Hoofdlijnen Nederlands recht
Paperback Nederlands 2024 16e druk 9789001079789Samenvatting
• Laagdrempelig en toegankelijk geschreven;
• actueel, inspelend op recente maatschappelijke ontwikkelingen zoals de verkiezingen;
• rijkelijk voorzien van verhelderende schema’s, figuren en illustraties.
Hoofdlijnen Nederlands Recht behandelt de belangrijkste rechtsgebieden die het Nederlandse recht kent en biedt daarmee een algemene instructie voor hbo-studenten in het rechtsdomein.
Het boek legt helder uit hoe rechtsgebieden zich tot elkaar verhouden en hoe deze op elkaar inwerken. Na een algemene oriëntatie volgt de behandeling van het verbintenissenrecht, het goederenrecht, het ondernemingsrecht, het burgerlijk procesrecht, het staatsrecht, het bestuurs(proces)recht, het straf(proces)recht en het Europees recht. In het boek wordt vanuit praktische voorbeelden de vertaalslag naar het recht gemaakt.
Al ruim 30 jaar wordt Hoofdlijnen Nederlands Recht in het hbo voorgeschreven als voorbereiding op de praktijk. Deze herziene, zestiende editie is compleet geactualiseerd.
Hoofdlijnen Nederlands Recht is geschikt voor de propedeuse-fase van alle opleidingen waar Recht wordt gedoceerd.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
1 Terreinverkenning 15
1.1 Is recht saai? 15
1.2 Waarom recht? 16
1.3 Waar vinden we het recht? 18
1.3.1 Wet 18
1.3.2 Verdrag 28
1.3.3 Jurisprudentie 28
1.3.4 Gewoonte 34
1.4 Enkele onderscheidingen binnen het recht 34
1.4.1 Materieel en formeel recht 34
1.4.2 Dwingend en aanvullend recht 35
1.4.3 Objectief en subjectief recht 36
1.4.4 Privaatrecht en publiekrecht 37
Samenvatting 39
Begrippen 40
Vragen 42
2 Verbintenissenrecht – de overeenkomst 49
2.1 Praktijkvoorbeelden 49
2.2 Wanneer ontstaat er een overeenkomst? 51
2.3 En toch geen overeenkomst? 54
2.3.1 ‘Mijn wil was niet overeenkomstig mijn verklaring’ 54
2.3.2 ‘Mijn wil was gebrekkig gevormd’ 56
2.3.3 Overeenkomst is in strijd met de wet, goede zeden of openbare orde 60
2.3.4 ‘Ik ben handelingsonbekwaam’ 61
2.4 Welke inhoud heeft een overeenkomst? 66
2.4.1 Hetgeen partijen overeenkomen 66
2.4.2 Wet 67
2.4.3 Gewoonte 68
2.4.4 Redelijkheid en billijkheid 68
2.5 Men komt niet na wat is afgesproken 71
2.5.1 Nakoming (met aanvullende schadevergoeding) 72
2.5.2 Vervangende schadevergoeding 73
2.5.3 Aanvullende schadevergoeding 78
2.5.4 Ontbinding (met aanvullende schadevergoeding) 79
2.5.5 Vervangende en aanvullende schadevergoeding 80
2.5.6 Overzicht rechten van crediteur bij niet-nakoming door debiteur 80
2.6 Opschortingsrechten 81
2.6.1 Exceptio non adimpleti contractus 81
2.6.2 Onzekerheidsexceptie 82
2.6.3 Recht van retentie 82
2.7 Beëindiging en opzegging 83
Samenvatting 84
Begrippen 86
Vragen 89
3 De arbeidsovereenkomst en de koopovereenkomst 97
3.1 Het bijzondere van de arbeidsovereenkomst en de koopovereenkomst 97
3.2 Arbeidsovereenkomst 98
3.2.1 Definitie van arbeidsovereenkomst 98
3.2.2 Enkele afspraken in de arbeidsovereenkomst 100
3.2.3 Ontslagrecht 103
3.3 Koopovereenkomst 107
3.3.1 Definitie van koop 107
3.3.2 Handelskoop en consumentenkoop 108
3.3.3 Verplichtingen van de verkoper 109
3.3.4 Verplichtingen van de koper 111
3.3.5 Risico van beschadiging en vernietiging 112
3.3.6 Recht van reclame 112
3.3.7 Koop op proef 113
3.3.8 Algemene voorwaarden 114
Samenvatting 115
Begrippen 117
Vragen 119
4 Verbintenissenrecht – de onrechtmatige en rechtmatige daad 125
4.1 Rechtsgrond schadevergoeding 125
4.2 Wat te bewijzen? 126
4.2.1 Onrechtmatigheid van de daad 127
4.2.2 Toerekening 132
4.2.3 Schade 134
4.2.4 Causaal verband 137
4.3 Verweermiddelen gedaagde 138
4.3.1 Rechtvaardigingsgrond 139
