Wat dreef u om
dit boek te schrijven?
Als ik mijn eigen mantra volg – dat mensen niet weten waarom ze iets doen,
omdat er op allerlei knoppen in hun hoofd wordt gedrukt zonder dat ze het
doorhebben – dan kan ik alleen maar gissen naar mijn beweegredenen. Laat ik een
poging wagen. Ik vind het om te beginnen leuk om te schrijven, omdat je er veel
van leert. Tijdens het schrijven worden mijn beloningscircuits geactiveerd. Dat
ik het boek tijdens een mini-sabbatical in Parijs schreef, hielp ook om het
leuk te maken. Verder heb ik als wetenschapper een soort zendingsdrang, vandaar
dat ik me ook met allerlei maatschappelijke dingen bemoei. Die zoektocht naar
erkenning of gelijk willen hebben is een belangrijke drijfveer.
Voor dit boek
bent u als een onderzoeksjournalist te werk gegaan.
Wat ik in dit boek vooral heb proberen te doen is allerlei maatschappelijke
ontwikkelingen te duiden aan de hand van kennis uit de hersenwetenschappen,
psychologie, economie, sociologie en antropologie. Dat zijn aanpalende
vakgebieden die ook allemaal wat over menselijk gedrag zeggen en ik vond het
leuk die erbij te betrekken. Dit boek is wat dat betreft uitgebreider dan De Vrije Wil Bestaat Niet, niet alleen
wat betreft het palet van onderwerpen dat ik behandel, maar ook het palet van
wetenschappelijke disciplines.
Dat laatste is
opvallend voor iemand die bij zijn benoeming tot professor nog stelde ‘Weg met
de psychologie’ en die samen met Dick Swaab vaak optreedt als de grootste
pleitbezorger van hersenwetenschappen.
Neurowetenschappen speelt in Waarom een relatief bescheiden rol. Dat heeft er ook mee te maken dat ik het wel eens
leuk vind om wat anders te lezen dan alleen neurowetenschappen, dus in die zin
heb ik ook mijn eigen interesse gevolgd. Daarbij is er een goede reden dat er
veel meer disciplines in dit boek zitten, omdat het gaat over maatschappelijke
ontwikkelingen. Ik vind het dan wel weer leuk om al die wetenschapsgebieden en
al dat ingewikkelde gedrag zo plat mogelijk te slaan tot iets heel
fundamenteels en biologisch. Het gaat bijvoorbeeld over de beloningscircuits in
het brein en hoe je veel gedrag kunt reduceren tot zoeken naar beloningen. Een
andere fundamentele mechaniek is angst. En de derde is onze neiging tot imitatie,
ofwel kuddegedrag. De evolutietheorie volgend zijn dat super elementaire
drijfveren en ik probeer alles te reduceren naar die drie. Dat maakt het een
stuk inzichtelijker.
U citeert het
personage Gordon Gekko uit de film Wall Street verschillende keren. Draait de
wereld om hebzucht?
De beloningscircuits voor geld zijn eigenlijk precies dezelfde als die van
liefde, lekker eten of sociale beloningen. Zelfs dingen als elkaar vertrouwen
en van je kinderen houden zijn in het brein in wezen dezelfde knop. Gekko zegt
dat greed for life, money, love, en knowledge eigenlijk hetzelfde is en dat
is ook echt zo. Natuurlijk vind ik het leuk om zo’n controversiële geldgraaier liefde
tot zoiets basaals te laten reduceren. Het is provocerend, maar ik sta er wel
achter. Zodra we uit het oog verliezen dat veel van ons gedrag is geënt op het
bevredigen van heel basale behoeften, dan gaat het fout.
Een voorbeeld daarvan
is transparantie, wat u het slechtste idee van de afgelopen twintig jaar noemt.
Daar heb je zo’n voorbeeld van een maatschappelijke ontwikkeling waarbij
niemand stilstaat om zich even af te vragen: wat zijn daar de effecten van? Of
de bijwerkingen? Het idee is natuurlijk dat transparantie de wereld beter maakt.
Maar als je je erin verdiept, moet je toch concluderen dat het eigenlijk
omgekeerd is. Het gaat juist bergafwaarts met vertrouwen als transparantie
toeneemt. We hebben namelijk de neiging om altijd te focussen op de dingen die
niet goed gaan en op negatieve informatie. Dan kun je nog honderd positieve
dingen op tafel leggen, maar dat werkt dan niet meer. Politiek is veel
transparanter geworden, maar is het vertrouwen toegenomen? Voor rechtspraak
geldt hetzelfde. Een kwalijk voorbeeld vind ik zelf geneeskunde, waar de arts
vroeger iemand in een witte jas was en op een voetstuk stond. Hij maakte je
beter en daar had je honderd procent vertrouwen in. Maar tegenwoordig kun je op
internet zien hoe goed hij presteert en hoeveel doden er bij hem vallen. Hoe
fijn is het om een ziekenhuis binnen te rijden waar je van weet dat er het
afgelopen jaar 153 mensen zijn overleden? Het kan best zijn dat in dezelfde
periode er 7000 mensen zijn gered, maar dat zorgt er niet voor dat je je beter
voelt. Hoe meer transparantie en hoe meer mensen kunnen vinden en weten, hoe banger
ze over algemeen worden.
Uw boek was al
geschreven voordat Donald Trump de verkiezingen won. Hoe verklaart u zijn succes?
Waar populisten goed in zijn, is het drukken op de goede knoppen van het
brein van de kiezer. Er zijn drie knoppen: hebzucht, angst en kuddegedrag. Bij
Trump valt er wat te halen met ‘Make America Great Again’: hij belooft dat hij
je werk geeft, dat je klanten weer terugkomen. Greed wordt heel concreet aangesproken. Tegelijkertijd neemt hij de
angsten van mensen weg, want ze hoeven zich geen zorgen meer te maken over
buitenlanders en moslimterroristen. Het derde punt is dat mensen op een gegeven
moment zien dat hij een stroming vertegenwoordigt, omdat steeds meer mensen
zich aansluiten. Dat spreekt het kuddegedrag aan. Dat stapelen van
verschillende drijfveren is het recept voor het winnen van verkiezingen, maar
ook voor bijvoorbeeld veel verkopen op een website.
Hoe stapelen
bedrijven die drie factoren?
Booking.com doet dat bij het verkopen van hotels. Ten eerste spreken ze
hebzucht aan met plaatjes van een mooi hotel. Als je vervolgens naar zo’n hotel
kijkt, krijg je een pop-up die zegt dat er nog vier mensen naar kijken. Dat
wakkert het kuddegedrag aan, want als andere mensen ook interesse hebben, dan
zal het wel goed zijn. Als laatste komt dan natuurlijk het bericht waarmee de
angst om achter het net te vissen wordt aangewakkerd: ‘Er zijn nog maar twee
kamers over.’ Door je bij het opstellen van een website of een marketingplan
even af te vragen of je op die drie emoties drukt, ben je een heel stuk verder.
En dat geldt des te meer voor management, want een goede manager weet op welke
beloning zijn personeel loopt, welke angsten er spelen en hoe hij de juiste
norm neerzet. Die drie factoren maken al snel het verschil tussen een
bedrijfscultuur waar alles lukt of juist niet. En ook daarvan staan veel
voorbeelden in het boek.