Belastingrecht voor Bachelors en Masters Theorieboek 2022-2023
Gebonden Nederlands 2022 9789463173209Samenvatting
Dit studieboek is geschreven door het onderwijs, voor het onderwijs. Een zeer uitgebreid au teursteam, bestaande uit docenten van bijna alle hogescholen in Nederland, heeft deze studiemethode ontwikkeld. Zij kennen per slot van rekening het beste de eisen en wensen die het onderwijs aan een studieboek op dit terrein stelt.
Het boek is gebaseerd op de wetgeving per 1 januari 2022 en volgt de structuur van de fiscale wetgeving, waarbij veel aandacht uitgaat naar de sa menhang tussen de diverse onderdelen. Deze opzet en de zeer toegankelijke schrijfstijl maken dit boek geschikt voor de studierichtingen Accountancy, Finance & Control, SPD en Finance, Tax & Advice, maar ook voor opleidingen waar belastingrecht niet centraal staat, zoals HBO Rechten, Bedrijfskunde, Sociaal Juridische Dienstverlening etc.
Bij dit theorieboek behoort een opgavenboek met oefenopgaven,
multiple choice-vragen, casusposities en voorbeeldexamens. Aan dit opgavenboek is een digitale leeromgeving gekoppeld met o.a. vraagstukken, video’s en begrippentrainers.
Specificaties
Inhoudsopgave
1 Algemene inleiding 1
1.1 Doel van belastingheffing 2
1.2 Plaats van het belastingrecht 3
1.2.1 Publiekrecht – privaatrecht 3
1.2.2 Plaats binnen de wetten 4
1.2.3 Materieel recht – formeel recht 4
1.3 Soorten belastingen 4
1.3.1 Inleiding 4
1.3.2 Wetgeving voor centrale overheid en lagere overheden 5
1.3.3 Directe en indirecte belastingen 5
1.3.4 Tijdstip- en tijdvakbelastingen 5
1.3.5 Aanslag- en aangiftebelastingen 5
1.3.6 Subjectieve en objectieve belastingen 6
1.4 Beginselen in het belastingrecht 7
1.5 Vindplaatsen in het belastingrecht 8
1.5.1 Wetgeving 8
1.5.2 Uitvoeringsregelingen en -besluiten 9
1.5.3 Europese richtlijnen 10
1.5.4 Besluiten 10
1.5.5 Algemene beginselen van behoorlijk bestuur 10
1.5.6 Rechtspraak (jurisprudentie) 11
1.6 Partijen binnen het belastingrecht 12
1.6.1 Wetgever 12
1.6.2 Belastingdienst 13
1.6.3 Belastingplichtige 15
1.6.4 Belastingadviseur 16
1.6.5 Belastingrechter 16
1.7 Internationalisatie 17
2 Loonbelasting 19
2.1 Inleiding 20
2.2 Dienstbetrekking 21
2.2.1 Inleiding 21
2.2.2 Privaatrechtelijke dienstbetrekking 21
2.2.3 Publiekrechtelijke dienstbetrekking 23
2.2.4 Fictieve dienstbetrekking 24
2.2.5 Oneigenlijke dienstbetrekking 27
2.2.6 Huispersoneel 28
2.2.7 Tegenwoordige en vroegere dienstbetrekking 28
2.3 Inhoudingsplichtige 29
2.3.1 Inleiding 29
2.3.2 Inhoudingsplicht bij echte dienstbetrekkingen 29
2.3.3 Inhoudingsplicht bij fictieve dienstbetrekkingen 30
2.3.4 Geen inhoudingsplicht 31
2.3.5 Samenhangende groep inhoudingsplichtigen 32
2.4 Loon 32
2.4.1 Inleiding 32
2.4.2 Belastbaar loon 32
2.4.3 Loon 33
2.4.4 Tabelloon 33
2.4.5 Loon in geld 34
2.4.6 Loon in natura 34
2.4.7 Aanspraken 38
2.4.8 Fooien 40
2.4.9 Auto van de zaak 40
2.4.10 Fiets van zaak 44
2.4.11 Aandelenoptierechten 44
2.4.12 Gebruikelijk loon 45
2.5 Vrijstellingen 47
2.5.1 Inleiding 47
2.5.2 Vrijstellingen 47
2.6 Pensioen 48
2.6.1 Inleiding 48
2.6.2 Pensioenregeling 49
2.6.3 Pensioenstelsels 49
2.6.4 Pensioenuitkeringen 50
2.6.5 Pensioenopbouw 51
2.6.6 Pensioenverzekeraar 53
2.6.7 Pensioen in eigen beheer 54
2.6.8 Oneigenlijke handelingen 54
2.7 Verschuldigde loonbelasting 55
2.7.1 Inleiding 55
2.7.2 Tarief 55
2.7.3 Loonheffingskorting 56
2.7.4 Loonbelastingtabellen 58
2.8 Moment van heffing 60
2.8.1 Inleiding 60
2.8.2 Afdracht op aangifte 62
2.9 Administratieve verplichtingen 62
2.9.1 Inleiding 62
2.9.2 Verplichtingen inhoudingsplichtige 62
2.9.3 Verplichtingen werknemer 64
2.9.4 Identificatieplicht 65
2.9.5 Fictieve diensttijd 65
2.10 Inhoudingsplichtige als belastingplichtige 66
2.10.1 Inleiding 66
2.10.2 Eindheffing toepassen 66
2.10.3 Gerichte vrijstellingen 68
2.10.4 Vrije ruimte 73
2.10.5 Pseudo-eindheffingen 75
2.11 Tarief 76
2.12 Naheffing van loonbelasting 77
2.12.1 Inleiding 77
2.12.2 Directe brutering 77
2.12.3 Indirecte brutering 77
2.12.4 Achterwege laten brutering 78
2.13 Uniform heffingsloon en premies werknemersverzekeringen 78
2.14 Loonberekening 79
3 Raamwerk Wet IB 83
3.1 Inleiding 84
3.2 Belastingplicht 84
3.2.1 Inleiding 84
3.2.2 Invloed belastingverdragen 84
3.2.3 Woonplaats 85
3.3 Inkomen en tarieven 86
3.3.1 Inleiding 86
3.3.2 Box 1: belastbaar inkomen uit werk en woning 87
3.3.3 Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang 89
3.3.4 Box 3: belastbaar inkomen uit sparen en beleggen 89
3.3.5 Verzamelinkomen 90
3.4 Heffingskortingen 90
3.4.1 Inleiding 90
3.4.2 Elementen van de heffingskorting 91
3.4.3 Overzicht van de heffingskortingen 95
3.5 Toerekeningsregels 96
3.5.1 Inleiding 96
3.5.2 Toerekening inkomen aan boxen 96
3.5.3 Toerekening inkomen minderjarig kind 98
3.5.4 Toerekening inkomen fiscale partners 99
3.5.5 Toerekening Afgezonderd Particulier Vermogen 100
3.6 Fiscaal partnerschap 101
3.7 Wijze van heffing 103
3.7.1 Inleiding 103
3.7.2 Voorheffingen 104
3.7.3 Voorlopige teruggaaf 105
3.7.4 Wel of geen aanslag 105
3.7.5 Codering aanslagen 107
3.7.6 Middeling 107
3.8 Toeslagen 108
4 Box 1: winst uit onderneming 109
4.1 Algemeen 110
Onderdeel A Onderneming, ondernemerschap en medegerechtigden 110
4.2 Inleiding 110
4.3 Onderneming 111
4.4 Ondernemers en andere winstgenieters 113
4.4.1 Inleiding 113
4.4.2 Ondernemerschap 114
4.4.3 Urencriterium 117
4.4.4 Medegerechtigden 120
4.4.5 Schuldeisers met specifieke vorderingen op een ondernemer/ onderneming 121
4.4.6 Wel of geen recht op vrijstellingen en faciliteiten 121
4.4.7 Beperkte verliesverrekening voor medegerechtigden en schuldeisers met een specifieke vordering 122
4.5 Verhouding tussen winst uit onderneming en andere inkomensbronnen 123
Onderdeel B Bepalen van de belastbare winst uit onderneming 126
4.6 Inleiding 126
4.7 Basisprincipes fiscale winstbepaling 130
4.7.1 Inleiding 130
4.7.2 Goed koopmansgebruik 130
4.7.3 Balanscontinuïteit en foutenleer 132
4.8 Vermogensetikettering 134
4.8.1 Inleiding 134
4.8.2 De wijze van etikettering 135
4.8.3 Vermogensetikettering en huwelijksgoederenregime 139
4.8.4 Keuzeherziening 139
4.9 Waardering van vermogensbestanddelen 140
4.9.1 Inleiding 140
4.9.2 Bedrijfsmiddelen 141
4.9.3 Vorderingen 146
4.9.4 Effecten 147
4.9.5 Voorraden 148
4.9.6 Onderhanden werk 150
4.9.7 Schulden 151
4.9.8 Voorzieningen 151
4.9.9 Toekomstige loon- en prijsstijgingen 152
4.10 Kapitaalstortingen en -onttrekkingen 153
4.10.1 Inleiding 153
4.10.2 Eigenwoningforfait bij ondernemingswoning 154
4.10.3 Privégebruik auto van de zaak 154
4.10.4 Privégebruik fiets van de zaak 156
4.11 Niet aftrekbare en beperkt aftrekbare kosten 156
4.11.1 Inleiding 156
4.11.2 Algemene uitsluiting van aftrek 156
4.11.3 Algemene aftrekbeperking 157
4.11.4 Uitgesloten aftrek van kosten t.b.v. de ondernemer 157
4.11.5 In aftrek beperkte kosten t.b.v. de ondernemer 159
4.12 Vrijstellingen 160
4.12.1 Inleiding 160
4.12.2 Bosbouwvrijstelling 160
4.12.3 Landbouwvrijstelling 160
4.12.4 Kwijtscheldingswinstvrijstelling 161
Onderdeel C Ondernemings- en ondernemersfaciliteiten 163
4.13 Inleiding 163
4.14 Willekeurige afschrijving 164
4.15 Investeringsaftrek 165
4.15.1 Inleiding 165
4.15.2 Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek 167
4.15.3 Energie-investeringsaftrek 169
4.15.4 Milieu-investeringsaftrek 170
4.16 Desinvesteringsbijtelling 171
4.17 Kostenegalisatiereserve 172
4.18 Herinvesteringsreserve 173
4.19 Oudedagsreserve 176
4.19.1 Inleiding 176
4.19.2 Toevoegen aan de oudedagsreserve 177
4.19.3 Inhaaltoevoeging aan de oudedagsreserve 178
4.19.4 Het afbouwen van de oudedagsreserve 178
4.20 Ondernemersaftrek 180
4.20.1 Inleiding 180
4.20.2 Zelfstandigenaftrek 181
4.20.3 Startersaftrek 181
4.20.4 Aftrek speur- en ontwikkelingswerk 182
4.20.5 Meewerkaftrek 182
4.20.6 Startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid 184
4.21 De mkb-winstvrijstelling 184
Onderdeel D Staking van de onderneming 185
4.22 Inleiding 185
4.23 Stakingswinst en stakingsfaciliteiten 186
4.23.1 Inleiding 186
4.23.2 Begrip stakingswinst 187
4.23.3 Stakingsaftrek 189
4.23.4 Bedingen lijfrente bij bedrijfsbeëindiging 190
4.23.5 Doorschuiving onderneming 192
4.24 Overdracht van de onderneming 193
4.24.1 Inleiding 193
4.24.2 Verhuur van de onderneming 194
4.24.3 Overdracht tegen een winstrecht 195
4.24.4 Overdracht aan medeondernemer(s) of werknemer(s) 196
4.25 Liquidatie 198
4.26 Overlijden van de ondernemer 198
4.26.1 Overlijdenswinst 198
4.26.2 Doorschuiffaciliteit 199
4.27 Ontbinding huwelijksgemeenschap 199
4.27.1 Fictieve overdracht van 50% van de onderneming 199
4.27.2 Verplichte doorschuiving 200
4.28 Staking gevolgd door het starten van een nieuwe onderneming 200
4.29 Overige gevallen van eindafrekeningswinst 201
4.30 Overdracht onderneming aan een eigen bv 202
4.30.1 Inleiding 202
4.30.2 Ruisende inbreng 203
4.30.3 Geruisloze omzetting 206
4.31 Het aangaan van of het uittreden uit een samenwerkingsverband 211
4.31.1 Inleiding 211
4.31.2 Het voorbehoud van de stille reserves 213
4.31.3 Creëren van buitenvennootschappelijk vermogen 214
4.31.4 Inbreng tegen de werkelijke waarde zonder herwaardering op fiscale balans 216
4.31.5 Ingroeiregeling met oplopend winstaandeel 217
4.31.6 Het uittreden uit een samenwerkingsverband 218
5 Box 1: belastbaar inkomen uit werk en woning 221
5.1 Inleiding 222
5.2 Algemene bepalingen binnen box 1 223
5.2.1 Inleiding 223
5.2.2 Waardering van niet in geld genoten inkomen 223
5.2.3 Tijdstip waarop inkomsten worden belast 223
5.2.4 Tijdstip waarop aftrekbare kosten of uitgaven voor inkomensvoorzieningen in aftrek mogen worden gebracht 224
5.3 Belastbaar loon 225
5.3.1 Inleiding 225
5.3.2 Loon 225
5.3.3 Fooien 226
5.3.4 Reisaftrek 226
5.4 Belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden 228
5.4.1 Inleiding 228
5.4.2 Terbeschikkingstelling aan de onderneming van een verbonden persoon 230
5.4.3 Terbeschikkingstelling aan de eigen bv of die van een verbonden persoon 232
5.4.4 Bepalen van het belastbare resultaat uit overige werkzaamheden 233
5.4.5 Opwaarderingsreserve 236
5.5 Belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen 237
5.5.1 Inleiding 237
5.5.2 Aangewezen periodieke uitkeringen en verstrekkingen 237
5.5.3 Termijnen van gefacilieerde lijfrenten 239
5.5.4 Aftrekbare kosten 240
5.6 De belastbare inkomsten uit eigen woning 240
5.6.1 Inleiding 240
5.6.2 Begrip eigen woning 241
5.6.3 Eigenwoningforfait 243
5.6.4 Tijdelijke verhuur 245
5.6.5 Kamerverhuurvrijstelling 246
5.6.6 Rente eigenwoningschuld 248
5.6.7 Eigenwoningschuld (oud regime) 264
5.6.8 Voordeel uit KVEW / SEW / BEW 268
5.7 Aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld 269
5.8 De uitgaven voor inkomensvoorzieningen 271
5.8.1 Inleiding 271
5.8.2 Lijfrentevoorzieningen 272
5.8.3 Toegelaten aanbieders 277
5.8.4 Premies 277
5.8.5 Tijdstip van aftrek 280
5.9 De negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen 280
5.10 Negatieve persoonsgebonden aftrek 282
5.11 Te verrekenen verliezen uit werk en woning 283
6 Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang 285
6.1 Inleiding 286
6.2 Aanmerkelijk belang 287
6.2.1 Inleiding 287
6.2.2 ‘Gewoon’ aanmerkelijk belang 288
6.2.3 Meesleepregeling 290
6.2.4 Meetrekregeling 291
6.2.5 Fictief aanmerkelijk belang 292
6.2.6 Aanmerkelijk belang en het huwelijksvermogensrecht 293
6.3 Reguliere voordelen 293
6.4 Kosten ter verwerving van reguliere voordelen 296
6.5 Vervreemdingsvoordelen 296
6.5.1 Inleiding 296
6.5.2 Overdrachtsprijs 297
6.5.3 Verkrijgingsprijs 300
6.6 Fictieve vervreemdingen 303
6.7 Doorschuifregelingen 308
6.7.1 Inleiding 308
6.7.2 Doorschuiven bij aangaan of verbreken huwelijksgemeenschap 308
6.7.3 Doorschuiven als belang daalt tot minder dan 5% 311
6.7.4 Doorschuiven en fusies 312
6.7.5 Doorschuiven en geruisloze terugkeer 312
6.8 Aanmerkelijk belang en overlijden 312
6.9 VBI en buitenlandse beleggingslichamen 316
6.9.1 VBI 316
6.9.2 Buitenlandse beleggingslichamen 318
6.10 Genietingsmoment 320
6.11 Verliesverrekening 321
