Arbeidsrechtelijke themata - Bijzondere arbeidsverhoudingen
Gebonden Nederlands 2021 3e druk 9789462909304Samenvatting
In 1907 koos de wetgever bewust en nadrukkelijk voor een uniforme regeling van de arbeidsovereenkomst. Een regeling die tegenwoordig is terug te vinden in Boek 7.10 BW. Gezien de parlementaire geschiedenis van deze wettelijke regeling zou men denken dat er dus maar één wettelijke regeling inzake ‘het recht der arbeiders’ bestaat. Niets is echter minder waar.
In de afgelopen eeuw heeft een veelheid aan bijzondere arbeidsverhoudingen een (geheel of gedeeltelijk) afwijkende regeling gekregen, terwijl de in 1907 reeds bestaande bijzondere regelingen werden gehandhaafd. Te denken valt daarbij aan:
- de ambtenaar;
- de leraar;
- de geestelijke;
- de sporter;
- de bestuurder van de nv of bv;
- de internationale werknemer;
- de zeevarende;
- de BES-werknemer;
- de uitzendkracht, de payrollwerknemer en de gedetacheerde werknemer;
- de oproepkracht;
- de oudere werknemer;
- de werknemer van een insolvente werkgever;
- de (deeltijd) huishoudelijk werker en de particuliere zorgverlener;
- de door de overheid gesubsidieerde werknemer;
- de vrijwilliger;
- de zzp’er;
- de handelsagent en de handelsvertegenwoordiger;
- en de franchisenemer.
Doel van deze bundel is allereerst de praktijkjurist een handzaam overzicht van deze regelingen te verschaffen. Daartoe heeft een flink aantal (super)specialisten op het gebied van de betreffende arbeidsverhoudingen een bijdrage aan deze bundel geleverd. In de huidige, derde druk zijn de laatste ontwikkelingen verwerkt, waaronder de gevolgen van de inwerkingtreding van de WAB, de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren en de Franchisewet. Daarnaast zijn nieuwe hoofdstukken toegevoegd over de arbeidsverhouding van de oproepkracht en de franchisenemer.
Het blijft echter niet bij een beschrijving van de toepasselijke regelgeving. Per bijzondere arbeidsverhouding staat tevens de vraag centraal welke rechtvaardigingsgrond indertijd voor de betreffende (bijzondere) regeling door de wetgever is aangevoerd en in hoeverre die rechtvaardigingsgrond anno 2021 nog steeds opgaat.
Kortom: een unieke bundeling van bijzondere regelingen en een ‘must have’ voor elke arbeidsrechtjurist!
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
Mr. dr. G.W. van der Voet & prof. mr. dr. A.R. Houweling
1.1 Uniformiteit als hoofdregel 21
1.2 Uniformiteit nog steeds het uitgangspunt 24
1.3 Probleemstelling 26
1.4 Analyse rechtvaardiging bijzondere arbeidsverhoudingen anno 2021 28
1.5 Tot slot: bijzondere arbeidsverhoudingen als voorbeeld voor modernisering van het arbeidsrecht? 29
2 De ambtenaar 33
Mr. dr. S.F.H. Jellinghaus & mr. drs. E.G.M. Huisman
2.1 Inleiding 33
2.2 De overheid als werkgever 33
2.2.1 Historie van het ambtenarenrecht 34
2.2.2 Algemene trends 35
2.2.3 De overheidsorganisatie 36
2.3 De ambtenarenwet 2017 en overige gevolgen van de Wnra 38
2.3.1 Ambtenarenwet 2017 op hoofdlijnen 38
