Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Interview

Victor Lamme

‘Populisten drukken op de goede knoppen in het brein’

In zijn nieuwe boek Waarom – Op zoek naar wat ons werkelijk drijft verkent Victor Lamme, professor in cognitieve neurowetenschappen, verschillende vakgebieden. ‘Ik vind het leuk om al dat ingewikkelde gedrag zo plat mogelijk te slaan tot iets heel fundamenteels en biologisch.’

Ger Post | 12 januari 2017 | 5-7 minuten leestijd

Wat dreef u om dit boek te schrijven?
Als ik mijn eigen mantra volg – dat mensen niet weten waarom ze iets doen, omdat er op allerlei knoppen in hun hoofd wordt gedrukt zonder dat ze het doorhebben – dan kan ik alleen maar gissen naar mijn beweegredenen. Laat ik een poging wagen. Ik vind het om te beginnen leuk om te schrijven, omdat je er veel van leert. Tijdens het schrijven worden mijn beloningscircuits geactiveerd. Dat ik het boek tijdens een mini-sabbatical in Parijs schreef, hielp ook om het leuk te maken. Verder heb ik als wetenschapper een soort zendingsdrang, vandaar dat ik me ook met allerlei maatschappelijke dingen bemoei. Die zoektocht naar erkenning of gelijk willen hebben is een belangrijke drijfveer.

Voor dit boek bent u als een onderzoeksjournalist te werk gegaan.
Wat ik in dit boek vooral heb proberen te doen is allerlei maatschappelijke ontwikkelingen te duiden aan de hand van kennis uit de hersenwetenschappen, psychologie, economie, sociologie en antropologie. Dat zijn aanpalende vakgebieden die ook allemaal wat over menselijk gedrag zeggen en ik vond het leuk die erbij te betrekken. Dit boek is wat dat betreft uitgebreider dan De Vrije Wil Bestaat Niet, niet alleen wat betreft het palet van onderwerpen dat ik behandel, maar ook het palet van wetenschappelijke disciplines.

Dat laatste is opvallend voor iemand die bij zijn benoeming tot professor nog stelde ‘Weg met de psychologie’ en die samen met Dick Swaab vaak optreedt als de grootste pleitbezorger van hersenwetenschappen.
Neurowetenschappen speelt in Waarom een relatief bescheiden rol. Dat heeft er ook mee te maken dat ik het wel eens leuk vind om wat anders te lezen dan alleen neurowetenschappen, dus in die zin heb ik ook mijn eigen interesse gevolgd. Daarbij is er een goede reden dat er veel meer disciplines in dit boek zitten, omdat het gaat over maatschappelijke ontwikkelingen. Ik vind het dan wel weer leuk om al die wetenschapsgebieden en al dat ingewikkelde gedrag zo plat mogelijk te slaan tot iets heel fundamenteels en biologisch. Het gaat bijvoorbeeld over de beloningscircuits in het brein en hoe je veel gedrag kunt reduceren tot zoeken naar beloningen. Een andere fundamentele mechaniek is angst. En de derde is onze neiging tot imitatie, ofwel kuddegedrag. De evolutietheorie volgend zijn dat super elementaire drijfveren en ik probeer alles te reduceren naar die drie. Dat maakt het een stuk inzichtelijker.

U citeert het personage Gordon Gekko uit de film Wall Street verschillende keren. Draait de wereld om hebzucht?
De beloningscircuits voor geld zijn eigenlijk precies dezelfde als die van liefde, lekker eten of sociale beloningen. Zelfs dingen als elkaar vertrouwen en van je kinderen houden zijn in het brein in wezen dezelfde knop. Gekko zegt dat greed for life, money, love, en knowledge eigenlijk hetzelfde is en dat is ook echt zo. Natuurlijk vind ik het leuk om zo’n controversiële geldgraaier liefde tot zoiets basaals te laten reduceren. Het is provocerend, maar ik sta er wel achter. Zodra we uit het oog verliezen dat veel van ons gedrag is geënt op het bevredigen van heel basale behoeften, dan gaat het fout.

Een voorbeeld daarvan is transparantie, wat u het slechtste idee van de afgelopen twintig jaar noemt.
Daar heb je zo’n voorbeeld van een maatschappelijke ontwikkeling waarbij niemand stilstaat om zich even af te vragen: wat zijn daar de effecten van? Of de bijwerkingen? Het idee is natuurlijk dat transparantie de wereld beter maakt. Maar als je je erin verdiept, moet je toch concluderen dat het eigenlijk omgekeerd is. Het gaat juist bergafwaarts met vertrouwen als transparantie toeneemt. We hebben namelijk de neiging om altijd te focussen op de dingen die niet goed gaan en op negatieve informatie. Dan kun je nog honderd positieve dingen op tafel leggen, maar dat werkt dan niet meer. Politiek is veel transparanter geworden, maar is het vertrouwen toegenomen? Voor rechtspraak geldt hetzelfde. Een kwalijk voorbeeld vind ik zelf geneeskunde, waar de arts vroeger iemand in een witte jas was en op een voetstuk stond. Hij maakte je beter en daar had je honderd procent vertrouwen in. Maar tegenwoordig kun je op internet zien hoe goed hij presteert en hoeveel doden er bij hem vallen. Hoe fijn is het om een ziekenhuis binnen te rijden waar je van weet dat er het afgelopen jaar 153 mensen zijn overleden? Het kan best zijn dat in dezelfde periode er 7000 mensen zijn gered, maar dat zorgt er niet voor dat je je beter voelt. Hoe meer transparantie en hoe meer mensen kunnen vinden en weten, hoe banger ze over algemeen worden.

Uw boek was al geschreven voordat Donald Trump de verkiezingen won. Hoe verklaart u zijn succes?
Waar populisten goed in zijn, is het drukken op de goede knoppen van het brein van de kiezer. Er zijn drie knoppen: hebzucht, angst en kuddegedrag. Bij Trump valt er wat te halen met ‘Make America Great Again’: hij belooft dat hij je werk geeft, dat je klanten weer terugkomen. Greed wordt heel concreet aangesproken. Tegelijkertijd neemt hij de angsten van mensen weg, want ze hoeven zich geen zorgen meer te maken over buitenlanders en moslimterroristen. Het derde punt is dat mensen op een gegeven moment zien dat hij een stroming vertegenwoordigt, omdat steeds meer mensen zich aansluiten. Dat spreekt het kuddegedrag aan. Dat stapelen van verschillende drijfveren is het recept voor het winnen van verkiezingen, maar ook voor bijvoorbeeld veel verkopen op een website.

Hoe stapelen bedrijven die drie factoren?
Booking.com doet dat bij het verkopen van hotels. Ten eerste spreken ze hebzucht aan met plaatjes van een mooi hotel. Als je vervolgens naar zo’n hotel kijkt, krijg je een pop-up die zegt dat er nog vier mensen naar kijken. Dat wakkert het kuddegedrag aan, want als andere mensen ook interesse hebben, dan zal het wel goed zijn. Als laatste komt dan natuurlijk het bericht waarmee de angst om achter het net te vissen wordt aangewakkerd: ‘Er zijn nog maar twee kamers over.’ Door je bij het opstellen van een website of een marketingplan even af te vragen of je op die drie emoties drukt, ben je een heel stuk verder. En dat geldt des te meer voor management, want een goede manager weet op welke beloning zijn personeel loopt, welke angsten er spelen en hoe hij de juiste norm neerzet. Die drie factoren maken al snel het verschil tussen een bedrijfscultuur waar alles lukt of juist niet. En ook daarvan staan veel voorbeelden in het boek.

Over Ger Post
Ger Post (1981) studeerde journalistiek en cognitieve neurowetenschappen en is nu docent brain and cognitive sciences aan de Universiteit van Amsterdam. Naast handboeken over interdisciplinair onderzoek, schrijft hij als journalist stukken over hersenonderzoek voor De Neuroloog en Managementboek Magazine.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden