F.H.J. Mijnssen (1933) was achtereenvolgens werkzaam als advocaat te Amsterdam, rechter, hoogleraar aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, raadsheer in de Hoge Raad en laatstelijk als vice-president van dit college.
Meer over Hein MijnssenVerbintenissen tot betaling van een geldsom
Paperback Nederlands 2017 1e druk 9789013140187Samenvatting
Enige jaren geleden heeft de betalingstransactie een afzonderlijke regeling in titel 7.7b van het Burgerlijk Wetboek gekregen. Deze uitgave sluit daarop aan en belicht de veel voorkomende ‘verbintenis tot betaling van een geldsom’ van verschillende kanten. Een ideaal naslagwerk voor juristen die betaling met geld als werkterrein hebben en alles willen weten over de laatste stand van zaken.
Bij een wederkerige overeenkomst tussen twee of meer partijen maakt een verbintenis tot betaling van een geldsom in veel gevallen deel uit van de ontstane rechtsverhouding. Het kan gaan om koop, maar bij vergoeding van schade gaat het meestal ook om betaling van een geldsom. In geval van schenking neemt de schenker veelal op zich een geldsom te betalen. In Verbintenis tot betaling van een geldsom wordt deze veel voorkomende verbintenis van verschillende kanten toegelicht.
Deze uitgave gaat specifiek over verbintenissen tot betaling van een geldsom, een onderwerp dat handboeken over verbintenissenrecht meestal beknopt bespreken. De uitgave behandelt afd. 6.1.11 BW (waarin een regeling is gegeven voor de betaling van een geldsom) en gaat in op onderwerpen als:
-onderscheid tussen chartaal en giraal geld
-valutakwesties
-aan en door wie moet worden betaald
-verrekening van een geldschuld met een ertegenover staande vordering
-betaling per giro en de betalingstransactie in titel 7.7b BW
-girale betaling met een betaalkaart
-onrechtmatig gebruik van een betaalkaart door een ander dan de kaarthouder
-automatische incasso en stornering
-situaties waarin een derde de door de schuldenaar verschuldigde geldsom voldoet (via creditcard, een cheque of betaling door een bank die documentair krediet heeft gesteld)
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
Lijst van afkortingen / XIV
Lijst van verkort aangehaalde literatuur / XVI
HOOFDSTUK 1
Geld / 1
1 Vormen van geld / 1
1.1 Gangbaar geld / 1
1.2 Geld als ruilmiddel, rekeneenheid en oppotmiddel / 1
1.3 Chartaal geld, munten of bankbiljetten / 2
1.4 Giraal geld / 3
1.5 Elektronisch geld / 3
1.6 Bitcoin / 4
2 Nominaal stelsel / 6
2.1 Betaling naar nominale waarde / 6
2.2 Verlies van intrinsieke waarde / 6
2.3 Waardevermindering van geld en verdeling van een vermogensgemeenschap / 7
2.4 Waardevermindering van geld en levensonderhoud / 7
2.5 Waardevermindering van geld en schadevergoeding / 8
2.6 Waardevermindering van geld en langlopende overeenkomsten / 8
3 Valutakwesties / 9
3.1 Geld dat elders gangbaar is / 9
3.2 Oneigenlijke en eigenlijke valutaverbintenissen / 9
3.3 Eigenlijke valutaschulden / 10
3.4 Onmogelijkheid van betaling in het overeengekomen geld / 10
3.5 Rechtsvordering tot betaling in Nederland met buitenlands, dan wel met Nederlands geld / 11
3.6 Toe te passen koers / 11
4 Nakoming van een verbintenis tot betaling van een geldsom / 12
4.1 Betalen van een geldsom een rechtshandeling / 12
4.2 Andere wijzen van betaling dan betaling met chartaal geld / 13
4.3 Geen aanvaarding van girale betaling door de begunstigde / 13
5 Plaats van betaling / 14
6 Kosten van de betaling / 15
7 Betaling van geld aan de schuldeiser of een ander / 15
7.1 Betaling aan de schuldeiser of zijn gevolmachtigde dan wel pseudogevolmachtigde / 15
7.2 Een ander dan de schuldeiser zelf is bevoegd de betaling te ontvangen / 16
7.3 Betaling aan een onbekwame schuldeiser / 17
7.4 Betaling aan een niet tot ontvangen van de betaling bevoegde schuldeiser / 18
7.5 Verhaal op een niet tot ontvangen van de betaling bevoegde schuldeiser / 19
7.6 Bevrijdende betaling ondanks onbevoegdheid tot ontvangen ervan bij de schuldeiser / 20
7.7 Betaling door een derde aan een schuldenaar die niet bevoegd is tot ontvangen van de betaling / 21
8 Bevoegdheid de nakoming op te schorten / 22
8.1 Gronden voor de bevoegdheid de nakoming op te schorten / 22
8.2 Opschorting in geval van twijfel aan wie moet worden betaald / 22
8.3 Bevoegdheid tot opschorting door een schuldenaar die een opeisbare vordering heeft op zijn schuldeiser / 22
8.4 Opschorting in geval van derdenbeslag en eigen beslag / 23
9 Betaling door een derde / 24
9.1 Betaling door een derde bevrijdt de schuldenaar / 24
9.2 Het bepaalde in art 6:30 BW betreft alleen voldoening door een derde, die beoogde de op de schuldenaar rustende verbintenis na te komen / 24
9.3 Schuldeiser en schuldenaar kunnen betaling door een derde uitsluiten / 25
9.4 De derde is uit eigen hoofde tot voldoening gehouden / 25
9.5 Betaling per giro is niet betaling door een derde / 26
9.6 Een verbintenis die wordt nagekomen door een derde gaat teniet, tenzij de derde wordt gesubrogeerd / 26
9.7 Gevallen waarin de derde wordt gesubrogeerd / 26
9.8 Een schuldeiser die de door de derde aangeboden betaling weigert komt in verzuim / 28
9.9 Bescherming van een derde die gerechtvaardigd belang erbij heeft de vordering te voldoen / 28
HOOFDSTUK 2
Verrekening / 31
10 Door verrekening gaan wederzijds verbintenissen teniet, zekerheidsaspect / 31
11 Wijze van verrekening en de ervoor geldende vereisten / 31
12 Verrekening en eigenbeslag / 33
13 Verrekening en rechten van derden / 34
13.1 Uitzondering op de eis van wederkerigheid / 34
13.2 Schuld en vordering vloeien voort uit dezelfde rechtsverhouding / 34
13.3 De tegenvordering behoorde vóór de cessie reeds toe aan de schuldenaar en is vóórdien opeisbaar geworden / 35
13.4 Verrekening na stille cessie / 35
13.5 Verrekening na vestiging van een beperkt recht of het leggen van derdenbeslag / 36
14 Verrekening in geval van faillissement of schuldsanering / 37
14.1 De mogelijkheid tot verrekening in geval van faillissement van de schuldeiser is ruimer dan in geval van derdenbeslag / 37
14.2 De bevoegdheid tot verrekening kan ook voortvloeien uit een ander feit dan een handeling; samenhangvereiste / 37
14.3 Overnemen van een vordering op de gefailleerde, geen verrekening bij gebrek aan goede trouw / 38
14.4 Verrekening en schuldsanering / 38
15 Overeengekomen verrekening / 39
15.1 Partijen kunnen bij overeenkomst afwijken van de wettelijke vereisten voor verrekening / 39
15.2 Overeengekomen verrekening en derden / 39
16 Verrekening in rekening-courant / 40
HOOFDSTUK 3
Niet nakoming en schadevergoeding / 41
17 Ontstaan van de verplichting tot vergoeding van schade / 41
17.1 Opeisbaarheid, tekortkoming, verzuim / 41
17.2 Opeisbaarheid / 41
18 Geen tekortkoming wanneer nakoming van de verbintenis is opgeschort / 42
19 Onmogelijkheid van nakoming komt niet aan de orde in geval van een verbintenis tot betaling van geld / 43
20 Wettelijke rente als schadevergoeding ingeval van tekortschieten in betaling van de verschuldigde geldsom / 44
20.1 Alleen vergoeding van de wettelijke rente / 44
20.2 Wettelijke rente ingeval van handelsovereenkomsten / 44
20.3 Hoogte van de wettelijke rente / 45
20.4 Samengestelde rente / 46
20.5 Ingang van de wettelijke rente van art. 6:119 BW / 46
20.6 Ingang van de wettelijke rente bedoeld in art. 6:119a en 119b BW / 46
21 Valutaschade / 47
HOOFDSTUK 4
