
140 Enkele voorbeelden ter illustratie 135
4.4 De betrokkenheid van derden 137
141 Algemeen 137
142 Het voorzienbare aantal derden 139
143 De hoedanigheid van de derden 141
144 De belangen van de derden 142
4.5 De aard van de overeenkomst 143
145 Algemeen 143
146 Enkele voorbeelden ter illustratie 145
4.6 Het doel van de overeenkomst 147
147 Algemeen 147
148 Een voorbeeld ter illustratie 148
4.7 De strekking van de overeenkomst 148
149 Algemeen 148
150 Enkele voorbeelden ter illustratie 150
4.8 De omvang en gedetailleerdheid van de overeenkomst 151
151 Algemeen 151
152 Enkele voorbeelden ter illustratie 151
4.9 De aard van het beding 153
153 Algemeen 153
154 Enkele voorbeelden ter illustratie 153
4.10 De aannemelijkheid van de rechtsgevolgen 155
155 Algemeen 155
156 Enkele voorbeelden ter illustratie 156
157 Business common sense 158
4.11 De wijze van totstandkoming 159
158 Algemeen 159
159 Enkele voorbeelden ter illustratie 159
4.12 De nationaliteit van de contractspartijen 161
160 Algemeen 161
161 Enkele voorbeelden ter illustratie 162
4.13 De overeengekomen (uitleg)bepalingen 164
162 Algemeen 164
163 Enkele voorbeelden ter illustratie 165
4.14 De buitenlandse herkomst van contractuele bepalingen 168
164 Algemeen 168
165 Enkele voorbeelden ter illustratie 169
4.15 De taal van de overeenkomst 170
166 Algemeen 170
167 Enkele voorbeelden ter illustratie 171
4.16 Conclusie 172
168 Samenvattend 172
5 DE WERKING VAN HET BEWIJSRECHT BIJ DE CONTRACTSUITLEG NAAR HUIDIG NEDERLANDS RECHT 175
5.1 Inleiding 175
169 Algemeen 175
5.2 De wettelijke stelplicht en bewijslastverdeling 177
5.2.1 De stelplicht 177
170 Algemeen 177
171 Vaststaande feiten 178
172 De stelplicht in het licht van het in dit boek in kaart gebrachte model 178
5.2.2 De bewijslastverdeling 179
173 Geen bewijslevering 179
174 De bewijslastverdeling in algemene zin 180
175 De bewijslastverdeling in het licht van het in dit boek in kaart gebrachte model 180
176 De betwisting nader bezien 182
177 De bewijslastverdeling bij bevrijdende en bestrijdende verweren 184
5.2.3 Het voorshands uitlegoordeel en de voorshands taalkundige uitleg in het bijzonder 185
178 Algemeen 185
179 Een voorshands uitlegoordeel 185
180 Een voorshands taalkundig uitlegoordeel 186
181 De bewijslastverdeling bij de voorshands taalkundige uitleg 188
182 Nadere bewijslevering bij de voorshands taalkundige uitleg 188
183 Tegenbewijs bij de voorshands taalkundige uitleg 189
184 Verschil met het feitelijk vermoeden 191
5.2.4 Bewijsregels voor de contractsuitleg 193
185 Algemeen 193
186 Het arrest Coface/Intergamma 193
187 De uitleg van Anglo-Amerikaanse ‘boilerplate’-bedingen 195
188 Bewijsregels voor de contractsuitleg wenselijk? 198
5.3 Enkele wettelijke bewijsmiddelen nader beschouwd 199
5.3.1 Algemene introductie van de bewijsmiddelen 199
189 De bewijsmiddelen en de waardering van het bewijs door de rechter in algemene zin 199
190 De vrijheid van de rechter om de overeenkomst zelfstandig uit te leggen 200
5.3.2 Geschriften en akten 202
191 Geschriften in algemene zin 202
192 Akten in algemene zin: onderhands vs. authentiek 202
193 De bewijskracht van akten 204
194 De doorwerking van akten in het model 206
195 Tegenbewijs tegen een akte 209
5.3.3 Partij- en getuigenverklaringen 210
196 Partij- en getuigenverklaringen in algemene zin 210
197 De bewijskracht van partij- en getuigenverklaringen 211
