Wel eens last van vergeetachtigheid? Van een haperend brein? Bedenk, ter geruststelling, je hebt pakweg elf keer meer hersencellen dan er mensen rondlopen op aarde. De Hersenstichting schat het aantal hersencellen van de gemiddelde mens op 86 miljard... dat klinkt goed. Maar wat zegt het? We weten immers dat niet het aantal hersencellen maar vooral de verbindingen (synapsen) tussen al die cellen onze intelligentie bepalen. En dat we tot op hoge leeftijd deze noodzakelijke verbindingen kunnen aanmaken, waar we dan wel steeds meer voor moeten doen, denk aan bewegen, een nieuwe taal leren, hersentraining et cetera. We weten steeds meer over de werking van die fascinerende klomp grijze cellen, maar nog lang niet alles.
Vrije wil bestaat niet
Het aantal boeken over de werking van ons brein is eindeloos. Psycholoog Douwe Draaisma schreef meerdere boeken over het geheugen, waaronder het zeer succesvolle Waarom het leven sneller gaat als je ouder wordt. Daarin legt hij onder meer uit waarom we zo weinig onthouden van gebeurtenissen tot ons vierde levensjaar, waarom beledigingen en vernederingen feilloos in ons geheugen zijn verankerd, en waarom ons leven lijkt te versnellen als we ouder worden. Over het puberbrein verschenen meerdere boeken, van onder meer Eveline Crone en Yvonne van Sark; na lezing verzoen je je met de pubers in huis, als ze zich weer eens verslapen of de vuile borden zich rond hun bed opstapelen.
Neuroloog en arts Dick Swaab scoorde in 2010 een onverbiddelijke bestseller met Wij zijn ons brein. Het verscheen in tien talen en werd het best verkochte breinboek in Nederland ooit. Swaab meed de controverse niet, bijvoorbeeld door te schrijven over de lokalisatie van homoseksualiteit in het brein. De kern van zijn onderzoek: al in de baarmoeder staat vrijwel alles al vast waarmee we (wat ons brein betreft) de rest van ons leven mee te maken zullen krijgen. En onze vrije wil? Vergeet het maar. Wat neurowetenschapper Victor Lamme vlak daarvoor ook al schreef in De vrije wil bestaat niet.
Slaap er nog een nachtje over
Maar weinig breinboeken maakten zoveel los als Het slimme onbewuste van de psycholoog Ap Dijksterhuis, dat verscheen in 2007. Deze bestseller werd onlangs in een herziene editie opnieuw uitgebracht, verrijkt met nieuwe inzichten en experimenten. De kern van dit boek is hetzelfde gebleven, vertelt Dijksterhuis: ‘Ons onbewuste denken speelt een veel grotere rol in ons leven dan we vermoeden; vaak hebben we helemaal niet door hoe krachtig onbewuste processen ons gedrag bepalen.’ Dat krachtige zit ‘m vooral in de gigantische verwerkingscapaciteit van ons onbewuste: die is volgens Dijksterhuis duizenden malen groter dan ons bewustzijn, dat maar beperkt informatie kan verwerken. Het idee dat ons bewustzijn de baas is in ons brein, is volgens hem een absolute illusie. ‘Er is geen instantie in ons brein die van bovenaf de boel controleert. Ons onbewuste doet meestal het werk, waarna het bewustzijn wordt geïnformeerd over de uitkomst.’ Het is dan ook slim om ons onbewuste brein optimaal aan het werk te zetten. Maar hoe doe je dat? ‘Verzamel relevante informatie en geef jezelf een concrete opdracht. Met een duidelijk, gemotiveerd doel en liefst ook een strakke deadline. Laat het onbewuste vervolgens een etmaal of langer sudderen. En kijk dan wat je te binnen schiet.’ Kortom, er zit veel waarheid in de klassieker ‘slaap er nog een nachtje over’.