7 Box 3: belastbaar inkomen uit sparen en beleggen 323
7.1 Inleiding 324
7.2 Forfaitair rendement 325
7.2.1 Rendementsklassen 325
7.2.2 Vermogensmix 325
7.2.3 Peildatum 326
7.2.4 Heffingvrij vermogen 326
7.2.5 Persoonsgebonden aftrek 327
7.2.6 Tarief 327
7.2.7 Twee voorbeelden: van vermogen naar te betalen belasting 329
7.3 Bezittingen 330
7.3.1 Inleiding 330
7.3.2 Onroerende zaken 330
7.3.3 Rechten op onroerende zaken 331
7.3.4 Roerende zaken 331
7.3.5 Rechten op roerende zaken 332
7.3.6 Rechten die niet op zaken betrekking hebben 333
7.3.7 Overige vermogensrechten 334
7.4 Schulden 334
7.4.1 Inleiding 334
7.4.2 Belastingschulden 334
7.4.3 Drempelbedrag 335
7.5 Vrijstellingen 336
7.5.1 Inleiding 336
7.5.2 Verkrijging krachtens erfrecht 336
7.5.3 Bos, natuurterreinen en aangewezen landgoederen 337
7.5.4 Artistieke en wetenschappelijke voorwerpen 338
7.5.5 Rechten op roerende zaken krachtens erfrecht 338
7.5.6 Rechten op overlijdens- en invaliditeitsuitkeringen 339
7.5.7 Contanten en waardebonnen 339
7.5.8 Kortlopende termijnen van inkomsten en verplichtingen 340
7.5.9 Groene beleggingen 340
7.5.10 Nettolijfrenten 340
7.5.11 Nettopensioen 341
7.6 Waardering 342
7.6.1 Inleiding 342
7.6.2 Tweede woning en andere woningen anders dan de eigen woning 342
7.6.3 Effecten 344
7.6.4 Genotsrechten 345
8 Persoonsgebonden aftrek 351
8.1 Inleiding 352
8.2 Tijdstip van aftrek 353
8.3 Uitgaven voor onderhoudsverplichtingen 353
8.4 Uitgaven voor specifieke zorgkosten 356
8.4.1 Opbouw uitgaven specifieke zorgkosten (art. 6.17 Wet IB) 357
8.4.2 Beperking uitgaven voor specifieke zorgkosten (art. 6.18 Wet IB) 358
8.4.3 Verhoging uitgaven voor specifieke zorgkosten (art. 6.19 Wet IB) 359
8.4.4 Drempel uitgaven specifieke zorgkosten (art. 6.20 Wet IB) 360
8.4.5 Tegemoetkomingsregeling specifieke zorgkosten 360
8.5 Weekenduitgaven voor gehandicapten (art. 6.25 en 6.26 Wet IB) 362
8.6 Aftrekbare giften (art. 6.32 – 6.39a Wet IB) 362
9 Vennootschapsbelasting 365
9.1 Inleiding 366
9.2 Subjectieve belastingplicht (wie?) 367
9.2.1 Inleiding 367
9.2.2 Binnenlandse belastingplicht 367
9.2.3 Vrijstellingen 371
9.3 Objectieve belastingplicht (waarover?) 373
9.3.1 Grondslag bepalen 373
9.3.2 Stap 1: fiscale winstberekening 374
9.3.3 Stap 2: fiscale winst bepalen 377
9.3.4 Stap 3: belastbaar bedrag bepalen 379
9.3.5 Schematisch overzicht berekening belastbaar bedrag 380
9.3.6 Kapitaalstortingen 381
9.3.7 Onttrekkingen 384
9.3.8 Aftrekbare bedragen 386
9.3.9 Niet-aftrekbare bedragen 387
9.3.10 Giften 388
9.3.11 Te verrekenen verliezen 389
9.3.12 Eindafrekening 391
9.4 Tarief (hoeveel?) 392
9.4.1 Normaal tarief 392
9.4.2 Bijzonder tarief: fiscale beleggingsinstelling 393
9.4.3 Bijzonder tarief: innovatiebox 393
9.5 Renteaftrekbeperkingen 394
9.5.1 Inleiding 394
9.5.2 Hybride lening (art. 10 lid 1 letter d Wet Vpb) 395
9.5.3 Kasrondjes en leningen van verbonden lichamen 396
9.5.4 Earningsstrippingsmaatregel 397
9.6 Deelnemingsvrijstelling 399
9.6.1 Inleiding 399
9.6.2 Begrip deelneming 400