198 De doorwerking van partij- en getuigenverklaringen in het model 212
5.4 Contractueel afwijken van het wettelijk bewijsrecht in Rv 214
199 Een bewijsovereenkomst 214
200 De doorwerking van bewijsafspraken in het model 215
5.5 Het arbitraal bewijsrecht 217
201 Algemeen 217
202 Het Nederlandse arbitraal bewijsrecht 217
203 De stelplicht en bewijslastverdeling 219
204 Het gebruik van de voorshands taalkundige uitleg 220
205 De bewijsmiddelen 221
206 Waardering van het bewijs door het scheidsgerecht 222
207 Bewijsafspraken 223
5.6 Conclusie 224
208 Samenvattend 224
6 RECHTSVERGELIJKING: ENGELS RECHT 227
6.1 Inleiding 227
209 Algemeen 227
6.2 De uitlegmethoden 229
6.2.1 De zuiver objectieve uitlegmethode 229
210 Algemeen 229
211 Uitsluiting van het subjectieve partijperspectief 229
212 De zuiver objectieve uitlegmethode in de praktijk 231
6.2.2 De contra proferentem uitlegmethode 233
213 Algemeen 233
214 De algemene contra proferentem uitlegmethode 233
215 De specifieke contra proferentem uitlegmethode voor de uitleg van consumentenovereenkomsten 235
6.2.3 Tussenconclusie 237
216 De zuiver objectieve uitlegmethode domineert 237
217 De rol van de contra proferentem uitlegmethode is beperkt 237
6.3 De uitlegfactoren 238
6.3.1 Inleiding 238
218 Algemeen 238
6.3.2 The natural and ordinary meaning 239
219 Algemeen 239
220 Het normale spraakgebruik en het woordenboek 240
221 De contractuele definitie 240
222 De handelsgebruiken en de juridische betekenis 241
223 Het belang van de omstandigheden van het geval 241
6.3.3 De structuur en vormgeving van de overeenkomst 242
224 Algemeen 242
225 Afwijken van ‘the natural and ordinary meaning’? 243
6.3.4 Uitsluiting van de uitlegfactoren ‘de totstandkomingsgeschiedenis’ en ‘de uitvoering van de overeenkomst’ 244
226 Uitsluiting van de uitlegfactor ‘de totstandkomingsgeschiedenis’ 244
227 Uitsluiting van de uitlegfactor ‘de uitvoering van de overeenkomst’ 246
228 Vergelijking met het Nederlandse recht 246
229 Nuancering van het Engelse standpunt wenselijk? 247
6.3.5 Tussenconclusie 248
230 De uitlegfactor ‘the natural and ordinary meaning’ domineert 248
231 Uitsluiting van de uitlegfactoren ‘de totstandkomingsgeschiedenis’ en ‘de uitvoering van de overeenkomst’ is opmerkelijk 249
6.4 De gezichtspunten 250
6.4.1 Inleiding 250
232 Algemeen 250
6.4.2 De gezichtspunten in algemene zin 250
233 Enkele voorbeelden ter illustratie 250
234 Toenemende rol van de ‘factual matrix’ 253
6.4.3 Het gezichtspunt ‘de overeengekomen (uitleg)bepalingen’ 254
235 Algemeen 254
236 De invloed van een ‘no oral modification clause’ en ‘entire agreement clause’ nader bezien 254
6.4.4 Een bijzondere rol voor het gezichtspunt ‘business common sense’ 255
237 Algemeen 255
238 Terughoudende toepassing van het gezichtspunt ‘business common sense’ bij de weging van de uitlegfactoren 256
6.4.5 Tussenconclusie 257
6.5 Conclusie 258
239 Samenvattend 258
7 RECHTSVERGELIJKING: FRANS RECHT 263
7.1 Inleiding 263
240 Algemeen 263
241 De doctrine van de ‘clause claire et précise’ 264
7.2 De uitlegmethoden 266
7.2.1 Inleiding 266
242 Een hiërarchie tussen de uitlegmethoden 266
7.2.2 De zuiver subjectieve uitlegmethode 267
243 Algemeen 267
244 Enkele kanttekeningen 268
7.2.3 De gesubjectiveerde uitlegmethode 270
245 Algemeen 270
246 Enkele kanttekeningen 270
7.2.4 De geobjectiveerde uitlegmethode 271
247 Algemeen 271
248 Enkele kanttekeningen 271
7.2.5 De zuiver objectieve uitlegmethode 272
249 Algemeen 272
250 Enkele kanttekeningen 273
7.2.6 De contra proferentem uitlegmethode 274
251 De algemene contra proferentem uitlegmethode 274
252 De specifieke contra proferentem uitlegmethode voor de uitleg van consumentenovereenkomsten 277
7.2.7 Tussenconclusie 279
253 Het Franse recht kent verschillende uitlegmethoden 279
7.3 De uitlegfactoren 280
7.3.1 Inleiding 280
254 Algemeen 280
7.3.2 De uitlegfactoren in algemene zin 281
255 Algemeen 281
256 De bedoelingen en verwachtingen van partijen 281
257 De taalkundige betekenis van de bewoordingen 282
258 De contractuele definitie 282
259 De totstandkomingsgeschiedenis 283
260 De uitvoering van de overeenkomst 283
261 De handelsgebruiken 283
262 De wet en aanverwante instrumenten 284
7.3.3 De structuur en vormgeving van de overeenkomst 285
263 Algemeen 285
264 De considerans 285
265 De samenhang met andere overeenkomsten 286
266 Elementen die samenhangen met de structuur en vormgeving van de overeenkomst 287
7.3.4 Tussenconclusie 287
267 Alle denkbare uitlegfactoren kunnen een rol spelen 287
7.4 De gezichtspunten 288
7.4.1 Inleiding 288
268 Algemeen 288
7.4.2 De gezichtspunten in algemene zin 288
269 Enkele voorbeelden ter illustratie 288
7.4.3 Aannemelijkheid van de rechtsgevolgen 290
270 Algemeen 290
7.4.4 Tussenconclusie 291
271 Veel verschillende gezichtspunten kunnen een rol spelen 291
7.5 Conclusie 292
272 Samenvattend 292
8 VERGELIJKING: TRANSNATIONALE BEGINSELEN 297
8.1 Inleiding 297
273 Algemeen 297
274 Het Weens Koopverdrag en het Voorstel voor een Gemeenschappelijk Europees Kooprecht 298
8.2 De PECL en het DCFR 300
8.2.1 Inleiding 300
275 Algemeen 300
8.2.2 De uitlegmethoden 301
276 De zuiver subjectieve uitlegmethode 301
277 De gesubjectiveerde uitlegmethode 302
278 De geobjectiveerde uitlegmethode 303
279 De zuiver objectieve uitlegmethode 304
280 De contra proferentem uitlegmethode 307
8.2.3 De uitlegfactoren 310
281 Algemeen 310
282 De bedoelingen en verwachtingen van partijen 310
283 De taalkundige betekenis van de bewoordingen 311
284 De totstandkomingsgeschiedenis 312
285 De uitvoering van de overeenkomst 312
286 De handelsgebruiken 313
287 De structuur en vormgeving van de overeenkomst 314
8.2.4 De gezichtspunten 316
288 Algemeen 316
289 De wijze van totstandkoming en de genoten deskundige bijstand 316
290 De overeengekomen (uitleg)bepalingen 316
291 Het doel van de overeenkomst 317
292 De hoedanigheid van partijen 317
293 De nationaliteit van de contractspartijen 317
294 De aard van de overeenkomst 318
295 De aannemelijkheid van de rechtsgevolgen 318
296 De betrokkenheid van derden 319
297 De taal van de overeenkomst 320
298 ‘Good faith and fair dealing’ vormen geen gezichtspunt in het model 322
8.2.5 Tussenconclusie 322
299 Samenvattend 322
8.3 De PICC 323
8.3.1 Inleiding 323
300 Algemeen 323
8.3.2 De uitlegmethoden 324
301 De zuiver subjectieve uitlegmethode 324
302 De gesubjectiveerde uitlegmethode 325
303 De geobjectiveerde uitlegmethode 326
304 De zuiver objectieve uitlegmethode 326
305 De contra proferentem uitlegmethode 328
8.3.3 De uitlegfactoren 329
306 Algemeen 329
307 De bedoelingen en verwachtingen van partijen 330
308 De taalkundige betekenis van de bewoordingen 330
309 De contractuele definitie 331
310 De handelsgebruiken 331
