Welch relativeert eerst maar even de grote getallen die er bijvoorbeeld over China de ronde doen. Het land mag dan wel negen procent groeien per jaar, tegen de Verenigde Staten vier procent. Maar het Amerikaanse BNP is groter dan het Chinese. Daardoor bedraagt de Amerikaanse groei in absolute bedragen 400 miljard dollar en de Chinese 160 miljard. Van dat bedrag moet China wel een vier keer zo grote, en nog steeds straatarme, bevolking voeden als de Verenigde Staten. En, zo vraagt Welch zich, hoe lang pikt het volk nog dat ze met minimale salarissen worden afgescheept. Daarnaast ziet Welch de industrialisatie van landen als China en India niet alleen als een bedreiging maar vooral als kans. Welvaart in die landen betekent een enorm afzetpotentieel voor Westerse bedrijven. ‘Bijvoorbeeld voor een bedrijf als jullie Unilever,’ aldus Welch.
Welch ziet eigenlijk vooral lichtpuntjes. ‘Natuurlijk is er de vergrijzing. Zijn er rellen in Frankrijk. Maar onder de oppervlakte en de klaarblijkelijke verlamming, zie ik grote veranderingen.’ Hij memoreert de grote afzetmarkten die er sinds 1989 in Oost-Europa, het hoge opleidingsniveau, de noodzakelijke saneringen die nu worden doorgevoerd, en de flexibilisering van de arbeidsmarkten. Kortom, Europa is volgens Welch een winnaar. Alleen weten we dat zelf nog niet. Of willen we dat niet weten, ingegeven door onze aangeboren hang naar middelmatigheid en kleingeestigheid.
Over Pierre Pieterse
Pierre Pieterse was tot februari 2022 hoofdredacteur van Managementboek Magazine.