Cultuur kan ons ontroeren, in beweging zetten en aan het denken zetten over zaken waar we vaak gedachteloos langs heengaan. In essentie gaat het over betekenisgeving en menszijn. Economie gaat over geld, rendement en bezit. Over onze bankrekening en de waarde van ons huis. De wereld van de verbeelding en die van het kapitaal lijken twee uitersten van een spectrum, en hebben op het eerste gezicht weinig met elkaar van doen. De werkelijkheid is anders.
Creatieve economie
Creatieve economie wil zeggen dat we met een economische blik naar culturele en creatieve sectoren kijken. Het eerste wat dan opvalt is de substantiële economische waarde die ze voortbrengen. En zelfs dit inzicht is relatief nieuw. Het CBS schreef in 2015 bij hun eerste rapportage: ‘Cultuur en media kosten niet alleen geld, maar dragen ook bij aan de Nederlandse economie en werkgelegenheid. De sector is in omvang vergelijkbaar met bijvoorbeeld de bouw.’ Een kleine tien jaar geleden werd dit nog met lichte verbazing als nieuwsfeit naar buiten gebracht.
Het is belangrijk dat deze cijfers boven tafel zijn. En tegelijkertijd: wanneer je de sector langs de meetlat legt van oude economische denkers zoals Adam Smith, Maynard Keynes of Milton Friedman, valt weer eens op hoe ongelofelijk beperkt die economische blik eigenlijk is.
Zakgeld
Want wat is waarde? Zoals bijna iedereen van mijn generatie weet ik precies welke muziek ik kocht voor mijn eerste zakgeld: het liedje Mamma Mia van Abba maakt nog altijd deel uit van wie ik ben. Zoals ook de immense schilderijen van Hilma af Klint me recent wisten te raken tijdens een bezoek aan Tate Modern. Wat is zo’n ervaring waard? Een paar gulden? Inmiddels 25 euro? Of misschien zelfs wel een paar duizend euro? Hier zien we dat het ondoenlijk is om de essentie van kunst, cultuur en creativiteit, betekenis geven aan ons leven, te vertalen naar economische waarde.
Ergens weten we dat wel, maar toch bepaalt die ouderwetse wet van vraag en aanbod nog steeds ons gedrag. Om toegang te krijgen tot deze ervaringen moeten we immers een prijs in geld betalen. En als iets duur is zullen we het minder snel aanschaffen, ongeacht de werkelijke waarde die het voor ons heeft.
Positieve effecten
Wanneer je kijkt naar de positieve effecten van de creatieve sector, buiten de economische waarde, is de lijst eindeloos lang. Zo zet het aan tot reflectie, kan het bijdragen aan de eigen identiteit en aan saamhorigheidsgevoel. Bovendien tonen talloze onderzoeken aan dat kunst en cultuur een sterk positieve invloed hebben op onze gezondheid en welzijn. Zelfs de World Health Organization heeft overheden geadviseerd kunst en cultuur actief te betrekken in hun gezondheidsbeleid.
Er is al veel gezegd en geschreven over de aangekondigde btw-verhoging op cultuurproducten, zoals kranten, boeken of kaartjes voor het theater en festivals. Oscar Wilde schreef ooit: ‘a cynic knows the price of everything and the value of nothing.’ De huidige regering heeft vooral de prijs van cultuur doorgerekend, maar lijkt de waarde van dit alles uit het oog verloren te zijn.
Over Winnie Moltmaker
Winnie Moltmaker studeerde Economie en is als docent verbonden aan de Hoge School voor de Kunsten in Utrecht (HKU) waar ze onder meer verantwoordelijk is voor het vak Creatieve Economie en Cultuurbeleid. Daarnaast is ze zelfstandig adviseur in de creatieve industrie. Eerder werkte ze onder meer als uitgever voor organisaties als DPG Media en VARA/BNN.