Lieve leiders, is geen standaardmanagementboek met theorie, modellen of verslag van een uitgebreid onderzoek. Janssen beschrijft heel beknopt een grote hoeveelheid verschillende situaties waarin leiders zijn beland. Het zijn niet alleen verhalen over de werkzaamheden van anderen, maar ze heeft het ook regelmatig over haar eigen ervaringen als HR-manager en adviseur. In het begin voelde het boek als een bundel blogs of columns, losjes gegroepeerd rond enkele delen. Pas aan het einde wordt duidelijk dat het boek eigenlijk bestaat uit brieven aan leiders.
Omdat de gebruikelijke regels voor een recensie van een managementboek voor deze opzet niet goed passen, schrijf ik in plaats daarvan een brief aan de auteur.
Brief aan Marianne Janssen
Wat een originele vorm heb je gekozen om je boodschap over aandachtig leiderschap over te brengen! Geen lange theoretische betogen of uitgewerkte modellen, maar persoonlijke verhalen vanuit jouw ervaring als medewerker, leidinggevende en mens. In elk verhaal laat je tussen de regels door zien hoe het beter had gekund.
Jouw kijk op leiderschap noem je ‘lief leiderschap’. Je definieert de term niet expliciet; de lezer moet zelf invullen wat hij of zij eronder verstaat. Dat kan inspirerend werken, maar hopelijk schrikt de term leiders niet af. ‘Lief’ kan immers ook zacht of zweverig klinken, terwijl jouw boodschap juist praktisch en toepasbaar is.
Bij de ondertitel ‘bazen die beter willen’ verwacht je dat het woord ‘baas’ bij veel mensen jeuk oplevert. Voor jou – en voor mij – is het een neutraal woord dat simpelweg een rol aanduidt.
Je vertelt over de bazen die je in je loopbaan bent tegengekomen én over de valkuilen waar je zelf in bent gestapt. Je bent zuinig met woorden. In bijna elke paragraaf zitten impliciete adviezen voor de lezer.
Het boek leest lekker weg, maar dat is ook een risico: de lezer kan te snel doorlezen en de boodschap missen.
structuur
De structuur van Lieve leiders, is helder. Het bestaat uit drie delen, die elk uit drie hoofdstukken bestaan:
Deel 1 – De basis op orde: een warm welkom, een prettige werkomgeving en aandacht voor afscheid.
Deel 2 – Spelen met spanning: teamtroubles, dealen met druk(te) en de kunst van het communiceren.
Deel 3 – Turbulente tijden: verstandig veranderen, maatschappelijk ongemak en beter beslissen.
En om de heilige drie-eenheid te vervolmaken, maak je ook nog gebruik van drie verschillende invalshoeken. Zo blijft het volgens jou overzichtelijk en helder. Het is knap dat je deze heldere structuur door het hele boek heen consequent vasthoudt!
Voor de lezer die de kernboodschap toch gemist heeft, bied je een extra service: aan het einde van elk deel vat je de belangrijkste adviezen samen in drie korte punten, vaak ingeleid met ‘Lieve leiders weten…’, ‘Lieve leiders zien…’ enzovoort. Dat zorgt voor extra houvast.
Een illustratief voorbeeld staat in het hoofdstuk Maatschappelijk ongemak. Daar schrijf je dat lieve leiders maatschappelijk betrokken zijn en hun persoonlijke activisme op een passende manier meenemen naar het werk – om te inspireren, niet om op te leggen.
laagdrempelige handreikingen
Je eindigt Lieve leiders, met een herformulering van je centrale vraag: hoe blijf je een goede baas, een lieve leider? Je biedt daarbij laagdrempelige handreikingen, zodat leiders het boek samen met hun team kunnen gebruiken om lief leiderschap te versterken in hun eigen organisatie.
Je schrijfstijl is consistent en zorgvuldig: je kondigt aan wat je gaat vertellen, vertelt het, vat samen en sluit af met praktische tips. De opmerking in de inleiding dat je ‘associatief’ schrijft, vond ik wat verwarrend, omdat de structuur van het boek juist heel strak gevolgd wordt. Mogelijk bedoel je dat de verbanden in je verhalen associatief tot stand komen.
goed leiderschap
In goed geschreven, korte verhalen maak je duidelijk hoe goed leiderschap er volgens jou uitziet – en hoe niet. Het zijn geen wereldschokkende nieuwe inzichten, maar dat beloofde je ook niet. In je verhalen laat je meestal de lezer zelf de conclusie trekken.
Lief leiderschap vraagt dan ook redelijk wat zelfwerkzaamheid van de lezer. Maar wie dat doet, krijgt direct toepasbare inzichten die morgen al in de praktijk kunnen worden gebracht.
Beste Marianne, jouw boek laat zien dat de meeste leiders meestal hun best doen, dat ze soms onhandig handelen, en dat leiderschap vaak neerkomt op ‘intelligent aanmodderen’. Jij nodigt de lezer uit om te reflecteren of het ook beter kan. Je hebt een boek geschreven voor leiders die (even) geen behoefte hebben aan theoretische modellen of stappenplannen, en dat is verfrissend.
Lieve leiders, is een toegankelijk boek dat aanzet tot reflectie zonder theoretische ballast (al staat achter in het boek wel een korte literatuurlijst). Het is geschikt voor leiders die willen leren door verhalen, niet door modellen of schema’s. Je maakt leiderschap niet ingewikkelder dan het is – en dat is misschien wel de grootste kracht van het boek. Jouw boek biedt herkenbare voorbeelden en laat zien dat leiderschap vooral een kwestie is van blijven proberen en reflecteren.
Over Rudy Kor
Rudy Kor is zelfstandig organisatieadviseur en auteur van diverse managementboeken. Tot voor kort werkte hij (als senior partner) bij Twynstra Gudde. Hij startte zijn werkzame leven bij Philips in Eindhoven. Als adviseur helpt hij (project)managers bij het effectiever inrichten van hun projecten. Als veellezer wordt hij gedreven door nieuwsgierigheid en schrijft regelmatig boekrecensies.