Wat is Ubuntu en hoe verhoudt zich dat tot evolutionair leiderschap?
Ubuntu is een tribale filosofie die de nadruk legt op onze gedeelde humaniteit en een diepe verbondenheid met alle levensvormen op aarde. Het is een holistisch concept dat onder anderen werd gebezigd door leiders als Nelson Mandela en Desmond Tutu, vanuit de gedachte: I am because we are and because the planet is, in plaats van het westers-individualistische I think, therefore I am. Historisch gezien is leiderschap altijd verbonden geweest met transitie en verandering. In het licht van de talloze crises waarmee we momenteel te maken hebben is zo’n evolutionaire stap ook nu nodig, en snel. Of het nu gaat om klimaatverandering, oorlog of ongelijkheid, het is van levensbelang om onze egocentrische maatschappij om te vormen naar een door collectieve waarden gedreven samenleving. Het boek is bedoeld om leiders daarbij een routekaart te geven. Het is een weerslag van vijftien jaar experimenteren en praktijkervaring.
Hoe bent u daarin terechtgekomen?
Als corporate antropoloog en inclusief ondernemer was ik twintig jaar geleden in Ethiopië om een lokale partner te helpen bij de ontwikkeling en bouw van een eco-resort en opleidingscentrum. Daar kreeg ik voor het eerst in mijn leven te maken met een besluitkring, wat het hart van het Ubuntu-concept vormt. Ik werd neergezet op een marktplein en omringd door wat voor mijn gevoel een bont gezelschap van twaalf, dertien willekeurige mensen was: gesluierde vrouwen, mannen in pak en in een overall, jongeren, ouden van dagen. Pas toen ze aan me voorgesteld werden begreep ik dat ze waren uitgenodigd om maximale diversiteit in het gesprek te injecteren. Ondertussen was onze kring omringd door honderden leden uit de hele gemeeschap. Hun rol was om om zich te melden als een bepaald inzicht ontbrak, en dat vervolgens ook te vertegenwoordigen. Op die manier werden zelfs de kleinste stemmen in het beslissingsproces meegenomen.
Hoe word je een evolutionair leider?
Ubuntu gaat over gemeenschap en welzijn, dus de eerste stap is om betekenis te zoeken en je te verbinden aan een hoger doel. In het Westen zijn de meeste bedrijven opgericht met een commercieel oogmerk, maar een groeiende groep ontleent inmiddels haar bestaansrecht aan de ambitie om van de wereld een betere plek te maken. Waar het in feite op neerkomt is dat je van een traditionele, piramidevormige bedrijfsstructuur naar een circulair model gaat. Ubuntu maakt geen onderscheid tussen een professioneel en privé-persoon, en dat geeft je de mogelijkheid om een tribe te creëren waarin de hele mens tot zijn of haar recht komt.
Het Nederlandse advocatenkantoor Nauta Dutilh is daar een mooi voorbeeld van. De firma heeft niet alleen een goed diversiteitsbeleid, maar vertaalt dat ook door in inclusie. Aan diversiteit op zich heb je namelijk niet zoveel. Mensen moeten zich ook veilig voelen om zich te laten zien zoals ze werkelijk zijn, met al het goede en slechte vandien. Anders is diversiteit en inclusie niet meer dan het zetten van een vinkje, en zal het talent dat je via de voordeur binnenhaalt weer net zo snel door achterdeur verdwijnen.
Is Ubuntu als tribale filosofie wel opschaalbaar?
Zeker. Ubuntu leent zich prima voor kleine én grote organisaties. Onlangs organiseerden we bijvoorbeeld een besluitkring rondom de vraag hoe we gezondheidszorg betaalbaar kunnen houden. Voor maximale diversiteit hadden we daarbij niet alleen beleidsmedewerkers van het ministerie uitgenodigd, maar ook GGD-medewerkers, hulporganisaties en huisartsen. De patiënten werden vertegenwoordigd door een vrouw met zware MS en haar hulphond. Voor de ambtenaren in de top van de zorgpiramide was dat de eerste keer dat ze spraken met eindgebruikers, wat compleet nieuwe inzichten opleverde. Zo vertelde de patiënt dat ze op sommige dagen bezoek kreeg van negen private zorgaanbieders. Met zo’n versnippering is het logisch dat de kosten de pan uitrijzen. Zo’n sessie kun je in het klein doen, maar ook met duizenden mensen om je heen, bijvoorbeeld in de vorm van een jaarvergadering, of als verkiezingsinstrument. De regering van Botswana voltooit met Ubuntu in zes weken tijd een totale volksraadpleging door van dorp tot dorp te trekken. Rwanda organiseert zelfs bijeenkomsten via het internet, zodat ook de diaspora live bij het proces betrokken wordt.
Wat is het belangrijkste obstakel voor evolutionair leiderschap?
Je moet durven loslaten. Ubuntu-leiders hebben er geen probleem mee dat ze niet over alle antwoorden beschikken, omdat ze weten dat hun gebrek aan kennis door hun omgeving kan worden aangevuld. Dat is iets waar wij in Nederland doorgaans moeite mee hebben. Westerse bedrijven opereren toch vaak op basis van een command and control-model. Daarmee zeg je in feite dat je je mensen als een productiemiddel ziet waar je weinig fiducie in hebt. Maar als je geen vertrouwen hebt, laten mensen zich niet horen of zien, en krijg je ook geen betrokkenheid terug. Dat is ook de reden dat westerse leiders vaak zo eenzaam zijn, want anders dan hun Ubuntu-collega’s hebben ze het gevoel dat ze het allemaal alleen moeten doen. Een andere voorwaarde is dat je transparant moet zijn. Het delen van de waarheid is makkelijk als alles goed gaat. Maar als de nood aan de man is moet je ook man en paard durven noemen.
U spreekt uit ervaring?
Jazeker, bijvoorbeeld toen tijdens de pandemie een heel stuk van onze business instortte. We hebben toen besloten om alle boeken open te gooien zodat mensen konden zien hoe we er financieel voor stonden. Vervolgens zijn we samen gaan praten over mogelijke oplossingen, en ontstond er een plan waaraan iedereen naar draagkracht en mogelijkheden bij wilde dragen. In een westerse setting zou je meteen gaan saneren, maar met Ubuntu zijn we er samen uitgekomen, en hebben we de crisis overleefd zonder ook maar één iemand te hoeven ontslaan. Dat is wat een tribe een tribe maakt.
Over Jeroen Ansink
Jeroen Ansink is journalist in New York. Hij schrijft en schreef onder meer voor HP/De Tijd, Elsevier Weekly Magazine en Fortune.com. Voor Managementboek schrijft hij interviews. Ansink voltooide een vrij doctoraal in de Letteren aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en behaalde het certificaat Business Journalism aan de Wharton Business School aan de Universiteit van Pennsylvania.