De betalingstransactie, titel 7.7b BW / 49
22 De betalingstransactie: een tot betaling van geld leidende handeling / 49
22.1 Ontwikkeling van betaling anders dan met chartaal geld / 49
22.2 Implementatie van de Richtlijn betaaldiensten / 50
22.3 Raamovereenkomst in titel 7.7b BW / 50
22.4 Andere in titel 7.7b gehanteerde begrippen / 51
HOOFDSTUK 5
Girale betaling / 53
23 Ontwikkeling van girale betaling / 53
24 Girale betaling, een op zich zelf staande rechtsfiguur / 54
25 Girale betaling, ook naar een rekening in het buitenland / 54
26 De opdracht tot girale betaling / 55
26.1 De betaalopdracht als opdracht / 55
26.2 Uitvoering van de betaalopdracht, creditering van de rekening van de begunstigde / 56
27 Tijdstip van de betaling / 56
27.1 Girale betaling vindt plaats op het tijdstip van bijschrijving / 56
27.2 Tijdstip van bijschrijving en faillissement van de schuldenaar / 57
28 Tijdstip van betaling en derdenbeslag / 58
28.1 De regel van het arrest van 2015 is niet van overeenkomstige toepassing in geval van derdenbeslag / 58
28.2 Derdenbeslag onder de betaaldienstverlener van de betaler, na een betaalopdracht maar vóór uitvoering ervan (I) / 59
28.3 Derdenbeslag onder de betaaldienstverlener van de betaler na een betaalopdracht maar voordat deze is uitgevoerd; (II) bevoegdheid tot verrekening / 60
28.4 Derdenbeslag onder de betaaldienstverlener van de betaler na een betaalopdracht maar voordat deze is uitgevoerd; (III) het tenzij in art. 475h lid 1 Rv. / 62
28.5 Derdenbeslag onder de betaaldienstverlener van de begunstigde, na een betaalopdracht maar voor de uitvoering ervan / 63
29 Uitsluiting van girale betaling / 64
29.1 De bevoegdheid om girale betaling uit te sluiten is beperkt / 64
29.2 Overboeking naar een uitgesloten rekening / 65
30 Bevoegdheid tot stornering / 66
30.1 Stornering van debiteringen, inleidende opmerkingen / 66
30.2 Storneren van een niet-toegestane of foute betalingstransactie / 67
30.3 Stornering als louter boekhoudkundige handeling / 68
30.4 Storneren van een crediteringen / 69
30.5 Storneren is niet mogelijk in geval van een niet geautoriseerde betalingstransactie, wanneer de begunstigde wel een vordering had op de betaler / 70
30.6 Geen stornering na vaststelling van het saldo, tenzij overeengekomen / 71
HOOFDSTUK 6
Aspecten van betaling met betaalkaart / 73
31 Betaalkaart, geschiedenis en definitie / 73
32 Verplichtingen van de kaarthouder / 74
33 Verplichtingen van de uitgevende betaaldienstverlener / 74
34 Gevolgen van ongeoorloofd gebruik van een betaalkaart / 76
34.1 Verlies voor een bedrag van € 150 voor rekening van de betaler / 76
34.2 Fraude en opzet / 77
34.3 Frauduleus handelen / 77
34.4 Opzettelijke nalatigheid / 78
34.5 Betekenis van ‘grove nalatigheid’ / 78
34.6 Bewijslast ten aanzien van grove nalatigheid, verzwaarde stelplicht / 79
34.7 Causaal verband tussen verliezen van de betaler en diens fraude, dan wel opzettelijke of grove nalatigheid / 80
34.8 Bevoegdheid tot matiging in geval van grove nalatigheid / 81
HOOFDSTUK 7
Aspecten van automatische incasso / 83
35 Automatische incasso, door een begunstigde geïnitieerde betaalopdracht / 83
36 Volmacht tot en instemming met automatische incasso / 83
37 Blokkeren en terugboeken / 84
37.1 Blokkeren / 84
37.2 Terugboeken / 85
38 Het voorwaardelijk karakter van automatische incasso / 86
HOOFDSTUK 8
Bijzondere vormen van betaling door een derde / 89
39 Betaling door een derde in opdracht van de schuldenaar / 89
40 Afgekorte betaling / 90
41 Voorbehoud van goede afloop / 90
42 Abstractie, afhankelijkheid en de overeenkomst ‘eerst betalen dan praten’ / 91
42.1 Abstractie / 91
42.2 Overeengekomen abstractie / 92