311 De totstandkomingsgeschiedenis 333
312 De uitvoering van de overeenkomst 334
313 De structuur en vormgeving van de overeenkomst 334
8.3.4 De gezichtspunten 336
314 Algemeen 336
315 De aard van de overeenkomst 336
316 Het doel van de overeenkomst 337
317 De hoedanigheid van partijen en de genoten deskundige bijstand 337
318 De wijze van totstandkoming 337
319 De omvang en gedetailleerdheid van de overeenkomst 338
320 De nationaliteit van de contractspartijen 338
321 De buitenlandse herkomst van contractuele bepalingen en de overeengekomen (uitleg)bepalingen 339
322 De betrokkenheid van derden 339
323 De aannemelijkheid van de rechtsgevolgen 340
324 De taal van de overeenkomst 341
8.3.5 Tussenconclusie 343
325 Samenvattend 343
8.4 Conclusie 343
326 Samenvattend 343
9 SLOTBESCHOUWING 349
9.1 Inleiding 349
327 Algemeen 349
9.2 Het model voor de uitleg van een overeenkomst naar Nederlands recht 350
328 Algemeen 350
9.2.1 De uitlegmethoden 350
329 Algemeen 350
330 De zuiver subjectieve uitlegmethode 351
331 De principieel subjectieve uitlegmethode 351
332 De gesubjectiveerde uitlegmethode 352
333 De neutrale uitlegmethode 352
334 De geobjectiveerde uitlegmethode 352
335 De principieel objectieve uitlegmethode 353
336 De zuiver objectieve uitlegmethode 353
337 De contra proferentem uitlegmethode 354
338 Een vloeiende overgang tussen de uitlegmethoden 355
9.2.2 De uitlegfactoren 355
339 Algemeen 355
340 De subjectieve of objectieve aard van een uitlegfactor 356
9.2.3 De gezichtspunten 358
341 Algemeen 358
9.2.4 Invloed van het bewijsrecht 360
342 De stelplicht en bewijslastverdeling 360
343 De voorshands taalkundige uitleg 361
344 Bewijsregels voor de contractsuitleg 361
345 De bewijsmiddelen 361
346 Contractueel afwijken van het bewijsrecht 362
347 Het arbitraal bewijsrecht 362
9.3 Het aan het Nederlandse recht ontleende model in internationaal perspectief 362
348 Algemeen 362
9.3.1 Engels recht 363
349 De uitlegmethoden 363
350 De uitlegfactoren 364
351 De gezichtspunten 365
9.3.2 Frans recht 365
352 Algemeen 365
353 De uitlegmethoden 366
354 De uitlegfactoren 367
355 De gezichtspunten 368
9.3.3 Transnationale beginselen 368
356 Algemeen 368
357 De uitlegmethoden 369
358 De uitlegfactoren 370
359 De gezichtspunten 370
9.4 Vergelijkende bevindingen en mogelijke aanpassingen en verfijningen van het model 371
360 Algemeen 371
361 Het model onder het Nederlandse recht is het meest genuanceerd en maakt maatwerk mogelijk 372
362 De zuiver objectieve uitlegmethode onder het Nederlandse recht wijkt af 373
363 De algemene contra proferentem uitlegmethode speelt een ondergeschikte rol 375
364 Een vastgelegde (hiërarchische) regeling voor de uitleg van een overeenkomst lijkt niet tot meer rechtszekerheid in de zin van voorspelbaarheid te leiden 376
365 De veronderstelling dat het Engelse recht meer rechtszekerheid in de zin van voorspelbaarheid biedt ten aanzien van de contractsuitleg lijkt genuanceerd te moeten worden 377
366 Door de centrale rol van de omstandigheden van het geval is niet op voorhand met absolute zekerheid te voorspellen hoe de selectie en weging van uitlegfactoren aan de hand van gezichtspunten in het concrete geval zal uitpakken 381
9.5 Slotsom 382
367 Samenvattend 382
Summary 385
Literatuur 401
Jurisprudentieregister 423
Trefwoordenregister 447
Curriculum Vitae 455
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan