Uiteindelijk zal de verklaring voor menselijke psychologie en gedrag verklaard worden door activiteit in het brein. Niet alleen beroemde neurowetenschappers zoals Dick Swaab en Victor Lamme onderbouwen dit idee, ook vele auteurs van managementboeken bewijzen de assumptie bewust of onbewust lippendienst. Vaak zijn de namen voor theorieën en boeken een belangrijke aanwijzing voor het idee dat we niet meer zijn dan ons brein, zoals neuromarketing, neurosollicitant (in het nieuwe boek van Fiona Kloosterman) en neurofobie (waarom sommige geneeskundestudenten neuroanatomie niet zo goed begrijpen en leren).
Filosoof Aldo Houterman, die aan een boek werkt over sport en filosofie, denkt dat we meer zijn dan ons brein. Om zijn punt te onderbouwen refereert hij onder andere aan de casus van de meest talentvolle (en duurste) voetballer ter wereld, Pablo Neymar.
Stel: als Paris Saint Germain, de nieuwe club van Neymar, de investering van 222 miljoen euro financieel wil waarborgen, kan het dan het beste de voeten van de Braziliaan verzekeren, of zijn brein? Een neuro-essentialist zou een polis nemen voor het brein van de Braziliaan. Neymar ís namelijk zijn brein en met een neuro insurance (dit domein is nog te koop voor slechts $10.000) zou de voetballer – inclusief zijn talenten – zijn gedekt. Immers, als we in het brein van Neymar konden kijken, dan zouden we zien dat de voeten van de balkunstenaar van daaruit worden aangestuurd.
Het toeval wil dat we in het brein van Neymar kunnen kijken. Althans, hij deed drie jaar geleden mee aan een onderzoek waarbij hij liggend in de hersenscanner werd gevraagd enkele seconden met zijn enkel te draaien, een kenmerkende beweging voor een voetballer. In vergelijking met drie profvoetballers uit de tweede divisie in Spanje, een amateur voetballer en twee zwemmers, maten de onderzoekers minder activiteit in Neymar’s motorische cortex, het deel van de hersenen dat verbonden is met het maken van bewegingen. Dit resultaat onderbouwde eerdere bevindingen bij concertpianisten, bij wie minder neurale activiteit meetbaar was in verschillende hersendelen in vergelijking met mensen die minder bedreven waren in het bespelen van het instrument.
Een implicatie van deze studies is volgens Houterman dat het de één-op-één-relatie tussen hersenen en gedrag problematiseert, omdat de relatie per persoon verschilt en het omdat het gebied dat de beweging zou aansturen niet toe, maar juist afneemt bij toename in expertise. Hij schrijft: ‘Jarenlang elke dag op straat voetballen cultiveert de pezen, zenuwbanen, gewrichten en beenderen. Doordat deze organen op elkaar ingespeeld zijn geraakt hebben ze minder sturing van bovenaf nodig voor dezelfde beweging.’
Houterman hangt een theorie aan die ervan uitgaat dat er wat vooraf gaat aan de hersenactiviteit: de oriëntatie van het gehele lichaam op de ruimte (in het geval van Neymar: de bal, het veld en de tegenstander). ‘Zulke kennis is in continue beweging, omdat hij namelijk gegrond is in de toevallige omstandigheid van het lichaam. Loop je bijvoorbeeld langzaam, dan komt de bal vlug op je af; ben je in volle sprint, dan ligt de snelheid van dezelfde pass voor jou een stuk lager.’ Net als de voeten, leveren de hersenen een bijdrage aan die coördinatie.
De hersenen sturen dus geen lichaamsbewegingen aan op basis van (visuele en tactiele) prikkels waarin nog geen onderscheid is gemaakt, zoals volgens de wij-zijn-ons-breintheorie. De voetbewegingen van grote voetballers als Neymar vormen volgens Houterman ‘het snijpunt tussen lichaam en wereld. De beide enkelgewrichten hielden aan de ene kant het lichaam staande en anderzijds wendden ze de bal aan in de richting van het doel. Omdat het brein van een voetballer pas ontstaat na jarenlang oefenen, zien we onder de hersenscanner slechts het product van lichaamsbeweging – niet haar oorzaak.’
Daarmee lijkt PSG er goed aan te doen ook de voeten van Neymar te verzekeren, aangezien die een belangrijk onderdeel zijn van zijn talent.