Historische verhalen over de computer beginnen vaak met de bouw van ENIAC, het eerste elektronische rekenapparaat voor het Amerikaanse leger, in 1945.
Het vervolgverhaal is al even Amerikaans met iconen als IBM, Microsoft en internet. Is daarmee de geschiedenis van de computer verteld? Zeker niet.
Nederland heeft zijn eigen computergeschiedenis. Het is een geschiedenis die reeds aan het begin van de twintigste eeuw start met een grootschalige gegevensverwerking bij banken, verzekeringsmaatschappijen en het industriële grootbedrijf. Ponskaartmachines, tabelleermachines, adresseermachines en andere mechanische apparaten verwerkten een stroom van gegevens.
Het is een geschiedenis van grote digitale elektronische apparaten die Nederland zelf in de jaren vijftig bouwde en programmeerde bij Philips, het Mathematisch Centrum (tegenwoordig Centrum voor Wiskunde en Informatica) en de PTT (nu KPN).
Het is een geschiedenis van kleine computers die door gepassioneerde hobbyisten vaak zelf werden geprogrammeerd voor gebruik in eigen huis, in het eigen bedrijf, op school of op andere plaatsen.
Het is natuurlijk ook een geschiedenis van het samengaan van informatie- en communicatietechnologie. Maar ook die levert een Nederlands verhaal op, nog voordat internet bestond.
Zo kent Nederland zijn eigen verhaal over de opkomst van de informatiemaatschappij, afwijkend van de standaardverhalen en verrassend door zijn onverwachte wendingen.
