Met plezier heb ik het boek Managen moet – beter presteren door slim te managen van mijn collega (dus in het navolgende zal er wel sprake zijn van enige subjectiviteit) Martijn Jansen gelezen. Hij heeft zijn lijvige proefschrift, dat hij in mei van dit jaar op de VU in Amsterdam met verve en succes verdedigde, nu in een wat compacter (186 pagina’s) boek verwoord. Zijn boek is enerzijds een verslag van zijn promotieonderzoek (wat voor mij soms afleidde van de grote lijn in het betoog) en anderzijds een ‘werkboek’ voor zij die (gaan of willen) managen of gemanaged worden.
Het unieke aan dit boek is dat Martijn Jansen zich door bergen literatuur heeft gewerkt, tientallen (midden)managers en medewerkers (in de financiële dienstverlening) heeft geïnterviewd en uren managende mensen heeft waargenomen bij hun werk en die indrukken heeft geanalyseerd en gecategoriseerd.
De boodschap van het boek is: In organisaties was, is en blijft managen nodig. Daarbij is niet gezegd dat de managementactiviteiten door één persoon, de manager, moeten worden uitgevoerd. Ook bij zelfsturende teams is er immers management nodig. Vandaar de (ietwat dwingende) titel Managen moet. En als ik toch zit te zeuren, wat is de betekenis van het omslag, met daarop een afbeelding van een man met gezichtsbescherming? Als managen zo gevaarlijk is, waarom zou iemand het nog willen doen? (die vraag wordt trouwens beantwoord in hoofdstuk 4).
Managen bestaat volgens Martijn Jansen uit niet meer en niet minder dan dertig activiteiten. Om het overzichtelijk te houden zijn deze dertig gegroepeerd in vier ‘oriëntaties’. De actie oriëntatie is gericht op het zelf uitvoeren van een activiteit. Hieronder vallen activiteiten zoals overnemen, afhandelen, rapporteren en initiatief nemen. De inhoudelijke oriëntatie is gericht op het primaire proces van de organisatie. Te denken valt aan activiteiten zoals signaleren, inschatten en mening vormen. De macht oriëntatie is gericht op het beïnvloeden van anderen. Hieronder vallen activiteiten zoals belonen, bestraffen, escaleren, regie voeren en ruimte geven. De interactie oriëntatie, is gericht op het samen werken met anderen. Activiteiten die hieronder vallen zijn bijvoorbeeld vragen stellen, samenwerken, steunen, feedback geven, coachen, adviseren en faciliteren.
In hoofdstuk twee wordt ieder van de dertig activiteiten in twee pagina’s behandeld (en achterin het boek wordt het nog een keer weer overzichtelijk samengevat). Van iedere activiteit geeft Jansen een kernachtige beschrijving, met vervolgens ter illustratie een korte praktijksituatie. Voor de lezer die zich dan afvraagt ‘so what?’ geeft Martijn zelf al aan wat de waarde van de beschreven activiteit is voor de klant, de medewerker en voor de persoon die managet.
De dertig activiteiten kunnen door elke medewerker worden uitgevoerd, al ligt in het boek wel de nadruk, onder meer in de vele voorbeelden, op uitvoering ervan door de (midden)manager. Ze zijn nodig in elke organisatie, ook al zijn de voorbeelden in het boek grotendeels afkomstig uit de zakelijke dienstverlening.
Alleen al het vergroten van het inzicht van wat managen nu eigenlijk is maakt het boek meer dan de moeite waard! Zo is het de moeite waard voor de manager, die een spiegel krijgt voorgehouden wat nu tot zijn werk c.q. tot zijn gedragingen behoort. Die kan zich vervolgens afvragen welke van de dertig activiteiten hij uitvoert en welke hij, al dan niet terecht, niet uitvoert. Het boek is de moeite waard voor de medewerker die zich met de lijst van dertig activiteiten kan afvragen wie in de organisatie de dertig activiteiten uitvoert. Daar waar niemand ze uitvoert, kan hij onderzoeken wat de gevolgen ervan zijn voor de samenwerking. Hij kan het ook gebruiken om zo gerichter feedback geven aan de eigen manager. En het boek is de moeite waard voor het (zelfsturende)team omdat de teamleden met elkaar de verschillende activiteiten kunnen selecteren op relevantie en deze vervolgens verdelen onder elkaar, of enkele delegeren aan een manager. Alleen al het vergroten van je inzicht in de waarneembare gedragingen, maakt Managen moet de moeite waard!
Rudy Kor is organisatieadviseur en auteur van diverse managementboeken. Hij is senior partner bij organisatieadviesbureau Twynstra Gudde. Hij startte zijn werkzame leven bij Philips in Eindhoven. Zijn passie ligt in het enerzijds reduceren van complexiteit van organisatiekundige vraagstukken en anderzijds bij het overdragen van kennis hierover, op zo’n manier dat het betrokkenen energie geeft.
Over Rudy Kor
Rudy Kor is zelfstandig organisatieadviseur en auteur van diverse managementboeken. Tot voor kort werkte hij (als senior partner) bij Twynstra Gudde. Hij startte zijn werkzame leven bij Philips in Eindhoven. Als adviseur helpt hij (project)managers bij het effectiever inrichten van hun projecten. Als veellezer wordt hij gedreven door nieuwsgierigheid en schrijft regelmatig boekrecensies.