Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Interview

De boekenkast van Paul Moers, ondernemende merkenman

Hij werkte bij Unilever en werd opgeleid door Tabaksblatt. Ging werken bij Albert Heijn. Stond aan de wieg van panklare groenten en verse kant-en-klaarmaaltijden. Hij zag al eind jaren negentig dat de cijfers van Ahold niet klopten. Ging er daarom weg. Hij werd zzp-er en ontpopte zich als de merkenman van Nederland. A- en B-merken kennen voor hem geen geheimen. Hij wordt veel gevraagd als commentator over de retail en de marketing. Hij schrijft, maakt radio en adviseert. Dit keer bij de boekenkast een van de honderd beste marketeers van Nederland: Paul Moers.

Joep Schrijvers | 27 augustus 2010 | 9-12 minuten leestijd

Er zijn mensen die hun ziel en zaligheid in een ver of meer nabij verleden zoeken omdat zij zich dan veilig voelen in de onzekerheid van het heden. Wie daar beslist niet toe behoort, is Paul Moers. Niet voor niets heet één van zijn favoriete boeken ‘Seeing What’s Next’, dat over de volgende stap in de economie gaat. Moers is een man die de toekomst omarmt. Op tijd op de juiste plek zijn én die snel verlaten als die verkeerd is, typeert hem ook. Maar misschien is hij gewoon een aanstekelijke verteller… van stoere verhalen.

‘De zolder staat vol’, hij wijst naar het grote huis achter hem. We zitten in de tuin die door hoge bomen is omgeven. Het is een van de fraaie dagen van het jaar. ‘Duizenden boeken hebben we, maar die zijn van het hele gezin. Zowel mijn dochters als mijn vrouw zijn met lezen niet te stuiten. Mijn gezin leest alles, ik niet: ik blijf op de helft steken. Wij kopen romans in stenen boekwinkels en de zakelijke meestal op internet. Ik vind het heerlijk om met de eigenaar van de boekhandel over romans te praten. Vaak heeft hij die ook gelezen. Het merendeel van onze boeken zijn romans en slechts een klein percentage is non-fictie. Van een managementboek kan ik rustig drie hoofdstukken overslaan, maar dat geldt niet voor een roman. Eenmaal begonnen lees ik hem direct uit. Zo was ik laatst in de Millennium-trilogie van Stieg Larsson begonnen. Dat zijn drie fantastische, dikke boeken. Ik moest ze dan ook alle drie achter elkaar uitlezen.’

Crisis

Ik ken die drie bakstenen. Het lijkt me geen reeks voor een druk man om achter elkaar uit te lezen. ‘Moet er niet gewerkt worden?’ vraag ik. Moers knikt en lacht. ‘Afgelopen jaar was het buitengewoon rustig door de crisis. Mijn omzet kelderde met ongeveer zestig procent. Gelukkig trekt het nu weer aan. Heel veel bedrijven zaten op slot en hadden een compleet verbod om derden in te huren. Ik loste dat op door veel radio en tv te doen, voor bladen te schrijven en lezingen te geven.’ Hij neemt een slok thee. Een schilder loopt op het terras. ‘Nee, we zijn nog niet uit de crisis. Die gaat jaren duren en we zullen het allemaal merken. Ook de faillissementen komen nu dichterbij. Eerst hoorde je erover in de media, toen via via en nu ontmoet ik mensen die zelf over de kop zijn gegaan. Als de overheidsbesparingen toenemen, het bedrijfsleven niet investeert en de consumenten blijven sparen, voorspel ik niet veel goeds voor de komende jaren.

Paul Moers lijkt me desondanks geen bangerik. Zijn laatste boek heet niet voor niets S’ucces is niet voor lafaards’. Hoe verloopt nou de carrière van zo’n man en waarom gaat hij nog op latere leeftijd schrijven? ‘Van jongs af aan heb ik iets met handel gehad en ook in mijn studententijd kon ik het niet laten. Ik deed milieukunde en rechten. Ik kwam ooit op een studentenfeestje een man tegen die het had over een vracht steenkool die hij wilde in- en verkopen. Het lag in Zuid-Afrika en moest hierheen komen. Ik zei hem dat ik hem wel wilde helpen. Ik heb een schip gecharterd in Port Elizabeth (Zuid-Afrika). We kochten de steenkool in en het schip ging beladen op weg naar Nederland. Het enige probleem was dat we nog geen koper hadden. Wat heb ik zitten bellen en eindelijk vond ik een koper! Dit was echte ‘sales’. Het einde van dit liedje was: niets gewonnen maar ook niets verloren.’

Ik luister ademloos naar dit verhaal en zie een jonge student voor me die met een telefoon in zijn hand met een vracht steenkool zit te gokken. Het komt uit het hoofdstuk stoere verhalen waar ik zo’n liefhebber van ben. Kennelijk straal ik dat uit want Moers gaat zonder blikken of blozen nog even door: ‘ik was ook de eerste koerier van DHL. Ik hoorde ervan in een kroeg en ook al had ik behoorlijk wat biertjes op, ik onthield alles. De volgende dag belde ik ze op en hoorde dat ze studenten zochten die een zak met pakketjes naar de Verenigde Staten wilden brengen. Je moest die als persoonlijke bagage meenemen. Een geweldig idee was dat van DHL. Ik werd aangenomen en niet snel daarna vloog ik op en neer naar de Verenigde Staten. Ik ben ook een keer in New York gearresteerd. Ik moest van de douanier een grote postzak openen en hij vond er honderdduizend dollar aan reischeques in. Onmiddellijk werd ik door grote agenten in de boeien geslagen en naar achteren gebracht. Toen ik ze fijntjes op het feit wees dat het om diplomatieke post voor de Nederlandse ambassade ging en dat ze het zegel van postzak hadden verbroken, schrokken ze zich wild. Dat was een doodzonde in het diplomatieke verkeer. Ik kwam vrij maar tot aan de grenscontrole op het vliegveld bleef ik in de handboeien. Pas daar werden ze afgedaan en kon ik naar mijn vriendinnetje toelopen dat op me stond te wachten. Die was helemaal verbaasd.’

Mores

Na zijn studententijd ging Moers bij Cargill werken, Cacao De Zaan en kwam vervolgens bij Unilever terecht. Voor dat bedrijf moest hij naar Djakarta om er winkels op te zetten. ‘Toen ik daarvoor gevraagd was, kwam er een HRM-medewerker naar me toe die me vroeg hoe met mijn huwelijk ging en of we gelukkig waren. Ik heb hem toen beleefd gezegd dat dát hem niets aanging. Toen ontspon zich een gesprek dat de betrokkenheid van Unilever bij haar personeel tekende…

‘Nou’, antwoordde hij, ‘wij bekommeren ons wél om je huwelijk. Vertel me eens, hoe ga jij dat in Djakarta aanpakken?’

- ‘Ik ga eerst een paar maanden alleen in een hotel zitten.’

‘En dan? Denk je niet dat je je gaat vervelen?’

- ‘Nee, dan drink ik in de bar een biertje.’

‘Wat komt er dan naast je zitten’, vervolgde de personeelsfunctionaris en zonder mijn antwoord af te wachten, ‘Ik zal het je zeggen… een beeldschone, adembenemende mooie dame. Die hou je de eerste week nog van je af, maar in de derde week ga jij ook voor de bijl. Dus we sturen je vrouw en je kinderen met je mee vanaf het begin. Je zult ze hard nodig hebben in Azië.’

Paul Moers zwijgt even. ‘Dat waren de mores van Unilever. In dat bedrijf zat heel veel ervaring. Met het uitzenden van personeel had het al 75 jaar fouten kunnen maken. Na die periode vroeg Unilever om naar Leningrad te gaan maar mijn vrouw vond het genoeg en wilde in Nederland blijven. Toen ben ik bij Ahold gaan werken, bij Albert Heijn om precies te zijn. Wil je nog wat drinken trouwens?’

De gastheer gaat het huis in om wat water voor me te halen. Ik wil meer weten van de vernieuwingen die hij bij ‘s lands grootste kruidenier heeft doorgevoerd. Moers heeft aan de wieg gestaan van de zoveelste verandering in ons kookgedrag. Albert Heijn heeft ons aan de koelkast, het koffiezetapparaat en de wijn gekregen maar de laatste innovatie is misschien wel de meest spectaculaire geweest: de panklare groenten en de verse kant-en-klaarmaaltijden.

‘Ik ben daar heel nauw bij betrokken geweest en heb het idee mee helpen gestalte geven. Hoe ontstaat zoiets? Ik was dus een paar jaar uit Nederland weggeweest en toen ik terugkwam, zag ik dat de files waren toegenomen en dat er veel meer vrouwen aan het werk waren. Ik voelde dat er behoefte was aan een andere manier van koken. De maaltijdbereiding moest sneller maar het moest ook lekker en vers blijven: panklare groenten en verse maaltijden. Toen heb ik Hak gebeld en Bonduelle of zij iets konden betekenen, maar dat konden ze niet en ze wilden ook niet. Die bedrijven hebben echt de boot gemist. Ik ben naar andere partijen gegaan die jarenlange ervaring hadden met panklare groenten en verse maaltijden. We hebben proeven gedaan om te kijken of onze ideeën realiseerbaar waren. Dat bleek het geval te zijn. Vezet in Warmenhuizen werd onze partner voor de groenten en de Britse fabrikant Geest voor de kant-en-klaarmaaltijden. Het werd een groot succes.’

Boekhouding

Daarna werd Moers directeur van Gall&Gall maar dat heeft hij maar een jaartje gedaan. ‘Ik merkte al snel dat de cijfers in de boeken niet klopten en…’, Moers formuleert nu voorzichtig, ‘eruit verdwenen. Dat was in de tijd van Van der Hoeven. De enige cijfers die klopten, waren van Albert Heijn. Weet je, in 1998 was al binnen Ahold bekend dat de boekhouding niet klopte.’ Moers maakt een afwerend gebaar en zijn tot nu toe open en lachende gezicht staat op ernstig. ‘Ik heb er ruzie over gemaakt en het aangekaart bij de Raad van Bestuur, maar die nam mijn waarschuwingen niet serieus. Waarom? Ahold zat in de flow van succes die iedereen verblindde. De top creëerde meelopers en was volledig losgezongen van de realiteit. Ik zal je een voorbeeld geven om Van der Hoeven te typeren.’ Moers gaat staan, leunt op de tuintafel voorover alsof de hele top van Ahold zich in deze tuin om hem heen verzameld heeft en bast: ‘‘money is not the problem, we buy anything’.’ Zo werd ik de rebel van Ahold en werd het tijd mijn heil elders te zoeken. Hier wilde ik niet aan meedoen. Vergeet niet, dat ik mede door Morris Tabaksblatt van Unilever ben opgeleid. Die hamerde het er in: wee je gebeente als de cijfers in je boekhouding niet kloppen! Ik ging een tijdje les geven in Kopenhagen aan een MBA-opleiding en werd zzp’er. Voor het eerst was ik op en voor mezelf. Ik moest aan de deur van anderen krabbelen.’

Maar hoe kwam hij dan tot schrijven? Want inmiddels heeft Paul Moers een paar titels op zijn naam staan. ‘Simpel,’ zegt hij, ‘ik moest meer aan mijn eigen merk doen en besloot een boek schrijven. Ik ben op Managementboek.nl gaan kijken en heb allerlei onderwerpen aangeklikt en zag dat er nog geen boek over huismerken was. Precies het onderwerp waar ik veel ervaring mee had! Zo kwam ik op het idee voor ‘New… Private Brands!’ Hoe ik schrijf? Over een boek doe ik drie tot vier maanden en ik schrijf dan ook elke avond van acht tot elf uur en dat zeven dagen per week. In de weekenden schrijf ik soms ook ‘s middags. Ik schrijf alles in één keer op en achteraf hoef ik amper iets aan te passen. Wel maak ik eerst een opzet met hoofdstukken en paragrafen. Vervolgens wordt het dan een kwestie van ‘vullen’. Ik haal er boeken bij, krantenartikelen, internet maar veel zit ook gewoon in mijn hoofd. Ik schrijf vooral op wat ik heb meegemaakt. Schrijven is heerlijk!’

En naar stoere verhalen luisteren ook.

Over Joep Schrijvers

Joep Schrijvers doet onderzoek naar westerse advies- en lesboeken voor vorsten, bestuurders en managers van Homerus tot Covey. Hij is schrijver van succesvolle, kritische boeken en artikelen over management, mens en maatschappij.

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden