Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Recensie

Vier grondleggers van de pedagogiek

In het ‘woord vooraf’ lezen we dat Vier grondleggers van de pedagogiek het 3e deel is van een vijfdelige reeks over Pioniers van de Nederlandse gedragswetenschappen. De vier grondleggers zijn Philip Kohnstamm, Martien Langeveld, Wilhelhemina Stellwag en Stephan Strasser. Wie zijn zij, wat was hun context en waarom zijn zij grondlegger van de pedagogiek?, zijn vragen die de lezer na afloop kan beantwoorden.

Peter de Roode | 30 maart 2016 | 3-5 minuten leestijd

In de goed geschreven inleiding wordt ingegaan op de vraag: waarom moeten wij onze voorgangers kennen? Als antwoord kan gegeven worden: om te voorkomen dat we opnieuw het wiel uitvinden en dus ook om te voorkomen dat we overbodig onderzoek doen. Maar het belangrijkste is m.i. dat ‘we in de gedragswetenschappen historisch veranderlijke verschijnselen bestuderen’. De pedagogen zijn om die reden dan ook beschreven in hun context zodat de lezer goed kan aanvoelen wat er in hun tijd gangbaar was en welke vraagstukken aan de orde waren.

Het boek start bij Kohnstamm en neemt dus een chronologische volgorde in. De lezer krijgt te vernemen dat Kohnstamm aanvankelijk natuurkundige was en later voor de pedagogiek koos. Waarom? Omdat hij vond dat de natuurwetenschap geen ruimte bood voor ‘individuele concreetheid’, en hij verschoof van idealisme naar realisme. Scholen hebben het vandaag de dag over personalistisch onderwijs, maar zou men weten dat het personalisme de grondleggende gedachte van Kohnstamm was? Een ander thema dat verbonden is met de huidige tijd is wat destijds genoemd werd ‘revolt against positivism’: het verzet tegen de dominantie van de natuurwetenschappen en het besef dat de idealen van de Verlichting op hun grenzen waren gestuit. Opmerkelijk hieraan is – nogmaals – dat Kohnstamm deskundig was zowel op het gebied waar hij zich tegen afzette (de natuurwetenschappen) als waar hij naar toe wilde (de pedagogiek). Drie van de vier pedagogen hebben te maken gehad met de 2e WO hetgeen hun werk negatief heeft beïnvloed. Wat de lezer bij drie van de vier pedagogen bemerkt (m.u.v. Strasser), is de strijd die elke hoogleraar in zijn tijd voerde om de pedagogiek tot een serieuze wetenschap op de kaart te krijgen en vooral te houden. Bij Langeveld zien we dat het meest dramatisch terug. Daarin leert de lezer niet alleen de context kennen van de Utrechtse hoogleraar, we leren Martien Langeveld ook kennen als persoon. Hij was zeer ambitieus die soms wel eens mensen voor het hoofd stootte. Filosofen, ‘echte’ wetenschappers en ook de minister kregen van hem soms een veeg uit de pan. Wat Langeveld opbouwde, werd tijdens zijn hoogleraarschap langzaam afgebroken met name door de opkomst van de empirisch analytische beweging (waaronder A.D. de Groot). Langeveld had misschien wel meer aanzien in het buitenland dan in zijn eigen land. Hij kreeg hier niet de waardering die hij zeker verdiende. Hij benadrukte dat het bij de pedagogiek niet alleen ging om rationele verantwoordelijkheid maar ook -en vooral- om morele verantwoordelijkheid. Hoe actueel dit thema voor de 21e eeuw zou zijn, kon Langeveld niet vermoeden. Nu zijn veel deskundigen het erover eens dat de pedagogiek uit de scholen is verdwenen. Vijftig jaar geleden voerde Langeveld die strijd al. Een strijd die hij helaas verloor. Er is onzorgvuldig met zijn erfgoed omgegaan. Waar het bij Kohnstamm ging over personalisme ging het bij Langeveld over het serieus nemen van het kind. Dat klinkt anno 2016 mogelijk als ‘vaag’, ‘subjectief’ en misschien ook wel weinig ‘evidence based’. De pedagogiek heeft zich hier continu tegen moeten verzetten. En de andere twee pedagogen? Het minst interessant vond ik het verhaal over Strasser. Te theoretisch en te ingewikkeld geschreven. Daarentegen boeide het leven en de opvattingen van Stellwag wel. Zij weet er voor te zorgen dat de pedagogiek aan betekenis wint door zich in te zetten voor de wetenschappelijkheid van het vakgebied. Het interessante aan Stellwag is dat zij zowel schreef voor practici als voor theoretici. Huidige discussies in het onderwijs of de leerstof gecentreerd behandeld moet worden of vakgericht was vijftig jaar geleden reeds door Stellwag van een visie voorzien. Hoewel meer een onderwijskundig dan een pedagogisch onderwerp, vond zij dat alle leerstof geïntegreerd aangeboden moest worden. Ze was dan ook voorstander van wat we later ‘projectmatig werken’ zouden noemen. Wat opvalt in het verhaal over Stellwag is dat zij het Koningshuis ten tijde van Juliana en Bernhard heeft geadviseerd over opvoeding en educatie. De reden dat zij tot een van de grondleggers van de pedagogiek wordt gezien, zijn haar didactische vaardigheden en haar beschrijving van de opvoeding. Een zeer lezenswaardig boek, helaas m.u.v. het hoofdstuk over Strasser, dat interessant is voor veel onderwijsmensen.

Over Peter de Roode

Drs. Peter de Roode is zelfstandig adviseur en trainer. Hij ondersteunt organisaties bij het invoeren van grootschalige veranderingen waarbij gedragsverandering centraal staat. 

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Boek bij dit artikel

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden