De flaptekst van Inspiratie belooft dat iedereen inspiratie krijgt die daarvoor kiest. ‘Ook jij.’ Zo’n belofte zorgt ervoor dat ik dit boek wel moet lezen. Ergens in het begin van het boek zegt Dijksterhuis, hoogleraar psychologie van het onbewuste, dat ik de beloofde inspiratie niet zomaar krijg. Ik moet er wel wat voor doen. Dijksterhuis is onder meer bekend van zijn bestseller Het slimme onbewuste. En dat onbewuste speelt een grote rol bij inspiratie, wordt ook in dit nieuwe boek weer duidelijk. Maar het onbewuste moet het wel mogelijk worden gemaakt om iets te leveren wat de moeite waard is.
Verhalen
Inspiratie definieert Dijksterhuis als inademing of bezieling. In de vorm van verhalen laat Dijksterhuis zien waar de inspiratie vandaan komt bij succesvolle mensen zoals Gandhi, Bach, Mozart, Jobs, Pfeijffer, (de RNA-onderzoeker) Karikó en Picasso. Het eerste boek van Rowling was weliswaar gebaseerd op een ingeving die ze in de trein kreeg, maar deze ingeving werd wel voorafgegaan door verschillende - niet gepubliceerde - boeken die ze al had geschreven. Na de inval werkte ze vervolgens jaren aan het uitwerken van de inval tot een manuscript. Naast talent had Mozart via de lessen van zijn vader de basiskennis van de muziekleer en hij luisterde als klein kind uren naar de muzieklessen die zijn vader gaf aan zijn oudere zusje, voordat hij zelf door hem werd onderricht. En daarnaast was hij - ook - een harde werker en dat laatste geldt bijna voor alle succesvolle mensen die Dijksterhuis opvoert in het boek.
Huiswerk
Inspiratie volgt uit transpiratie, je kunt het afdwingen, of in ieder geval de gunstige voorwaarden scheppen. Volgens Dijksterhuis moet je iets graag willen, maar je moet ook je huiswerk doen, je hoofd vol stoppen met nieuwe indrukken en ‘soms een tijdje broeden’. Dijksterhuis onderscheidt drie vormen van inspiratie. De eerste is evocatie of roeping, de tweede is de inval of het idee en als derde de ‘dagelijkse’ inspiratie die je ervaart als je aan het werk bent.
Wandelen
De meeste mensen die Dijksterhuis opvoert, verspillen weinig tijd. Ze worden gekenmerkt door discipline, focus, regelmaat, concentratie en rituelen. Rituelen zoals wandelen. Bijvoorbeeld Darwin wandelde drie keer per dag. Tsjaikovski wandelde elke dag minstens twee uur. Hij ging ervan uit dat als hij minder zou wandelen, zijn inspiratie zou opdrogen.
Columns
Dijksterhuis weet heel veel, heeft heel veel gelezen en heeft heel veel mensen gesproken. Tussen de verhalen door onderbouwt hij de betogen met wetenschappelijke onderzoek. De verhalen zijn informatief, en regelmatig verwijst Dijksterhuis naar wat nog komen gaat of naar een citaat dat al eerder is geschreven. Maar de verhalen zijn ook goed op zichzelfstaand te lezen, het boek leest eigenlijk als een verzameling columns. En Dijksterhuis zegt met eigen woorden: ‘De inhoud van dit boek is losjes georganiseerd rond de drie vormen van inspiratie.’
Verdwalen
In zijn boek legt Dijksterhuis uit welke vormen van inspiratie er zijn, hoe het werkt en hoe we het krijgen. Dijksterhuis maakte het mij niet gemakkelijk om dekern van die onderwerpen helder te krijgen. Het is hard werken om tussen alle verhalen, verwijzingen en inzichten de kern te vinden. Dijksterhuis verwacht dat de lezer ook in een deel van het boek verdwaalt: ‘Laat je rustig meevoeren en als je onderweg een beetje verdwaalt is dat niet erg.’ Te vaak moest ik naar de essentie zoeken waardoor ik niet in de ‘flow’ kwam. En dat is volgens Dijksterhuis toch belangrijk om geïnspireerd te raken.
Zelfwerkzaamheid
De subtitel - Hoe we tot grootse prestaties komen - suggereert meer dan het boek waarmaakt. Het is een boek met verhalen over de inspiratie van anderen. Verder helpt Dijksterhuis de lezer niet. In het boek staan geen tips of handreikingen die de lezer wat op weg helpen om ook tot grootse prestaties kan komen. En deze suggestie ligt toch wel een beetje besloten in de subtitel van het boek. De lezer moet uit de verhalen en de aangereikte theorieën zelf distilleren wat een bruikbaar idee voor hem is. Of zoals Dijksterhuis het zelf formuleert: ‘Je zult onderweg een royale hoeveelheid voorbeelden tegenkomen. Ik hoop dat ze je inspireren.’
Speels
Dijksterhuis moet wel een speelse geest hebben, getuige de opvallende titels die te vinden zijn in de inhoudsopgave van het boek. Ze zijn creatief en maken soms nieuwsgierig, maar verhelderen meestal niet waar het echt over gaat. Zo hebben de paragrafen in het hoofdstuk Evocatie, titels zoals De grote ziel, Verliefdheid- Energie-Magie, De briljante uitvinding, Einstein, Darwin en andere probleemgevallen, of Hoe bijzonder was Mozart?
Door het personenregister achter in het boek is het eenvoudig iemand op te zoeken en in de uitgebreide opsomming van noten valt gemakkelijk de bron van een citaat terug te vinden. Deed elke auteur het maar zo gedisciplineerd.
Relevant voor managers
Vanuit de gedachte dat de doorsnee manager weinig tijd (over)heeft om een (management)boek te lezen, is volgens mij de vorm net zo belangrijk als de inhoud. De inhoud zit bij Dijksterhuis wel goed, maar wat de vorm betreft maakt Dijksterhuis het de lezer niet gemakkelijk. Zo beginnen hoofdstukken niet met een korte introductie van wat komen gaat en ook aan de opmaak is weinig aandacht besteed. Inspiratie is ronduit saai opgemaakt, met veel grijs en zonder een steunkleur. Hij helpt de lezer ook niet door aan te geven wat op een pagina een belangrijk citaat of inzicht is. En aan het eind van een hoofdstuk wordt niet nog even samengevat wat in het voorgaande is gezegd. En deze tekortkomingen zijn jammer, want hij heeft managers best iets te vertellen.
Inzicht
Ondanks deze kanttekeningen is Inspiratie - Hoe we tot grootse prestaties komen, een boek dat de lezer aan het denken zet en helpt bij zijn werk. Van managers wordt immers verwacht dat ze een visie hebben waar het heen gaat met de organisatie. Dat ze begrijpelijke strategische plannen hebben. Maar ook dat ze weten wat hen zelf inspireert, onder welke condities dat tot z’n recht komt en welke rituelen daarbij behulpzaam zijn. Dijksterhuis presenteert een grote diversiteit aan succesvol geïnspireerde mensen, zodat de lezer zich altijd wel met één kan identificeren en zelf geïnspireerd raakt. Maar ook de lezers die benieuwd zijn naar wat succesvolle mensen doen, gecombineerd met wetenschappelijke inzichten, komen aan hun trekken in dit interessante boek.
Over Rudy Kor
Rudy Kor is zelfstandig organisatieadviseur en auteur van diverse managementboeken. Tot voor kort werkte hij (als senior partner) bij Twynstra Gudde. Hij startte zijn werkzame leven bij Philips in Eindhoven. Als adviseur helpt hij (project)managers bij het effectiever inrichten van hun projecten. Als veellezer wordt hij gedreven door nieuwsgierigheid en schrijft regelmatig boekrecensies.