4.3.2 Relativiteitsvereiste 139
4.4 Omvang van de schade 141
4.5 Andere vorderingen dan schadevergoeding 144
4.6 Risicoaansprakelijkheid voor andere personen 145
4.6.1 Ouders/voogden ten opzichte van hun kinderen 146
4.6.2 Werkgevers ten opzichte van hun werknemers 147
4.6.3 Producenten van gebrekkige producten 149
4.6.4 Andere vormen van risicoaansprakelijkheid 150
4.7 Rechtmatige daad 151
4.7.1 Zaakwaarneming 151
4.7.2 Onverschuldigde betaling 152
4.7.3 Ongerechtvaardigde verrijking 152
Samenvatting 153
Begrippen 155
Vragen 157
5 Goederenrecht 165
5.1 Onderscheid tussen verbintenissenrecht en goederenrecht 165
5.2 Absoluut en relatief recht 167
5.3 Goederen, zaken en (vermogens)rechten 168
5.4 Uitwerking absoluut recht 170
5.5 Absolute rechten 172
5.5.1 Eigendom 172
5.5.2 Erfdienstbaarheid 176
5.5.3 Erfpacht 177
5.5.4 Opstal 178
5.5.5 Appartementsrecht 179
5.5.6 Recht van vruchtgebruik 180
5.5.7 Pandrecht 181
5.5.8 Recht van hypotheek 182
5.5.9 Recht op voortbrengselen van de geest 185
5.6 Enkele kenmerken van absolute rechten 186
5.7 Enkele onderscheidingen 188
5.8 (Eigendoms)overdracht 191
5.8.1 Beschikkingsbevoegdheid 192
5.8.2 Geldige titel 192
5.8.3 Levering 193
5.9 Bescherming tegen beschikkingsonbevoegdheid 199
Samenvatting 203
Begrippen 205
Vragen 209
6 Verdieping goederenrecht 217
6.1 Samenhang rechtsgebieden 217
6.2 Verkrijging onder algemene en onder bijzondere titel 218
6.3 Absolute en relatieve vermogensrechten 219
6.3.1 Onderlinge afdwingbaarheid 220
6.3.2 Overlijden 220
6.3.3 Overdracht door Bram 221
6.3.4 Overdracht door Alexa 221
6.4 Kwalitatieve verbintenissen 222
6.4.1 Uit de wet 222
6.4.2 Uit overeenkomst 223
6.5 Kettingbeding 223
Samenvatting 225
Begrippen 226
Vragen 227
7 Ondernemingsrecht 233
7.1 Ondernemingsvormen 233
7.2 Handelsregister 235
7.3 Eenmanszaak 235
7.4 Personenvennootschappen: de maatschap 238
7.4.1 Beheersdaden en beschikkingshandelingen 239
7.4.2 Aansprakelijkheid van de maten 240
7.4.3 Privé- en maatschapsvermogen 242
7.5 Personenvennootschappen: de vennootschap onder firma 243
7.6 Personenvennootschappen: de commanditaire vennootschap 245
7.7 Rechtspersonen: de nv 246
7.7.1 Oprichting van een nv 247
7.7.2 De nv i.o. 247
7.7.3 Verhoudingen binnen de nv 249
7.7.4 Aandelen en aandeelhouders van de nv 250
7.7.5 Bestuur 255
7.7.6 Raad van commissarissen 257
7.8 Rechtspersonen: de bv en de verschillen met de nv 257
7.9 Rechtspersonen: de structuurvennootschap 259
7.10 Rechtspersonen: de stichting en vereniging 260
7.11 Wet op de ondernemingsraden 262
7.12 Recht van enquête 264
7.13 Jaarrekening 265
Samenvatting 266
Begrippen 268
Vragen 271
8 Burgerlijk procesrecht 279
8.1 Inschakeling van de rechter 279
8.2 Rechterlijke organisatie 280
8.2.1 De rechtbank: de kantonrechter 280
8.2.2 De rechtbank: de afdeling civiel, straf en bestuur 282
8.2.3 Het gerechtshof 284
8.2.4 De Hoge Raad 285
8.3 Absolute en relatieve bevoegdheid 286
8.4 Enkele beginselen van burgerlijk procesrecht 288
8.4.1 De civiele rechter is in vergaande mate lijdelijk 289
8.4.2 Verplichte procesvertegenwoordiging 290
8.4.3 Beide partijen worden gehoord 291
8.4.4 De behandeling van de zaak is openbaar 291
8.5 Civiele procedure bij de rechtbank (civiele afdeling) 291
8.6 Civiele procedure bij de kantonrechter 295
8.7 Rechtsmiddelen 296
8.7.1 Verzet 296
8.7.2 Hoger beroep 296
8.7.3 Cassatie 297
8.7.4 Art. 81 Wet RO en het stellen van prejudiciële vragen 298
8.7.5 Gevolg instellen rechtsmiddel 299
8.8 Buitengewoon rechtsmiddel: cassatie in het belang der wet 299
8.9 Kort geding 299
Samenvatting 300
Begrippen 302
Vragen 306
9 Staatsrecht 313
9.1 Staat 313
9.2 Spreiding van macht: Montesquieu 314
9.3 Spreiding van macht: decentralisatie 316
9.4 Organen van de centrale overheid 318
9.4.1 Staten-Generaal 318
9.4.2 Regering 324
9.4.3 Minister 327
9.4.4 Staatssecretaris 328
9.5 Wetgevende macht bij de centrale overheid 329
9.5.1 Regering en Staten-Generaal 330
9.5.2 Regering 330
9.5.3 Minister 331
9.6 Hoe ontstaat een wet in formele zin? 331
9.6.1 De ‘gewone’ wet in formele zin 332
9.6.2 Wijziging van de Grondwet 335
9.7 Hoe ontstaat een algemene maatregel van bestuur? 335
9.8 Hoe ontstaat een ministeriële regeling? 336
9.9 (Sub)delegatie 336
9.10 Bestuurlijke macht bij de centrale overheid 338
9.10.1 Regering 338
9.10.2 Ministers individueel 338
9.11 Andere taken van de Staten-Generaal 339
9.11.1 Vragenrecht 339
9.11.2 Recht van interpella
9.11.3 Enquêterecht 340
9.11.4 Budgetrecht 341
9.12 Ministeriële verantwoordelijkheid 341
9.13 Het einde van het kabinet 342
9.14 Provincie 343
9.14.1 Provinciale Staten 343
9.14.2 Gedeputeerde Staten 344
9.14.3 Commissaris van de Koning 344
9.14.4 Wetgevende macht op provinciaal niveau 345
9.14.5 Bestuurlijke macht op provinciaal niveau 345
9.15 Gemeente 346
9.16 Klassieke grondrechten 346
9.17 Sociale grondrechten 348
9.18 Horizontale werking van grondrechten 348
9.19 Rechtsbronnen van staatsrecht: het verdrag 349
9.20 Hiërarchie van regelgeving 350
Samenvatting 352
Begrippen 355
Vragen 361
10 Bestuursrecht en bestuursprocesrecht 369
10.1 Relatie overheid – burger 369
10.2 Overheidshandelingen 371
10.3 Besluit 374
10.4 Beschikking 375
10.4.1 Wat is een beschikking? 376
10.4.2 Soorten beschikkingen 377
10.5 Beleidsregels 380
10.6 Plan 382
10.7 Attributie, delegatie en mandaat 383
10.8 Gelede normstelling 385
10.9 Algemene beginselen van behoorlijk bestuur 386
10.9.1 Formele beginselen van behoorlijk bestuur 386
10.9.2 Materiële beginselen van behoorlijk bestuur 387
10.10 Bestuursrechtelijke sancties 389
10.11 Rechtsbescherming in het bestuursrecht 390
10.12 Administratief beroep 390
10.13 Bestuursrechtspraak 391
10.14 Bestuursrechtspraak krachtens de Awb 392
10.15 Procesrecht en de Awb 394
10.16 Onrechtmatige overheidsdaad 396
Samenvatting 396
Begrippen 398
Vragen 401
11 Strafrecht en strafprocesrecht 409
11.1 Bereik van het strafrecht 409
11.2 Strafprocedure: feitelijke gang van zaken 410
11.2.1 Opsporing 410
11.2.2 Vervolging 412
11.2.3 Terechtzitting 414
11.3 Misdrijf en overtreding 416
11.4 Tenlastelegging 417
11.5 De vragen van art. 348 en 350 Sv 419
11.6 Legaliteitsbeginsel 420
11.7 Uitbreiding van ‘hij die’ 421
11.8 Strafuitsluitingsgronden 423
11.8.1 Rechtvaardigingsgronden 424
11.8.2 Schulduitsluitingsgronden 426
11.9 Strafoplegging 430
11.10 Economisch strafrecht 433
Samenvatting 435
Begrippen 437
Vragen 440
12 Europees recht 447
12.1 Invloed vanuit Europa 447
12.2 Het verdrag 448
12.3 Verdrag en internationale organisatie 449
12.4 Dualisme en monisme 451
12.5 EEG, EG en EU 452
12.6 Doelstellingen van de EU 453
12.6.1 Totstandkoming van één interne markt 453
12.6.2 Totstandkoming van één monetaire unie 454
12.6.3 Totstandkoming van vrede en welzijn 454
12.6.4 Totstandkoming van vrijheid en veiligheid 454
12.7 Inrichting van de EU 454
12.7.1 Europese Raad 455
12.7.2 Europese Commissie 455
12.7.3 Raad van de Europese Unie 456
12.7.4 Europees Parlement 457
12.8 Richtlijnen en verordeningen 457
12.9 Hof van Justitie van de EU 459
12.10 Enkele andere bij verdrag opgerichte Europese organisaties 461
12.10.1 Benelux 461
12.10.2 Raad van Europa 462
Samenvatting 464
Begrippen 466
Vragen 468
Antwoorden tussenvragen 474
Antwoorden meerkeuzevragen 492
Afkortingen 493
Register 495
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan