We lachen er nu soms nog om. Onze eerste ontmoeting – zo’n twintig jaar geleden. Ik zat te wachten in de kantine, terwijl ik vanuit de directiekamer de directeur tekeer hoorde gaan tegen de redacteur waarmee ik had afgesproken. Bezweet kwam mijn afspraak een kwartier later dan afgesproken de kamer uit. ‘Sorry. Het liep een beetje uit de hand daarbinnen.’ Een paar jaar later vond ik mijzelf thuis in tranen op de bank, terwijl ik mij afvroeg wat mijn collega’s en mij overkwam. De directeur, toen inmiddels ook mijn directeur, bleek de gave te hebben al zijn medewerkers, leveranciers en andere externe relaties kapot te maken. De enige die niet begrepen waar we het toch over hadden, was de raad van toezicht, die hij met mooie praatjes had ingepalmd.
In die tijd las ik een van de boeken van Manfred Kets de Vries, waarin hij ingaat op narcistisch leiderschap. Het was alsof ik een biografie van mijn directeur las. Uit wanhoop citeerde ik Kets de Vries in een brief aan de RvT met een smeekbede om hun verantwoordelijkheid te nemen en in actie te komen. Ik kreeg een woedende reactie terug. Wie was ik om zo over de directeur te spreken?! Dit was het moment waarop ik besefte dat deze strijd niet te winnen viel. Kets de Vries had mij in zijn boek overigens als gewaarschuwd: heb je te maken met een narcistisch leidinggevende, kun je in feite maar een ding doen: maken dat je wegkomt.
Aan deze traumatische tijd moest ik denken toen ik Narcisme in organisaties las van Alice Vlottes. Een flashback die de rillingen over mijn lijf deed lopen. Alsof ze er destijds bij was geweest en alsnog een besloten had een verslag over onze situatie te schrijven… Ik pakte mijn pen erbij en begon te onderstrepen wat ik herkende. Een nutteloze exercitie zo bleek, want er bleven weinig zinnen vrij van een dikke blauwe streep.
Maar goed, waar hebben we het over wanneer we het hebben over narcisme? Misschien het handigst om nu een rijtje kenmerken over te nemen uit het boek van Vlottes, met direct de opmerking dat iemand een narcist is als hij (of zij!) vijf of meer van deze kenmerken heeft. Daar komt die:
* Heeft een opgeblazen gevoel van eigen belangrijkheid. Overdrijft zijn eigen prestaties en talenten en verwacht als superieur erkend te worden.
* Verlangt buitensporige bewondering. Heeft het nodig dat anderen naar hem opkijken.
* Heeft een gebrek aan empathie. Kan zich niet verplaatsen in anderen en erkent hun gevoelens niet.
* Heeft grootste plannen, visionaire beelden, fantasieën over successen, macht, prestaties…
* Gelooft dat hij heel speciaal en uniek is en is ervan overtuigd dat hij bijzonder is. Gaat graag om met mensen met een hogere status (zij begrijpen hem tenminste, denkt hij).
* Verwacht behandeld te worden alsof hij boven alles en iedereen staat. Hij denkt recht te hebben op bepaalde privileges.
* Exploiteert anderen, dat wil zeggen: hij maakt misbruik van anderen om eigen doeleinden te bereiken.
* Is vaak afzijdig of meent dat anderen op hem afgunstig zijn.
* Vertoont hooghartig gedrag en kijkt op anderen neer.
Dit rijtje is volgens Vlottes niet compleet. Denk alleen nog aan kenmerken als agressief gedrag, gespeelde charme, dominantie, een zucht naar macht en controle, het ontbreken van schuldgevoelens en berouw, gebrek aan emoties, eigen verantwoordelijkheid ontkennen, anderen de schuld geven, geen zelfreflectie hebben, niet tegen kritiek kunnen en manipulatief gedrag vertonen.
Dit is me nogal een opsomming… En steeds beter begrijp ik nu waarom dit ons kapot maakte…
Hoe we er met z’n allen in eerste instantie konden instinken? Vlottes geeft het met een verhelderende tabel aan, waarin ze de fases van wittebroodsweken, twijfel, desillusie, escalatie en ingrijpen langsloopt.
Het grote gevaar zit hem in de zogenoemde ‘wittebroodsweken’. De tijd waarin iedereen euforisch is over de nieuwe directeur of leidinggevende die bevlogen zijn ideeën deelt. Volgens Vlottes is een narcist iemand die aansprekende ‘ideeën met verve weet neer te zetten…[…] Hij gebruikt aansprekende woorden, zoals ‘verbinding’, ‘menselijkheid’, ‘het verschil maken’, ‘samen’, enzovoort, enzovoort.’ En ja, in het begin klinkt dit volgens de auteur nog als muziek in de oren. Totdat… Totdat de bovengenoemde kenmerken van de narcist steeds duidelijker worden en de teamemotie over de leidinggevende in een vrije val terecht komt. Vlottes beschrijft vervolgens precies het gevoel wat ik destijds had: ‘Je kunt je vinger er niet helemaal op leggen wat er gebeurt, maar je hebt het gevoel dat er iets niet klopt, je weet alleen niet precies hoe of wat.’
Gelukkig gaat Vlottes in haar boek uitgebreid in op de ondertitel van haar boek: ‘Hoe overleef ik een narcistische manager?’ Nu schreef ik diverse keren ‘Oeps’ langs de kantlijn in het boek. ‘Oeps’, omdat ik hier zelf de mist in was gegaan. Neem alleen haar belangrijkste waarschuwing: ‘Laat je niet raken en blijf kalm.’ Ik kan rustig stellen dat mijn amygdala behoorlijk op knappen stond – en dit ook uitte… Het bleek allemaal niet te helpen. Want ondanks haar vele tips, komt ook Vlottes tot de conclusie dat er uiteindelijk maar twee mogelijkheden zijn: of de narcistische leidinggevende wordt gedwongen te vertrekken of je maakt zelf dat je wegkomt.
Hoe het in destijds in mijn geval afliep? De directeur liep uiteindelijk door opgeklopte jaarcijfers tegen de lamp en werd ontslagen. Met een goede afkoopsom, uiteraard. Want dat had hij natuurlijk wel goed dichtgetimmerd.
Wij waren verlost… Maar arme medewerkers van het bedrijf waar hij nu aan de slag ging…
Te maken met een narcistische manager – of een donkerbruin vermoeden? - aanschaffen dit boek. Of als de donder ontslag nemen…
Over Henk Jan Kamsteeg
Henk Jan Kamsteeg is eigenaar van het trainingsbureau Proistamenos. Hij geeft trainingen en keynotes op het gebied van o.a. dienend leiderschap, inclusief leiderschap en storytelling. Daarnaast is hij auteur van diverse boeken zoals Dienend leiderschap, De kracht van het compliment en Spreken met passie; de kracht van storytelling, Inclusief leiderschap en Op weg naar een vitale organisatie