9.6.3 Gevolgen deelnemingsvrijstelling 403
9.6.4 Deelnemingskosten 405
9.6.5 Liquidatieverliezen 405
9.7 (Afgewaardeerde) vorderingen 407
9.7.1 Inleiding 407
9.7.2 Vervreemden dan wel overbrengen van afgewaardeerde vordering 408
9.7.3 Omzetten afgewaardeerde vordering 409
9.8 Fiscale eenheid 411
9.8.1 Inleiding 411
9.8.2 Voorwaarden voor aangaan fiscale eenheid 412
9.8.3 Gevolgen van aangaan fiscale eenheid 414
9.8.4 Voorwaarden en gevolgen beëindiging 417
9.9 Fusie & splitsing 419
9.9.1 Inleiding 419
9.9.2 Aandelenfusie 419
9.9.3 Bedrijfsfusie 420
9.9.4 Juridische fusie 423
9.9.5 Juridische splitsing 426
9.10 Geruisloze terugkeer 427
9.10.1 Inleiding 427
9.10.2 Vennootschapsbelasting 427
9.10.3 Inkomstenbelasting: aanmerkelijkbelangheffing (box 2) 431
9.10.4 Inkomstenbelasting: winst uit onderneming (box 1) 431
9.11 Internationale maatregelen tegen belastingontwijking 433
9.11.1 Controlled Foreign Company (ATAD 1) 434
9.11.2 Hybride mismatches (ATAD2) 434
9.12 Dividendbelasting 435
10 Omzetbelasting 437
10.1 Inleiding 438
10.2 Wat is omzetbelasting? 439
10.2.1 Inleiding 439
10.2.2 Invloed Unie 440
10.3 Wie moet omzetbelasting voldoen? 442
10.3.1 Inleiding 442
10.3.2 Ondernemer 442
10.3.3 Overheid 448
10.3.4 Fiscale eenheid 449
10.4 Belastbaar feit 1: de levering van goederen 451
10.4.1 Inleiding 452
10.4.2 Leveringen van goederen 453
10.4.3 Specifieke situaties 459
10.4.4 Plaats van de levering 465
10.5 Belastbaar feit 2: Intracommunautaire verwerving (ICV) 473
10.5.1 Inleiding 473
10.5.2 Het huidige systeem: ICP 474
10.5.3 Overbrenging van een eigen goed naar een andere lidstaat 475
10.5.4 Overbrengen van voorraad op afroep (art. 3b Wet OB) 476
10.5.5 Gevolgen ICV 478
10.5.6 Uitgesloten ICT 479
10.6 Belastbaar feit 3: ICV van nieuwe vervoermiddelen 480
10.7 Belastbaar feit 4: invoer 480
10.7.1 Inleiding 481
10.7.2 Invoer 481
10.7.3 Uitvoer 481
10.8 Belastbaar feit 5: diensten 482
10.8.1 Inleiding 482
10.8.2 Het begrip dienst 482
10.8.3 Plaats van dienst 484
10.9 Belastbaar feit: gemengde prestaties 497
10.10 Waarover moet omzetbelasting worden berekend? 498
10.10.1 Inleiding 498
10.10.2 De vergoeding 498
10.10.3 Maatstaf van heffing bij interne leveringen 502
10.10.4 Maatstaf van heffing bij fictieve diensten 503
10.10.5 Maatstaf van heffing bij invoer 505
10.11 Hoeveel omzetbelasting moet er worden voldaan? 505
10.11.1 Inleiding 505
10.11.2 Tabel I 506
10.11.3 Tabel II 507
10.12 In hoeverre recht op de aftrek van voorbelasting? 507
10.12.1 Inleiding 507
10.12.2 Voorwaarden aftrek van voorbelasting 508
10.12.3 Aftrek bij belaste en vrijgestelde prestaties 512
10.12.4 Vooraftrek bij invoer 518
10.12.5 Aftrek voorbelasting en personenauto 519
10.12.6 Aftrek buitenlandse omzetbelasting 523
10.12.7 Uitsluiting aftrek voorbelasting 525
10.12.8 Correctie ten onrechte betaalde omzetbelasting of verleende aftrek voorbelasting 526
10.13 Door wie en wanneer moet de omzetbelasting worden voldaan? 529
10.13.1 Inleiding 529
10.13.2 Wie voldoet de omzetzetbelasting? 529
10.13.3 Verleggingsregelingen 529
10.13.4 Wanneer wordt de omzetbelasting voldaan? 532
10.13.5 Factuurstelsel 532
10.13.6 Kasstelsel 533
10.13.7 Aangifte en betaling 534
10.14 Welke vrijstellingen kent de Wet OB? 534
10.14.1 Inleiding 535
10.14.2 Verhuur onroerende zaken 536
10.14.3 Levering van onroerende zaken 539
10.14.4 Overige vrijstellingen 541
10.14.5 Vrijgesteld beroep uitgeoefend in een bv 542
10.15 Bijzondere regelingen 542
10.15.1 Inleiding 542
10.15.2 De kleineondernemersregeling (KOR) 542
10.15.3 Margeregeling 548
10.15.4 Overdracht van een onderneming 552
10.16 Administratieve verplichtingen 553
10.16.1 Inleiding 553
10.16.2 Boekhoudverplichting 553
10.16.3 Factuurverplichting 553
10.16.4 Administratieve verplichtingen en ICP (listing) 557
10.16.5 Forfaitaire berekeningsmethode 559
10.17 Samenvatting en formulieren omzetbelasting 563
11 Schenk- en erfbelasting 567
11.1 Inleiding 568
11.2 Fiscale woonplaats 568
11.3 De tarieven 569
11.4 Vrijstellingen erfbelasting 572
11.5 Vrijstellingen schenkbelasting 575
11.6 Schenkbelasting 580
11.6.1 Schenkingsplan 580
11.6.2 Schuldigerkenning 582
11.6.3 Geldlening tegen te lage rente 583
11.6.4 Voorwaardelijke schenkingen 584
11.7 Verkrijgingen krachtens erfrecht 585
11.7.1 Wettelijk erfrecht 585
11.7.2 De wettelijke verdeling 587
11.7.3 Testamenten 588
11.7.4 Erfrechtelijke verkrijgingen bij wetsfictie 590
11.7.5 Algemene erfrechtelijke wetsficties 592
11.7.6 Huwelijksgoederenrechtelijke ficties 594
11.7.7 Eigendom omzetten in vruchtgebruik (art. 10 SW) 596
11.7.8 Verkrijging op grond van een overeenkomst bij overlijden (art. 11 SW) 598
11.7.9 Levensverzekeringen (art. 13 SW) en pensioen-bv’s (art. 13a SW) 601
11.7.10 Afgezonderde particuliere vermogens (art. 16 SW) 603
11.8 Waarderingsregels 604
11.9 Verkrijgingen vrij van recht 609
11.10 Bedrijfsopvolgingsfaciliteit in de Successiewet 610
11.11 Aangifte doen 614
12 Wet Belastingen van Rechtsverkeer 615
12.1 Inleiding 616
12.2 Overdrachtsbelasting 616
12.2.1 Het belastbare feit 616
12.2.2 Fictieve onroerende zaken 618
12.2.3 Uitgezonderde verkrijgingen 620
12.2.4 Maatstaf van heffing 621
12.2.5 Beperkte rechten 622
12.2.6 Verdeling van gezamenlijke eigendom of gezamenlijke rechten 624
12.2.7 Verkrijgingen binnen 6 maanden na de vorige verkrijging 625
12.2.8 Tarief en vrijstellingen 626
12.2.9 Samenloop met erf- of schenkbelasting 634
12.2.10 Wijze van heffing van overdrachtsbelasting 634
12.2.11 Teruggaaf van overdrachtsbelasting 635
12.3 Assurantiebelasting 635
13 Formeel belastingrecht 637
13.1 Inleiding 638
Onderdeel A Algemene wet inzake rijksbelastingen 638
13.2 Inleiding 638
13.3 Begripsbepalingen 639
13.4 Woonplaats of vestigingsplaats 641
13.5 De aangifte 642
13.5.1 Inleiding 642
13.5.2 Uitnodiging tot het doen van aangifte 642
13.5.3 Verplichtingen met betrekking tot de aangifte 643
13.5.4 Termijnen 644
13.5.5 Actieve informatieverplichting 645
13.6 Aanslagbelastingen 645
13.6.1 Inleiding 645
13.6.2 Opleggen aanslag 646