42.3 Eerst betalen dan praten / 93
HOOFDSTUK 9
Betalen met een creditcard / 95
43 Betaling door de emittent, kredietverlening / 95
44 De verplichting tot terugbetaling / 96
45 Creditcardbetaling, verhouding met drie of meer betrokkenen / 97
45.1 Drie afzonderlijke rechtsverhoudingen / 97
45.2 Verhouding tussen emittent en kaarthouder / 98
45.3 Verhouding tussen kaarthouder en ondernemer / 98
45.4 Verhouding tussen emittent en ondernemer / 99
HOOFDSTUK 10
Betaling met een cheque / 101
46 Algemene kenmerken van de cheque / 101
46.1 Cheque, onvoorwaardelijke opdracht tot betaling / 101
46.2 De bank is tegenover de houder niet tot betaling verplicht / 102
46.3 Acceptatie is uitgesloten / 102
46.4 Alleen bankiers / 102
46.5 Cheques kunnen aan order of toonder luiden / 103
47 De verhouding tussen trekker en betrokken bank; fonds / 103
48 De verhouding tussen trekker en nemer / 104
48.1 Algemene aspecten van de verhouding tussen trekker en nemer / 104
48.2 De aard van de op de trekker rustende verbintenis verandert niet / 104
48.3 Cheque als schuldbekentenis / 105
48.4 Aanvaarden van een cheque houdt geen kwijting in / 105
48.5 De trekker staat in voor betaling / 105
48.6 De verhouding tussen betrokken bank en nemer/houder / 106
48.7 Een cheque is betaalbaar op zicht / 106
49 Het order- of toonderkarakter van cheques / 107
49.1 Cheques kunnen zowel aan order als aan toonder worden gesteld / 107
49.2 De voor overdracht vereiste levering / 107
49.3 Beschikkingsbevoegdheid / 108
50 Verweermiddelen kunnen niet aan een verkrijger of zijn rechtsopvolgers worden tegengeworpen / 108
HOOFDSTUK 11
Documentair krediet en abstracte bankgarantie / 111
51 Algemene aspecten van letters of credit / 111
52 Eigen betalingsverplichting van de bank / 112
53 Uniform Customs and Practice for Documentary Credits / 112
54. Bijzondere vormen van documentair krediet / 113
54.1 Geconfirmeerd krediet / 113
54.2 Negotiëringskrediet / 113
54.3 Transferrable credits / 114
54.4 Back to back credits / 115
55 ‘Onherroepelijkheid’ een bijzonder aspect van documentair krediet / 115
56 Het abstracte karakter van de betalingstoezegging / 115
56.1 Abstractie van de onderliggende rechtsverhouding / 115
56.2 Documentair krediet, eerst betalen dan praten / 116
57 Controle van de documenten door de bank / 116
57.1 Controle van de documenten, niet van de zaken waarop zij betrekking hebben / 116
57.2 Strikte lezing van de tekst van de kredietbrief / 117
57.3 Beoordeling binnen vijf banking days / 118
58 Mogelijkheid om betaling te vorkomen ingeval van fraude, willekeur of kennelijk misbruik / 118
58.1 Vordering in kort geding tot verbod van presentatie van de documenten / 118
58.2 Derdenbeslag ten verzoeke van de applicant onder de bank ten laste van de begunstigde / 119
59 Bij documentair krediet betrokken partijen en hun onderlinge verhoudingen. / 119
59.1 Beschrijving van de drie onderlinge verhoudingen / 119
59.2 Verhouding tussen applicant en de begunstigde (I) / 120
59.3 Verhouding tussen applicant en de begunstigde (II); stellen van documentair krediet is nog geen nakoming / 120
59.4 Verhouding tussen applicant en kredietopenende bank / 121
59.5 De verhouding tussen begunstigde en kredietopenende bank / 121
60 De abstracte bankgarantie enige algemene aspecten / 122
61 Belangrijke aspecten van de abstracte bankgarantie nader beschouwd / 123
61.1 De betrokken partijen / 123
61.2 Abstractie / 123
61.3 Conformiteit / 124
61.4 Fraude, bedrog, willekeur of kennelijk misbruik bij het inroepen van een bankgarantie / 124
Artikelenregister / 125
Rechtspraakregister / 131
Zakenregister / 135
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan