Het boek heeft een heldere structuur met voor elk wat wils: visie en inzicht worden steeds opgevolgd door praktijkervaring en voorbeelden, die vervolgens in bijpassende modellen en concepten worden ingebed, gelardeerd met de nodige referenties. De foute figuur 2.3 (verschillend en gelijk staan verkeerd om in de eerste kolom), klakkeloos gekopieerd naar hoofdstuk acht, zette me wel even op het verkeerde been, maar de overige figuren zijn zeker verhelderend. Door deze opzet heeft het boek kwaliteiten van een naslagwerk, waarbij de verwijzing naar de website van het bedrijf van de schrijvers (www.netage.com) tevens toegang geeft tot een verkorte versie van het boek (in het Engels). Een in deze wereld passende service. Echt vernieuwend is de in het boek genoemde informatie- en communicatietechnologie (ICT) zelf niet te noemen: de verweving met het werk in teamverband is dat voor velen wel. Er wordt een helder inzicht gegeven in de belevingswereld van samenwerkingsverbanden, die vanwege het gebruik van de ICT niet meer plaats en tijdgebonden hoeven te zijn. Voor veel organisaties is het denken buiten de bekende kaders van vaste kantooruren- en muren juist innovatief, vanwege de organisatorische consequenties. Het begrip ruimtetijd, ontleend aan de hedendaagse natuurkunde wordt door de schrijvers dan ook in een organisatorisch perspectief gezet, expliciet met de mens centraal. Bij mij gaf juist dat een 'aha-belevenis': virtuele teams worden letterlijk 'de menselijke kant van de relatie tussen organisatie en technologie' genoemd. Vrijwel het hele boek is geschreven vanuit dat perspectief, waarbij de kwaliteit van de relaties wordt benadrukt. De constatering dat de talloze (virtuele) samenwerkingsverbanden over ondernemingsgrenzen heen gaan en dat teams kunnen bestaan uit 'conculega's' van verschillende organisaties, zet concurrentie in een geheel nieuw licht: 'coöpetitie' Het antwoord op de vraag waarom virtuele teams bestaansrecht hebben, wordt in het eerste hoofdstuk gezocht in de extra mogelijkheden die ruimtetijd-onafhankelijkheid ('worm-gat') biedt. Hierbij dacht ik zelf niet meteen aan een 24 uurs economie ('ons bedrijf is nooit dicht'), maar aan de leefruimte die de verregaande flexibiliteit het individu in zo'n team biedt. Er moet echter wel aan de voorwaarden van een gezamenlijke doelstelling en goede verbindingen en relaties zijn voldaan. Virtuele Teams wordt zowel in een historische context van de nomadische, agrarische, industriële en huidige informatie tijdperken geplaatst, als vanuit het perspectief van organisatorische en communicatieve processen bekeken. Dit alles wordt in het licht gesteld van de (moderne) media, die bij virtuele teams zo'n prominente plaats innemen. Bij het onder de loep nemen van de rolverdeling in teams wordt vervolgens stil gestaan bij de diverse leiderschapsrollen in een team, helaas wordt hierbij wat heen gedraaid om de effecten op hiërarchie en rangen. In hoofdstuk zes wordt de gefaseerde wording van een virtueel team besproken, met alweer veel aandacht voor de sociale-organisatorische aspecten. Het groeiproces van een verzameling individuen tot een werkbaar virtueel team wordt op diverse plaatsen in het boek belicht. Hoofdstuk acht geeft zelfs een soort kookboek voor virtuele teams. Het leidt de lezer nog even kort door de groeifasen op een resumé-achtige wijze, waarbij diverse tools worden aangereikt om het de virtuele team-builder eenvoudiger te maken. Ik had dit hoofdstuk eigenlijk na hoofdstuk negen verwacht, waar een exposé wordt gegeven van het belang van virtuele teams voor de ontwikkeling van het 'sociale kapitaal'. Misschien een idee voor een volgende druk, waarin meteen de vertaling nog eens onder de loep zou kunnen worden genomen. Conclusie: het is een interessant boek, met nadrukkelijk aandacht voor de inbreng van mensen bij het effectief gebruik van ICT.
Over Kees Kranenburg
Kees Kranenburg is werkzaam als adviseur bij Overmars Organisatie Adviseurs in Bilthoven. Hij is specialist op het gebied van innovatie en het strategisch gebruik van technologie. Hij is vaak projectleider en verbindingslijn richting subsidieverstrekkers waarbij bedrijven samenwerken met universiteiten. Fokker Space is menigmaal zijn opdrachtgever.