Waarom is er zoveel onzin over coaching?
Deels heeft dat denk ik te maken met het feit dat iedereen zichzelf coach kan en mag noemen, en iedereen daar weer een eigen invulling aan geeft. Daar zitten soms goedbedoelende maar onbekwame mensen tussen, die de reputatie van het vak natuurlijk geen goed doen. Ook weten mensen vaak niet wat het vak nu daadwerkelijk inhoudt. Iets wordt al snel ‘coaching’ genoemd, terwijl het eigenlijk over advisering of mentoring gaat. Daarnaast weten mensen vaak niet dat er wetenschappelijke onderbouwing is voor de effectiviteit van coaching. Dat komt denk ik omdat er een kloof zit tussen wetenschap en praktijk bij coaching: er wordt binnen coaching nog weinig gebruikgemaakt van wetenschappelijke kennis, terwijl die kennis er wel is. Mensen vallen dan terug op alleen intuïtie of praktijkervaring. Dat kan goed uitpakken, maar ook tot ‘onzin’ leiden.
Tegelijkertijd worden coaches in organisaties steeds meer ingezet. Kennelijk voorziet het beroep ook in een behoefte.
Dat komt ook omdat er in organisaties geen taboe meer op rust. Tot voor kort werden coaches in het bedrijfsleven vooral ingezet om problemen op te lossen, vaak als laatste redmiddel voordat mensen weggestuurd, of ontslagen gingen worden. Maar onder invloed van de positieve psychologie ligt tegenwoordig de focus ook op het verbeteren van dingen die al goed gaan. Bovendien blijkt uit onderzoek dat coaching, anders dan vaak gedacht, wel degelijk iets oplevert, zeker als je binnen afgebakende kaders naar een duidelijk omschreven doel toewerkt.
Is een hoog uurtarief daarbij indicatief voor de kwaliteit van de coach?
Dat is iets dat ik nog graag zou willen uitzoeken. Sommige executive coaches rekenen inderdaad veel meer dan de 100 tot 150 euro per uur die volgens de Nederlandse Orde van Beroepscoaches het gemiddelde is. Dat hoge tarief zou voor een placebo-effect kunnen zorgen, omdat mensen zich meer gaan inzetten naarmate ze ergens veel geld of tijd in steken. Maar daar heb ik in de wetenschappelijke literatuur nog niks over kunnen vinden.
U ben zelf geen coach, maar wetenschapper. Heeft u ooit overwogen om zelf het vak in te gaan?
Toen ik jaren geleden begon met het schrijven van boeken, blogs en artikelen over coaching wilde ik zelf inderdaad ook ervaren hoe het is om een coach te zijn, en speelde ik met het idee om me ‘even snel’ te laten certificeren bij de Nederlandse Orde van Beroepscoaches. Maar om goed te kunnen coachen ben je al snel een paar dagen per week kwijt, en ik merkte dat mijn hart toch echt bij de wetenschap ligt. De link naar de praktijk heb ik uiteindelijk gelegd met mede-auteur Aveline Dijkman, een ervaren geaccrediteerd Master Practitioner coach. Wat mij betreft zouden meer onderzoekers dit moeten doen. Het vakgebied is weliswaar de kinderschoenen ontgroeid en bevindt zich momenteel ergens in de puberteit, maar een grotere feeling met de branche geeft ook een beter beeld wat er nog onderzocht moet worden. De kloof tussen wetenschap en praktijk is best nog groot.
Waar blijkt dat uit?
Een discussie die binnen de beroepsgroep momenteel gevoerd wordt is of een coach en een coachee op elkaar moeten lijken. Zo wordt er vaak wat lacherig gesteld dat iedereen die een burn-out heeft gehad een burn-out coach wordt, vanuit het idee dat als je weet hoe het is, je automatisch geschikt bent om mensen te begeleiden die daar ook mee worstelen.
Klopt dat idee?
Er is met betrekking tot ‘op elkaar lijken’ helaas nog geen specifiek onderzoek gedaan naar burn-out, maar als je kijkt naar een gedeelde achtergrond in bijvoorbeeld de functie die je hebt bekleed, of de persoonlijkheidskenmerken die je hebt, dan zie je dat het niet zoveel oplevert als er gelijkenis is tussen de coach en de coachee. Of dat áls er al een effect is, dat vaak nadelig is. Je zou denken dat als mensen op elkaar lijken, er sneller een vertrouwensband ontstaat, waardoor het coachingsproces soepeler verloopt. Aan de andere kant is het ook best mogelijk dat een gelijkenis met je coachee je minder neutraal en nieuwsgierig maakt, waardoor je minder doorvraagt en misschien meer gaat invullen. Maar dat zijn nog steeds hypothesen. Zo is het bij meer aandachtsvelden in het vakgebied: we beginnen dingen te ontdekken, maar het waarom is vaak nog onzeker.
Wat heeft u nog meer ontdekt?
Een bevinding die mij verraste is dat online coaching net zo effectief kan zijn als face-to-face sessies. Mensen zijn daar nog best terughoudend in, maar het onderzoek geeft daar eigenlijk geen reden toe. En ook wandelcoaching lijkt niet onder te doen voor reguliere vormen van coaching.
Hoe zit het met AI coaches?
Onderzoek laat zien dat je met kunstmatige intelligentie goed eenvoudige coachdoelen kunt bereiken. Dat betekent overigens niet automatisch dat coach daarmee een uitstervend beroep is, want het is nog niet duidelijk of dat voor complexere problemen ook opgaat. Waarschijnlijk zal er ook een fysieke rol weggelegd blijven voor de teamcoach. Het omgaan met groepsdynamiek is iets wat een chatbot nog niet kan.
Kan coaching ook averechts uitpakken?
We hebben in Zin en onzin over coaching een hoofdstuk gewijd aan eventuele bijwerkingen. Zo blijkt uit onderzoek dat ook goed uitgevoerde coaching inderdaad een averechts effect kan hebben. Het kan bijvoorbeeld voorkomen dat mensen een lagere werktevredenheid ervaren als gevolg van coaching. Of dat ze als werknemer ineens heel kritische vragen gaan stellen. Ook hebben coaches de neiging om negatieve bijwerkingen aan de coachee te wijden en niet zozeer aan zichzelf. Overigens nemen de negatieve bijwerkingen van coaching af naarmate de relatie tussen coach en coachee beter is. Investeren in die zogenoemde ‘werkalliantie’ tussen coach en coachee is dus sowieso een goed idee.
Over Jeroen Ansink
Jeroen Ansink is journalist in New York. Hij schrijft en schreef onder meer voor HP/De Tijd, Elsevier Weekly Magazine en Fortune.com. Voor Managementboek schrijft hij interviews. Ansink voltooide een vrij doctoraal in de Letteren aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en behaalde het certificaat Business Journalism aan de Wharton Business School aan de Universiteit van Pennsylvania.