13.6.3 Voorlopige aanslag 647
13.6.4 Te verrekenen bedragen 647
13.6.5 De navorderingsaanslag 647
13.6.6 Chronologisch overzicht 650
13.7 Aangiftebelastingen 650
13.7.1 Inleiding 650
13.7.2 Tijdvak- en tijdstipbelastingen 651
13.7.3 Naheffingsaanslag 651
13.7.4 Chronologisch overzicht 653
13.8 Bezwaar en beroep 653
13.8.1 Inleiding 653
13.8.2 Bezwaarschrift 654
13.8.3 Beroep bij de rechtbank 658
13.8.4 Het hoger beroep bij het gerechtshof 661
13.8.5 Het beroep in cassatie bij de Hoge Raad 662
13.9 Belastingrente 664
13.10 Revisierente 666
13.11 Vertegenwoordiging 666
13.12 Verplichtingen ten dienste van de belastingheffing 667
13.12.1 Inleiding 667
13.12.2 Informatieplicht met betrekking tot de eigen belastingheffing 667
13.12.3 Informatieverplichtingen in internationale verhoudingen 668
13.12.4 Identificatieplicht 669
13.12.5 Toegang tot gebouwen 669
13.12.6 Geheimhouding 669
13.12.7 Administratie 670
13.12.8 De informatiebeschikking 671
13.12.9 Informatieplicht met betrekking tot belastingheffing bij derden 672
13.13 Domicilie 672
13.14 Hardheidsclausule 673
13.15 Ambtshalve vermindering 673
13.16 Bestuurlijke boeten 674
13.16.1 Inleiding 674
13.16.2 Verzuimboete 675
13.16.3 Vergrijpboete 675
13.16.4 Voorschriften inzake het opleggen van bestuurlijke boeten 677
13.16.5 Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 677
13.17 Strafrechtelijke bepalingen 678
Onderdeel B Invorderingswet 679
13.18 Inleiding 679
13.19 Invorderingstermijn 680
13.20 Versneld invorderen 681
13.21 Dwanginvordering 682
13.22 Verzet 684
13.23 Verrekening van bedragen 685
13.24 Uitstel van betaling, kwijtschelding en verjaring 685
13.25 Invorderingsrente 686
13.26 Aansprakelijkheid 686
13.27 Formaliteiten bij de aansprakelijkstelling 689
13.28 Verplichtingen met betrekking tot de invordering 690
14 Internationaal belastingrecht 693
14.1 Inleiding 694
14.2 Buitenlandse belastingplichtigen op basis van de Wet Inkomstenbelasting 695
14.3 Buitenlandse belastingplichtigen op basis van de Wet op de vennootschapsbelasting 697
14.4 Heffingsbeginselen 698
14.5 Economisch en juridisch dubbele heffing 701
14.6 Woon- of vestigingsplaats 702
14.7 Voorkomen dubbele belasting 705
14.7.1 Verdragen 705
14.7.2 Eenzijdige maatregelen 714
14.8 Dividend, interest en royalty’s 717
14.8.1 Dividend 717
14.8.2 Interest 719
14.8.3 Royalty’s 720
14.8.4 Bronbelasting op interest en royalty’s 721
14.9 Winsttoedeling 721
14.10 Uitzending van werknemer 723
14.11 EU-recht en het belastingrecht in het kort 726
Index 729
Rubrieken
- Advisering
- Algemeen management
- Coaching en trainen
- Communicatie en media
- Economie
- Financieel management
- Inkoop en logistiek
- Internet en social media
- IT-management / ICT
- Juridisch
- Leiderschap
- Marketing
- Mens en maatschappij
- Non-profit
- Ondernemen
- Organisatiekunde
- Personal finance
- Personeelsmanagement
- Persoonlijke effectiviteit
- Projectmanagement
- Psychologie
- Reclame en verkoop
- Strategisch management
- Verandermanagement
- Werk en loopbaan