Natuurlijk zijn regels nodig om orde te brengen in de complexe samenleving en binnen een organisatie. We leren die omgangsregels aan vanuit opvoeding en gewoonterecht. Dat zijn de regels die we als legitiem ervaren, regels waarvan iedereen het nut ziet en die daarom ook worden nageleefd. Ben Kuiken heeft het in 'Fuck de regels' over een ander soort regels. Onze hedendaagse samenleving wordt verstikt door een overmaat aan regels, procedures en protocollen, die elkaar ook nog eens tegenspreken. Managers zijn bang dat ze zonder regels de bedrijfsdoelstellingen niet halen: er worden 50 tot 350% meer managementbesluiten genomen. Managers besteden 40% van hun tijd aan het schrijven van rapporten en 30 tot 60% aan vergaderen. Ook het aantal lagen met coördinerende functies dijt flink uit. Vooral het maatschappelijk middenveld kenmerkt zich, meer nog dan de overheid zelf, door een overmaat aan regelzucht. Denk aan vakbonden, publieke bedrijfsorganisaties, werkgevers- en werknemersverenigingen, uitvoeringsorganen en geprivatiseerde organisaties. Regels komen voort uit een mechanistisch wereldbeeld dat gelooft in maakbaarheid van de samenleving. Echter: regels zijn een momentopname, bedoeld om grip te houden op een papieren realiteit. De werkelijkheid is grilliger, zodat er alleen maar meer uitzonderingen ontstaan. Die weer nieuwe regels creëren en nog meer controle op naleving eisen. Die controle kost onevenredig en onmeetbaar veel geld en tijd en frustreert elke vorm van effectiviteit en motivatie. Wat er dan ontstaat, noemt Kuiken een low-trust-samenleving. Wat we nodig hebben, is gezond verstand. Mensen beschikken over een zelfoplossend vermogen en zijn uitstekend in staat om zelf verantwoordelijkheid te nemen en de dingen te doen die echt belangrijk zijn. De leraar, de agent of de zorgverlener: ze kunnen zelf wel bepalen wat goed is, maar worden gehinderd door de overkill aan regels die al lang geen middel meer zijn, maar een doel op zich. Als die regels (vaak tegen beter weten in) toch worden nageleefd, gaat het meestal pas echt fout. De auteur pleit voor vertrouwen in een 'high-trust society'. Mensen hebben een zelfoplossend vermogen en zijn in staat om bij calamiteiten orde in de chaos te scheppen. Aardbeving, vuurwerkramp, watersnoodramp: mensen zetten snel een vorm van organisatie om te helpen op poten; zonder manager, zonder opgelegde regels. Vertrouwen is gebaseerd op gemeenschappelijke normen en waarden binnen een gemeenschap, vaak van generatie op generatie overgeleverd. Vertrouwen is ook gebaseerd op professionele standaarden en beroepscodes. Kuiken geeft een paar handreikingen: 1 kleinere organisatievormen waarin ruimte is voor interpersoonlijk contact; 2 aandacht voor het primaire doel in plaats van voor instrumentele en nevendoelen; 3 ruimte voor fouten, leren, creativiteit en innovatie; 4 ontbureaucratisering: het beperken van regels in maatschappij en organisatie tot een minimum en afschaffing waar mogelijk. Als je wilt dat mensen zich verantwoordelijk gedragen, hun hersens gebruiken en bijdragen aan een gemeenschappelijk doel, dan moeten ze niet gehinderd worden door een keurslijf van regels, richtlijnen en protocollen. Dan ontstaat verandering en innovatie. Verandering laat zich niet managen. 'If you feed them peanuts, you get monkeys.' Wie kent de absurde verhalen over de regelzucht níet? 'Fuck de regels' appelleert aan de ergernis van velen; Kuiken haalt de regelzucht en het gebrek aan legitimiteit uit de sfeer van onderbuikgevoel en borrelpraat en zet het thema expliciet op de maatschappelijke agenda. Daar zit ook de kracht. De talloze actuele voorbeelden brengen het thema dichtbij zodat het vlot leest. Voor wat zijn oplossingsrichtingen betreft: daar is geen speld tussen te krijgen. Er zal alleen heel wat moeten gebeuren om er echt gestalte aan te geven, temeer omdat op macro-, meso en microniveau verschillen in aanpak nodig zijn. Wie gaat die kat de bel aanbinden?
Over Hilde Veraart-Maas
Hilde Veraart-Maas (1954-2019) was organisatiesocioloog. Na 22 jaar Human Resources Management vestigde zij zich als HRM-adviseur, trainer en (team)coach. Zij heeft door de jaren heen het socratisch coachen verder ontwikkeld. Zij werkt vanuit het principe: 'je weet zelf het beste wat goed voor je is!' De kracht van gedachten staat in haar aanpak centraal en de methode bewijst vooral goede diensten als iemand niet geholpen wil worden. Zij schreef diverse boeken over socratisch coachen, niet alleen als coachingsmethode (2006), maar ook over de vele toepassingsmogelijkheden. Zij was Master Practitioner NOBCO EMCC.