Dijksterhuis ziet om zich heen dat mensen dit serieus nemen: ‘Wat veel ervaren bestuurders doen, en trouwens ook veel kunstenaars, is dat ze aan het eind van de middag of begin van de avond, nog wat informatie tot zich nemen of stukken doorlezen.’ Dan volgt de slimme truc: ‘Vervolgens spreek je met jezelf af dat je de volgende ochtend een beslissing neemt. In de nacht gaan die onbewuste denkprocessen ten dele gewoon door. En dan weet je vaak in de ochtend inderdaad de juiste oplossing of keuze; je voelt intuïtief aan wat je moet doen. Dit werkt vooral goed bij complexe beslissingen, zoals het kopen van een huis of het kiezen van een baan.’ Opmerkelijk: voor het oplossen van eenvoudige problemen en het plannen van concrete acties werkt rationeel, bewust nadenken volgens Dijksterhuis wél goed.
De plasticiteit van ons brein
Ons brein is een orgaan waar je goed voor moet zorgen, constateert Dijksterhuis. ‘Een goede doorbloeding is cruciaal. Dat stimuleer je bijvoorbeeld door flink, liefst dagelijks, te wandelen. Ikzelf? Ik wandel anderhalf tot twee uur per dag. Nee, geen oortjes in. Soms geef ik mezelf voor vertrek een opdracht; het onbewuste gaat tijdens het wandelen dan flink aan het werk en komt meestal met een goed inzicht of de beste oplossing. Geweldig.’ Gaat het over de gezondheid van het brein, dan denken we ook al snel aan neuropsycholoog Erik Scherder, die (bijvoorbeeld in zijn boek Laat je hersenen niet zitten) al jaren hartstochtelijk pleit voor meer lichaamsbeweging. Want bewegen stimuleert de hersenen. Daar kan je niet vroeg genoeg mee beginnen: al vanaf jonge leeftijd zorgt bewegen voor een optimale verstandelijke ontwikkeling, zegt Scherder.
Margriet Sitskoorn, hoogleraar klinische neuropsychologie aan Tilburg University, stelt in Het maakbare brein: ‘Gebruik je hersens en word wie je wilt zijn’. Ze benadrukt dat hersenen niet statisch zijn maar juist zeer dynamisch. Deze breinplasticiteit spreekt tot de verbeelding: onze hersenen hebben het vermogen zich te herstellen: leer je nieuwe dingen, dan passen de hersenen zich aan door nieuwe verbindingen tussen hersencellen te maken en bestaande verbindingen te versterken of te verzwakken. Bekend voorbeeld gaat over taxichauffeurs in Londen. Aan hen worden extreme eisen gesteld wat betreft hun ruimtelijke coördinatie: ze moeten een examen afleggen waarbij ze het complexe stratennetwerk van Londen uit hun hoofd moeten leren. Daarbij is de hippocampus, waarin het ruimtelijk geheugen wordt geregeld, cruciaal. Bij taxichauffeurs die voor het examen slaagden is dat deel van de hersenen duidelijk groter geworden. Bij hen die zakten niet.
Goed geheugen geeft rust
Hoe zien de hersenen van neurowetenschapper Boris Konrad eruit? Deze neurowetenschapper, verbonden aan het Donders Instituut van de Radboud Universiteit in Nijmegen, is meervoudig wereldkampioen geheugensport. Tijdens een geheugenkampioenschap slaagde hij erin om in een kwartier 201 namen en gezichten, en 280 woorden te memoriseren. Hoe hij dat doet, beschreef hij in 2021 in de Geheugensurvivalgids, dat nu in een herziene editie opnieuw is uitgebracht als Je brein op orde. De ondertitel geeft aan waar Konrad op focust: Een beter geheugen, minder stress en meer rust en ruimte in je hoofd. Waarom zouden we ons geheugen moeten trainen als we steeds meer informatie razendsnel online kunnen ophalen? ‘Die vraag krijg ik vaker. We kennen allemaal de angst om iets belangrijks te vergeten; als je kunt vertrouwen op je geheugen, geeft dat de nodige rust. Mensen die met succes hun geheugen trainen, gaan positiever over zichzelf denken, krijgen meer zelfvertrouwen. Je houdt je geheugen het beste scherp door het tot op hoge leeftijd goed te blijven gebruiken: use it or lose it. Al kan je dementie helaas niet met zekerheid voorkomen door veel aan geheugentraining te doen.’
Konrad legt in zijn boek uitgebreid uit hoe hij aan zijn fabelachtige geheugen komt. De kern is de techniek van het geheugenpaleis, die de oude Grieken al gebruikten om allerlei soorten informatie te onthouden. In het kort: denk aan je eigen huis en geef iedere herinnering of feit een specifieke plek in een van de kamers; maak die herinnering visueel door er een levendig beeld aan te koppelen. Loop een denkbeeldige route door het huis en pik in iedere kamer je herinnering weer op.
Meer mindfulness, minder stress
In de meeste breinboeken komen we vroeg of laat de amygdala en de prefrontale cortex tegen. De eerste vormt het emotionele centrum van ons brein, de tweede is de rationele dirigent die orde in de chaos probeert te scheppen. Meestal regeert de amygdala, bijvoorbeeld als we in de stress schieten, stelt Konrad: ‘Wanneer we stress voelen, komt de amygdala in actie. Die bepaalt: vechten, vluchten of bevriezen. Door bijvoorbeeld werkdruk en informatie-overload hebben steeds meer mensen last van chronische stress. Gevaarlijk, want je gaat dan niet alleen ongezonder eten en slechter slapen, maar het kan ook leiden tot een slechter geheugen en zelfs tot blijvende veranderingen in je brein.’ Konrad beschrijft hoe je kunt komen tot meer focus en minder stress, bijvoorbeeld via ademhalingstechnieken en mindfulness. ‘Dat laatste kan leiden tot aantoonbare veranderingen in de hersenen! Dat hebben wetenschappers aangetoond met behulp van hersenscans: bij mensen die regelmatig aan mindfulness doen, krimpt de amygdala enigszins en wordt deze minder geactiveerd tijdens stress.’
Verslaving genetisch bepaald?
Hoe zit het met onze gevoeligheid voor verslaving? Ligt die bij geboorte al vast in onze hersenen? Volgens verslavingsinstelling Jellinek wel, lezen we op de website: alcohol en drugs zijn in staat om ons beloningscentrum, door de afgifte van dopamine, op een zeer krachtige manier te prikkelen, wat lekker voelt. Bij mensen met meer aanleg voor verslaving functioneert het beloningscentrum minder goed, waardoor drugs of drank een veel krachtiger ervaring opleveren. Wat hen vatbaarder zou maken voor verslaving. Deze genetische structuur is erfelijk bepaald, aldus de Jellinek. Toekomstonderzoeker Jeanneke Scholtens onderzocht dit fenomeen bij haarzelf, nadat ze vijf jaar geleden stopte met het drinken van gemiddeld vijf glazen wijn per dag. Subiet, op een avond dat ze bij het inschenken van het vijfde glas ‘vette, witte wijn’ bedacht dat ze alleen thuis was met haar kleine kinderen, en bij brand of een ongeluk weinig waard zou zijn. Ze tekende haar ervaringen eerlijk op in haar boek Roes. Scholtens is eigenaar van trendwatch-platform Buro Zorro en auteur van het recente De toekomst is fantastisch. Ze slaagt er nu al jaren in de alcohol te laten staan, maar ging hard op zoek naar andere manieren en vormen om die aantrekkelijke roes weer te kunnen beleven. ‘Ik word al jaren gefascineerd door de lusten van de mens. Genot stuurt ons gedrag in hoge mate. We worden gestuurd door onze begeerte naar wat we willen voelen, eten, drinken, proeven en hebben. Genot bepaalt wat je doet, hoe je handelt en hoe je je gedraagt.’ Ze is genetisch besmet, in haar familie wordt wel meer goed gedronken.
Onstuimig paard, sterke ruiter
Naarmate we meer weten over hoe ons brein werkt, weten we ook dat we zijn geprogrammeerd om te zoeken naar directe behoeftebevrediging. Het is de korte termijn die telt. Beheersing is een gave, hedonisme domineert ons brein. Beroemd is het experiment van Stanford-wetenschapper Walter Mischel uit 1970, met de kinderen die een marshmallow krijgen voorgezet met de boodschap: je mag ‘m nu eten maar als je een kwartiertje wacht, krijg je er een tweede bij. De meeste kinderen bezwijken; degenen die zich beheersen, en hun bevrediging weten uit te stellen, zouden op latere leeftijd succesvoller zijn. Latere wetenschappers plaatsten overigens wel kanttekeningen bij deze conclusies. Zijn beheersing en wilskracht te trainen? Volgens sociaal psycholoog Roy Baumeister wel, zelfbeheersing vereist volgens hem wilskracht, en die kan je versterken door oefening, schreef hij in Wilskracht. Dat intrigeerde Scholtens. Het kostte haar veel moeite, maar waarom lukte het haar om van de chardonnay af te blijven, zelfs temidden van drinkende vrienden? Ze interviewde voor haar boek onder andere emeritus-hoogleraar verslavingszorg Wim van den Brink. ‘Hij vertelde me de theorie over het paard en de ruiter. Het paard staat voor onze impulsieve reacties, die in ons brein hun oorsprong vinden in de amygdala en de nucleus accumbens. De ruiter staat voor onze rationele denkprocessen; dit meer op de lange termijn gerichte denken vinden we in de prefrontale cortex. Mijn hang naar drinken betekent dat ik een onstuimig paard in me heb; maar volgens Wim beschik ik gelukkig ook over een sterke ruiter. Die zorgt voor discipline en de wilskracht om het paard, dat hunkert naar de roes van alcohol, te stoppen.’ Sterke ruiter of niet, Scholtens schrijft dat ze wel blijft verlangen naar een roes, en daarom op zoek gaat naar andere roesmiddelen; ongevaarlijker dan alcohol, minder verslavend en meer op de lange termijn gericht. ‘Ik heb alternatieven gevonden in andere dingen, van koffie en chocola tot rennen en de verbinding zoeken met anderen.’
Ontdekkingstocht gaat door
Wat is het toekomstperspectief van ons brein en de kennis hiervan? En AI? Futuristen als Ray Kurzweil geloven in singulariteit, een toekomst waarin AI zo geavanceerd wordt dat het de capaciteit van ons brein ruim overstijgt. Elon Musk brengt onze hoofden op hol met zijn initiatief Neuralink, zijn bedrijf waarmee hij menselijke breinen en AI met elkaar wil verbinden. Deze technologie van Brain-Computer Interfaces prikkelt de fantasie. Neurowetenschapper Konrad nuanceert: ‘Een brein verbinden met een ander brein of een computer maakt het niet automatisch slimmer. Volgens mij is de belofte van Neuralink onzinnig. We zijn nog ver verwijderd van het punt dat de hypothetische intelligentie van een machine ons brein kan evenaren.’ Dijksterhuis beaamt dit: ‘Kunstmatige intelligentie, denk aan een schaakcomputer, werkt fundamenteel anders dan het brein. Onze hersenen maken bijvoorbeeld creatieve sprongen, dat kan AI niet imiteren. ChatGPT kan fantastische dingen, maar je kunt het tegelijkertijd nog heel makkelijk voor de gek houden. Wat betreft de werking van ons brein is er nog veel te ontdekken. Neem plasticiteit, bij ieder hersenonderzoek ontdekken we dat het brein toch weer plastischer is dan we altijd dachten. Vergelijk ‘t met het heelal: hoe verder we kunnen kijken, des te meer we ontdekken hoe groot het eigenlijk is. Dat is met het brein ook zo.’
Managementboek Magazine
Dit artikel is verschenen in de papieren editie van Managementboek Magazine in januari 2025.
Bekijk deze editie >