Daar blijft het echter niet bij. Het boek maakt duidelijk op welke wijze en onder welke randvoorwaarden een zwerm – synoniem voor het aantal betrokkenen bij een (maatschappelijk) vraagstuk – in beweging kan komen en ook blijft.
Het werkt toch niet? Zo ingewikkeld is het niet? Ik weet ’t beter, toch? Zullen we een expert vragen? Voorgaande uitspraken zijn veelgehoorde opmerkingen en richtingen die we inslaan bij vraagstukken. De schrijvers Spaans, van der Ploeg en Resink maken duidelijk dat het bewandelen van de begaande paden vaak niet zal resulteren in het oplossen van een complex vraagstuk. Hoe komt dat? De voorbije jaren is de complexiteit van problemen toegekomen, is informatie voor eenieder snel en transparant toegankelijk en zijn burgers of belangenorganisaties mondiger geworden. Deze ontwikkelingen zorgen ervoor dat er meer inspraak is en ook ‘tegengeluid’. Waarom gebruiken we deze dan niet? Dat is de boodschap van de schrijvers.
In het boek geven zij aan dat door co-creatie – nemen van verantwoordelijkheid en eigenaarschap door belanghebbenden – op een actieve en toekomstgerichte manier aan een vraagstuk kan worden gewerkt. De groep – lees de zwerm – wordt eigenaar van een vraagstuk door met elkaar te ontdekken waar de common ground – de verbinding is te vinden.
Voor het organiseren van een dergelijk proces stellen zij de werkvorm voor van werkateliers met een goede procesbegeleider. Onder het duiden van een aantal scherpe spelregels maken zij duidelijk dat de werkateliers voor de deelnemers geen vrijblijvendheid heeft. De procesbegeleider moet het proces en programma faciliteren. Dit is geen sinecure. Voor initiatiefnemers van het vraagstuk en de procesbegeleider geldt er een belangrijke randvoorwaarde: blijf uit het waardeoordeel en laat de groep binnen regels en kaders zelf ontdekken welke richting het toekomstperspectief zich gaat ontwikkelen.
Daarmee ontstaat een richting in plaats van een opgelegd besluit onder het mom van ‘jullie mogen wel meepraten’, maar de invulling staat al vast. Het vorenstaande lijkt geen rocket science, maar de praktijk leert ons dat het o zo moeilijk is om niet te denken voor mensen of groepen. Of om oeverloos met elkaar in overleg te zijn en te blijven zonder concreet doel of eindresultaat. Daar krijgt natuurlijk niemand energie van. Hoe dan wel? Voor het slagen van de beschreven aanpak geven de schrijvers zeer nuttige tips. Het succes van een dergelijke werkvorm (co-creatie door middel van werkateliers) valt of staat met een goede voorbereiding, bij elkaar brengen van de juiste betrokkenen, procesrol goed invullen, actieve betrokkenheid van de deelnemers en natuurlijk ‘wij’ als mensen zelf.
De schrijvers geven voor een concrete uitwerking van deze aanpak een werkvorm met voorbeelden, modellen en praktijksituaties. Op deze wijze leveren zij een bijdrage aan de zoektocht voor het oplossen van vraagstukken. Uiteraard is het van belang dat alle betrokkenen hieraan een bijdrage leveren. Een goede voorbereiding en een open mindset om naar elkaar te willen luisteren is hierbij wezenlijk. Slagen we er in om zonder vooringenomenheid en vrijheid met elkaar het gesprek aan te gaan om te kijken wat zorgt voor verbinding in plaats van de verschillen (te blijven) uitvergroten. Een aanrader is wellicht om achterin Hoe richt je een zwerm? bij hoofdstuk 10 te beginnen om de ja maars te lezen die we allemaal in de praktijk tegenkomen MAAR die duidelijk maken dat we structureel op zoek moeten naar andere wijzen van oplossing van vraagstukken door participatie en eigenaarschap van de ZWERM. Gegeven de diversiteit, complexiteit en snelheid waarop in de huidige tijd vraagstukken op ons afkomen is dat een noodzaak.
Over Frank van Kuijck
Frank van Kuijck is een onafhankelijk en zelfstandig professional in toezicht en advisering binnen de publieke sector. Hij is oprichter en eigenaar van het adviesbureau Toetssteen BV. Daarnaast is hij associate partner bij TransitiePartners. Hij heeft een achtergrond als Partner in de audit en adviespraktijk bij Deloitte en is docent Auditing aan de UVT Tilburg.