Na lezing zou de lezer het boek eigenlijk op een zichtbare plek moeten neerleggen, zodat de vier dik gedrukte woorden van de subtitel hem regelmatig ‘tot de orde roepen'. Die woorden zijn ‘praat minder, luister meer'. Het boek helpt de lezer met praktische handreikingen hoe dat te doen.
Mocht je je afvragen wat het belang is van vragen stellen, dan is het antwoord te vinden in een citaat van de Harvard hoogleraar Clayton Christensen: ‘Zonder een goede vraag kan een goed antwoord nergens heen.’
Velen lijden met mij aan ‘veelpraten’ en ‘veeladviseren’. Het boek heeft mij (nog) bewuster gemaakt van deze neigingen. Al lezend realiseerde ik me dat ik, ook als ik niet expliciet om een advies gevraagd word, dat toch regelmatig geef, soms verpakt in een vraag.
Het boek leest als een trein: Bungay Stanier heeft een losse schrijfstijl en het helpt dat de hoofdstukken onderverdeeld zijn in korte paragrafen met betekenisvolle koppen (als je alleen die koppen leest, kom je al snel tot de essentie), grote letters en nog grotere letters die de kern van een hoofdstuk weergeven. Voor degene die behoefte heeft aan de onderbouwing van het gebodene, sluit elk hoofdstuk af met verwijzingen naar wetenschappelijk onderzoek. Ook de literatuuropgave mag er zijn. En voor de visueel ingestelde mens wordt er regelmatig doorverwezen naar video’s die op YouTube te vinden zijn.
Hieronder staan een paar citaten die mij aan het denken hebben gezet:
- Stel één vraag tegelijk. Echt maar één vraag tegelijk, en wacht zwijgend op het antwoord.
- De vraag ‘wat houdt je bezig?’ garandeert dat een praatje als snel een echt gesprek wordt.
- Geef niet te snel, ongevraagd, adviezen, laat het ‘adviesmonster’ het gesprek niet kapen.
- Stop met het verhullen van advies door er een vraagteken achter te zetten. Heb je zelf een idee, wacht dan. In plaats van je advies te geven is het beter te vragen: ‘Is er verder nog iets?’ Je zult merken dat die persoon vaak dezelfde ingeving heeft die jij ook zo graag wilde delen. Als dat niet zo is, kom dan pas met je eigen suggestie, en dan niet vermomd als schijnvraag.
- Focus je op het echte probleem, niet op het eerste probleem. Pas op voor de ‘probleemwaterval’: na elk probleem komt er nog een, en nog een. Met een goede vervolgvraag valt die waterval in te dammen, zoals: ‘Als jij je op een probleem zou moeten richten, welk zou dan voor jou het echte probleem zijn?’
- Vermijd vragen die beginnen met ‘waarom’ en houd het bij vragen die beginnen met ‘wat’. Dus niet ‘waarom deed je dat?’, maar: ‘Wat hoopte je er mee te bereiken?’ Vraag niet ‘waarom vond je dit een goed idee’, maar: ‘Wat is de aanleiding voor deze keuze?’
- De illusie dat beide gesprekspartners weten wat de ander wil, is wijdverspreid en de oorzaak van veel frustrerende gesprekken.
Door de oorspronkelijke titel (De COACHmethode) lijkt het alsof het boek alleen voor leidinggevenden geschikt is, maar niets is minder waar. Uit het boek wordt wel duidelijk dat het voeren van bevredigende gesprekken voor niemand vanzelf gaat. Maak van coachen een gewoonte kan de communicerende mens een beetje helpen met het verbeteren van de eigen communicatie, in de wetenschap dat het ploeteren blijft.
Over Rudy Kor
Rudy Kor is zelfstandig organisatieadviseur en auteur van diverse managementboeken. Tot voor kort werkte hij (als senior partner) bij Twynstra Gudde. Hij startte zijn werkzame leven bij Philips in Eindhoven. Als adviseur helpt hij (project)managers bij het effectiever inrichten van hun projecten. Als veellezer wordt hij gedreven door nieuwsgierigheid en schrijft regelmatig boekrecensies.