Hij is enkele jaren geleden met zijn vrouw en vijf kinderen op wereldreis geweest. Thema: duurzaamheid. ‘Ik had het domme idee opgevat dat als ik de kinderen mee zou nemen, ik er wél voor moest zorgen dat ze iets zouden leren.’ Ze reisden low-budget met de rugzak en sliepen in bed & breakfasts. Ze bezochten projecten met duurzame doelstellingen en schreven er gezamenlijk zelfs een boek over. ‘Maar een van de belangrijkste dingen die we leerden was dat over het algemeen de mensen op deze wereld niet met duurzaamheid bezig zijn. Eerder met de vraag of ze voldoende voedsel hebben, of schoenen aan hun voeten. En of die schoenen dan op een duurzame wijze geproduceerd zijn, zal ze werkelijk een zorg wezen. Op Groenland zagen we mensen met een bulldozer een complete vuilnisbelt in de oceaan storten. Dat bleken ze daar elk jaar te doen. Wij vragen of ze niet bang waren de oceaan te vervuilen. ‘Nee hoor’, zeiden die Groenlanders, ‘de oceaan is groot genoeg.’’
Cambodja
Uiteindelijk leerden zijn kinderen een heleboel. ‘Na enkele weken al verander je van een toerist in een reiziger. Het tempo gaat omlaag, je hebt niet meer de behoefte om alles te bezichtigen en als je dan met ze door een dorpje in Cambodja loopt, zie je ze gewoon groeien. Hun perspectief op de wereld en daarmee hun eigen leven is voorgoed veranderd en dat is in mijn ogen ongelooflijk waardevol. Ze hebben een bredere kijk; zien meer nuance. Toen we thuis kwamen had iedereen het hier over de crisis. Nou, wij wisten toen dat een crisis in Nederland geen echte crisis is. Vandaar dat ik ook zeg: In heel veel landen komen mensen niet aan duurzaamheid toe. Maar wij in het Westen – met onze welvaart – hebben geen excuus om niet duurzaam te handelen.’
Op de vraag wat dat dan is, duurzaam handelen, heeft Leen Zevenbergen zo’n typisch Zevenbergiaans antwoord. ‘Dat is gewoon doen wat je geleerd hebt tijdens je opvoeding. Volgens mij geldt dat voor de overgrote meerderheid van de Nederlanders.’ Dan wat concreter: ‘Toen ik klein was, had mijn opa een familiebedrijf. Mijn vader nam dat op een gegeven moment over en m’n oom werkte er ook. En alles in dat bedrijf was gericht op de lange termijn; dat het voor de volgende generaties ook nog zou bestaan. Dat is volgens mij duurzaamheid. Dat gaat dus over veel meer dan alleen maar ‘groen’. Het gaat over relaties, klanten, medewerkers, omgeving en inderdaad ook over in wat voor auto je rijdt. In mijn ogen ga je als ondernemer een blijvende relatie met je werknemers aan. Dat worden partners en na een tijd worden het vrienden. De huidige directeur van het eerste bedrijf – het huidige Everest – dat ik ooit oprichtte, was mijn derde medewerker en is nog altijd een vriend van me. Wij geven om elkaar. En zo geef ik ook om de omgeving en uiteindelijk de planeet. Als ik zie dat mensen niet zo in het leven staan, stuit me dat tegen de borst. Ik heb het in ieder geval nooit anders gedaan. Nou ja, een aantal jaren geleden ben ik inderdaad heel bewust een andere auto gaan rijden. Maar verder is er in de manier waarop ik een bedrijf run, niets veranderd.’
Bonusbeleid
Dat gezegd zijnde, willen we natuurlijk weten wat dan de duurzaamheidsprestaties zijn van het softwarebedrijf dat hij sinds april 2010 heeft geleid: Qurius. ‘We hebben meteen een duurzaamheidsmanager aangenomen die een flink aantal projecten op gang heeft gebracht. Zo zijn we bezig om de diversiteit in onze medewerkersbestand te vergroten, hebben we het wagenpark verduurzaamd, wordt voor alle kantoren het CO2-plaatje gemonitord door de Carbon Neutral Group en hebben we Qurius onder toezicht geplaatst van de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO). Maar belangrijker is misschien nog wel dat enkele ‘executives’ die we hier hadden rondlopen, die overduidelijk niets met dit bedrijf hadden, nu weg zijn, terwijl het bonusbeleid voor het zittende management voor 20 procent afhankelijk is van de duurzaamheidsprestaties.’
Desondanks is Qurius de afgelopen maanden negatief in het nieuws geweest. De beoogde fusie met het Franse Prodware werd een overname door de Fransen, in een deal waar de aandeelhouders niets wijzer van werden. Prompt publiceerde de Vereniging Effecten Bezitters (VEB) begin oktober een artikel op haar site waarin werd gewaarschuwd voor een faillissement. ‘Al die geruchten zijn voor 80 procent lariekoek geweest’, doet Zevenbergen de verhalen af. ‘Dergelijke berichten zijn afkomstig van beleggers die geen enkele interesse in het bedrijf Qurius hebben, behalve de dagkoers van het aandeel. Ik noem dat het tegenovergestelde van duurzaamheid. Die mensen hebben enorm veel schade aangericht en daar ben ik boos over.’ Op de tegenwerping dat dat te verwachten is als je beursgenoteerd bent en een dergelijke deal maakt, geeft hij toe: ‘Deze overname is met name in het belang van de klanten en de medewerkers. We zijn er niet in geslaagd om de aandeelhouders mee te laten delen. Dat heeft alles te maken met een schuldenlast die we erfden uit 2007 en ik moet zeggen: dat is met pijn in het hart.’
Exemplarisch
Het doet een beetje denken aan het verhaal van Ruud Sondag, die hij interviewt in zijn boek. Sondag – tijdens het interview CEO van afvalverwerker Van Gansewinkel – houdt een gloedvol betoog over het duurzaamheidsbeleid van zijn bedrijf, dat onder het motto ‘Afval bestaat niet’ serieus werk maakt van het uit afval destilleren van grondstoffen die vervolgens weer in diverse productiecycli aangewend kunnen worden. Een prachtig voorbeeld van een duurzaam bedrijf, vindt Zevenbergen. En niet alleen hij. Alleen wordt Van Gansewinkel gefinancierd door twee investeringsmaatschappijen – CVC en KKR – die het voor 1,5 miljard euro in de schulden hebben gestopt - een erkende truc in investeerderskringen om bedrijven lean & mean te maken en tegelijkertijd de fiscus het nakijken te geven. Met de alsmaar aanzwellende economische crisis besloten die investeerders alle mooie plannen in de koelkast te zetten en te saneren, waarop Ruud Sondag april jongstleden vertrok. Weg duurzaam Van Gansewinkel.
Vindt Zevenbergen niet dat hij het interview met Sondag in de tussentijd had moeten wijzigen? De informatie die er nu in staat klopt immers niet meer. Zevenbergen: ‘Nee, dat vind ik niet. Wat met Van Gansewinkel is gebeurd, is exemplarisch voor wat ik zeg in mijn boek. Duurzaamheid moet in alles zitten, dus ook in de financiering. En met dergelijke sharks als aandeelhouder is dat niet het geval. Ook Qurius worstelde met een niet-duurzame financiering. In 2007 dacht iedereen dat dat kon, maar vijf jaar en twee crises later blijkt dat gewoon niet zo te zijn.’
Trendsetters
Een ander bedrijf dat hij aanhaalt in zijn boek is de Amerikaans-Nederlandse tapijtfabrikant InterfaceFlor. Oprichter Ray Anderson las een boek van landgenoot Paul Hawken en besloot zijn bedrijf radicaal te verduurzamen. Anderson leeft ondertussen niet meer, maar InterfaceFlor is nog altijd een van de duurzame trendsetters in de wereldwijde tapijtbranche. De missie heeft de oprichter overleefd. ‘Dat is anders dan bij TNT’, zegt Zevenbergen. ‘Peter Bakker heeft daar een enorme stoot energie in duurzaamheidsbeleid gestopt, maar het is na zijn afscheid ingestort.’ Hij bedoelt het niet als kritiek op Bakker, die in Zevenbergens ogen een heuse WIE – World Improving Entrepreneur – is. Maar van het duurzaamheidsbeleid bij Nederlandse multinationals is hij niet onder de indruk. ‘Shell roept van alles, maar denkt alleen maar aan zijn aandeelhouders. Akzo Nobel duurzaam? Wat ik vooral hoor is veel obligate praat. Ze trekken heel veel van wat ze al doen naar hun duurzaamheidsprogramma, ze labelen het duurzaam, rapporteren er netjes op en kloppen zich vervolgens op de borst. Een Tex Gunning, die daar in de raad van bestuur zit, is heus duurzaam gedreven. Maar denk je dat je dat merkt als je bij een vestiging op bezoek gaat? Nee, mijnheertje.’
‘Van Paul Polman bij Unilever en Feike Sijbesma bij DSM ben ik ook overtuigd dat ze het menen. En ze doen geweldig werk. Maar ik blijf het idee houden dat het niet meer is dan scratching the surface. De test zal zijn of duurzaamheid echt in het hart van die bedrijven terecht is gekomen als deze mannen weer verdwijnen.’
Duurzaam @ the speed of passion is Zevenbergens derde boek. Waarom wilde hij nu een boek publiceren over dit onderwerp? ‘Eigenlijk gaan mijn eerdere boeken, En nu laat ik mijn baard staan en 't Is groen! ook over duurzaamheid, alleen met name over de People-kant. Ik wil mensen gewoon inspireren om op een duurzame manier aan het ondernemen te slaan. En deze keer heb ik het wat breder aangepakt.’ Overigens is hij op zoek naar de vraag wat je als duurzaam ondernemer nou succesvol maakt, uitgekomen op precies dezelfde conclusie als in die andere twee boeken, namelijk: ‘Zonder passie krijg je het niet van de grond.’ Het maakt niet uit welk onderwerp Leen Zevenbergen aansnijdt: passie is zijn boodschap. ‘Ja, inderdaad. Passie is voorwaardelijk voor alles, ook duurzaamheid. Het is de energie die je voor iets in je lijf hebt. Als die energie er niet is, moet je er gewoon niet aan beginnen.’