2.3.2 Ambtenaar in de zin van de Ambtenarenwet 2017 39
2.3.3 De gevolgen van het zijn van ambtenaar 42
2.3.4 Integriteit 43
2.3.5 Kroonbenoemingen 44
2.3.6 Overgangsrecht 45
2.3.7 Maximering bezoldiging en ontslagvergoeding van topfunctionarissen 46
2.3.8 Sociale zekerheid 47
2.4 De publieke aanstelling 49
2.5 Collectief ambtenarenrecht 50
2.5.1 Cao’s bij de overheid 51
2.5.2 Het recht op collectieve actie 54
2.5.3 Overgang van onderneming 55
2.6 Medezeggenschap 59
2.7 Tot slot 64
3 De leraar 67
Mr. dr. F.H.J.G. Brekelmans & mr. dr. E. van Vliet
3.1 Inleiding 67
3.2 Duaal onderwijsbestel: openbaar en bijzonder onderwijs 69
3.3 Duaal stelsel en indiensttreding 70
3.3.1 Indiensttreding bij een school voor openbaar onderwijs 70
3.3.2 Indiensttreding bij een school voor bijzonder onderwijs 71
3.4 Normalisering rechtspositie onderwijspersoneel 74
3.5 Arbeidsvoorwaarden(vorming) 75
3.6 Schorsing en disciplinaire maatregelen 77
3.7 Einde arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, afwijkende ketenregeling en transitievergoeding 78
3.7.1 Bepaalde tijd 78
3.7.2 Afwijkende ketenregeling 80
3.7.3 De transitievergoeding 81
3.8 Bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid 83
3.9 Ontslagcommissie, commissie van beroep en klachtrecht 86
3.9.1 Historische achtergrond 86
3.9.2 Identiteitsontslag 87
3.9.3 Beroep tegen disciplinaire maatregelen, ordemaatregelen en overplaatsingen 89
3.9.4 Klachtenregeling 90
3.10 Medezeggenschap 90
3.10.1 Ontstaansgeschiedenis 91
3.10.2 Samenstelling van de medezeggenschapraad 93
3.10.3 Bevoegdheden van de medezeggenschapraad 93
3.10.4 De medezeggenschapsstructuur 98
3.10.5 Nadere inrichting medezeggenschapstructuur 99
3.10.6 Medezeggenschapsstatuut en -reglement 101
3.10.7 Geschillenregeling 102
3.10.8 Actualiteiten en de legitimering voor een afwijkende medezeggenschapsregeling 105
3.11 Beroep leraar 109
3.12 Tot slot 111
4 De geestelijke 113
Mr. dr. T. van Kooten
4.1 Inleiding 113
4.2 Scheiding kerk en staat 116
4.3 De rechtspositie van de geestelijk ambtsdrager 118
4.3.1 Kerkelijke geschillen en de bevoegdheid van de burgerlijke rechter 119
4.3.1.1 Bevoegdheid burgerlijke rechter 119
4.3.1.2 Kerkelijke rechtsgang 119
4.3.1.3 Schadevergoeding 125
4.3.2 Het geestelijk ambt juridisch geduid: een arbeidsovereenkomst? 127
4.3.3 De geestelijke sociaal verzekerd? 136
4.4 Stelsels van kerkregering: drie grondtypen 138
4.5 De Rooms-Katholieke Kerk in Nederland 140
4.5.1 Gewijde bedieningen: de priester 141
4.5.1.1 De kerkrechtelijke verhouding 141
4.5.1.2 Een arbeidsrechtelijke verhouding? 143
4.5.2 Religieuzen 144
4.5.2.1 De kerkrechtelijke verhouding 144
4.5.2.2 Een arbeidsrechtelijke verhouding? 145
4.5.3 Rooms-katholieke pastoraal werkers 146
4.5.3.1 De kerkrechtelijke verhouding 147
4.5.3.2 Een arbeidsrechtelijke verhouding? 147
4.5.4 Kerkelijke rechtsgangen 151
4.6 De Protestantse Kerk in Nederland 153
4.6.1 De predikanten voor gewone werkzaamheden 155
4.6.1.1 De kerkrechtelijke verhouding 156
4.6.1.2 Een arbeidsrechtelijke verhouding? 161
4.6.2 De kerkelijk werkers 162
4.6.2.1 De kerkrechtelijke verhouding 163
4.6.2.2 Een arbeidsrechtelijke verhouding? 164
4.6.3 De kerkelijke rechtsgangen 165
4.7 Gereformeerde kerktypen 167
4.7.1 De kerkrechtelijke verhouding 168
4.7.2 Een arbeidsrechtelijke verhouding? 171
4.8 Andere geloofsgemeenschappen 172
4.9 Bedienaars van een geestelijk ambt werkzaam buiten een kerkgenootschap 175
4.10 Afsluiting 178
5 De sporter 183
Mr. L.J.M. Langedijk & mr. G.A. Hahn
5.1 Inleiding 183
5.2 Van amateur tot professional: het spectrum overzien 184
5.2.1 Arbeidsovereenkomst, overeenkomst van opdracht, of ...? 184
5.2.2 Uitgelicht: de beroepsvoetballer 186
5.3 Wat maakt de arbeidsverhouding van de sporter bijzonder? 187
5.3.1 Arbeidsrecht binnen verenigingsrechtelijke structuren 189
5.3.1.1 De organisatie van de sport 189
5.3.1.2 Registratieverplichtingen 192
5.3.1.3 Verenigingstuchtrecht 194
5.3.2 Eigen geschillenbeslechting 199
5.3.2.1 Geschillenbeslechting op nationaal niveau 200
5.3.2.2 Geschillenbeslechting op internationaal niveau 203
5.3.3 Europees recht 206
5.3.3.1 Sport onder de werkingssfeer van het EU-verdrag: rechtspraak van het Europese Hof 206
5.3.3.2 Sport in het EU-Verdrag: artikel 165 VwEU en de weg ernaar toe 209
5.3.3.3 De Europese sociale dialoog binnen de sport 215
5.3.4 Bijzondere bedingen 218
5.4 Het transfersysteem 221
5.4.1 Verschillende vormen van het transfersysteem 222
5.4.2 Het Bosman-arrest 223
5.4.3 De nationale gevolgen van het Bosman-arrest: het afkoopsysteem 224
5.4.4 De internationale gevolgen van het Bosman-arrest: De FIFA-RSTP 226
5.4.4.1 Opleidingsvergoedingen en Solidariteitsbijdragen 227
5.4.4.2 Contractuele stabiliteit: hoge schadevergoeding bij contractbreuk speler 230
5.4.5 Hoe het nationale arbeidsrecht een transfersysteem faciliteert: afwijking van de ketenregeling (artikel 7:668a BW) onder de Wwz 234
5.4.6 Hoe het nationale arbeidsrecht een transfersysteem faciliteert: transfervergoedingen onder het gewijzigde ontslagrecht van de Wwz 241
5.4.7 Het optiebeding 255
5.4.8 Conclusie 259
5.5 Hoe ‘bijzonder’ is de sporter? 261
5.5.1 Een aparte wettelijke regeling voor de sporter 261
5.5.2 De sporter buiten het arbeidsrecht 264
5.5.3 Conclusie 264
6 De bestuurder van de nv of bv 267
Mr. E.S. de Bock
6.1 Inleiding 267
6.2 Benoeming van de bestuurder 267
6.2.1 Vennootschapsrechtelijke benoeming 268
6.2.2 Aanvaarding van het benoemingsbesluit 271
6.2.3 De rol en de bevoegdheden van de ondernemingsraad bij de benoeming van bestuurders 271
6.3 Duiding van de arbeidsverhouding 272
6.3.1 Bevoegdheid rechter 273
6.3.2 Bezoldiging 274
6.3.3 Ketenregeling 280
6.4 Het ontslag van de bestuurder 281
6.4.1 Wie is bevoegd tot ontslag over te gaan? 282
6.4.2 Vennootschapsrechtelijk ontslag I: procedure 282
6.4.3 Vennootschapsrechtelijke ontslag II: complicaties 287
6.4.3.1 Termijn 287
6.4.3.2 Afwezigheid bestuurder met valide reden 288
6.4.3.3 Adviserende stem bestuurder 288
6.4.3.4 Medezeggenschap 289
6.4.3.5 Vereiste van unanimiteit in aandeelhoudersovereenkomst 290
6.4.3.6 Ontbreken redelijke grond ex artikel 7:669 BW en artikel 2:15 lid 1 sub b BW 290
6.4.4 De arbeidsrechtelijke band bij vennootschapsrechtelijk ontslag: de 15 april-arresten 291
6.4.4.1 Uitzondering I: opzegverboden 293
6.4.4.2 Uitzondering II: ‘anders overeengekomen’ 294
6.4.4.3 Uitzondering III: functioneel bestuurderschap? 294
6.4.4.4 Overeenkomst van opdracht en 15 april-arresten 295
6.4.4.5 Beperking in de vergoeding 298
6.5 Status aparte of aparte status? 299
7 De internationale werknemer 301
Mr. E.K.W. van Kampen
7.1 Inleiding 301
7.2 Internationale bevoegdheid: Brussel I bis 303
7.2.1 Werkingssfeer 303
7.2.2 Stelsel van bevoegdheidsverdeling 305
7.2.3 Bijzondere bevoegdheidsregels in afdeling 5 Brussel I bis 306
7.2.3.1 Voorgeschiedenis: artikel 5 sub 1 EEX-Verdrag 306
7.2.3.2 Werkingssfeer en bevoegdheidssystematiek 308
7.2.3.3 Werkgever is gedaagde 309
7.2.3.4 Werknemer is gedaagde 313
7.2.4 Forumkeuze 318
7.2.4.1 Forumkeuzeovereenkomst 319
7.2.4.2 Stilzwijgende forumkeuze 321
7.2.5 Te ver doorgeschoten werknemersbescherming? 323
7.3 Toepasselijk recht: Rome I 324
7.3.1 Werkingssfeer 324
7.3.2 Rechtskeuze 326
7.3.3 Geen rechtskeuze 327
7.3.3.1 ‘Land waar of van waaruit de arbeid gewoonlijk wordt verricht’ 328
7.3.3.2 ‘Land waar zich de vestiging bevindt die de werknemer in dienst heeft genomen’ 330
7.3.3.3 Een kennelijk nauwere band met een ander land 331
7.3.3.4 De rangorde tussen de bijzondere collisieregels van artikel 6 EVO/artikel 8 Rome I 333
7.3.4 Welk recht gaat voor? 334
7.3.5 Tijdelijke detachering 334
7.3.6 Voorrangsregels 336
7.4 Tot slot 339
8 De zeevarende 341
Mr. dr. G.W. van der Voet
8.1 Inleiding 341
8.2 Toepasselijke internationale regelgeving 343
8.3 Toepasselijkheid Nederlands recht 347
8.3.1 De bevoegde rechter 347
8.3.2 De vlag als aanknopingspunt 348
8.3.3 Rome I-Verordening 350
8.3.4 Werkingssfeerbepalingen in de Nederlandse arbeidswetgeving 353
8.3.4.1 Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie 353
8.3.4.2 Wet Minimumloon en minimumvakantietoeslag 357
8.3.4.3 Arbeidsomstandighedenwet 361
8.3.4.4 Arbeidstijdenwet 362
8.3.4.5 Wet arbeid vreemdelingen 363
8.4 De implementatie van het Maritiem Arbeidsverdrag 368
8.4.1 Oorspronkelijke bronnen van het Nederlands maritiem arbeidsrecht 369
8.4.2 De nieuwe bronnen van het Nederlands maritiem arbeidsrecht 373
8.4.2.1 De in het kader van de implementatie gemaakte keuzes 373
8.4.2.2 De invoering van de Wet zeevarenden 375
8.4.2.3 De overheveling van het maritiem arbeidsovereenkomstenrecht naar afdeling 7.10.12 en 7.10.12a BW 375
8.5 Het huidige maritieme arbeidsovereenkomstenrecht 376
8.5.1 Indiensttreding 377
8.5.2 Loon, vakantie en ziekte 383
8.5.3 Overgang van onderneming 387
8.5.4 Bijzondere bedingen 389
8.5.5 Aansprakelijkheid voor schade 391
8.5.6 Ontslag 392
8.5.7 Conclusie 397
8.6 Tot slot 398
9 De BES-werknemer 399
Mr. F.M. Dekker
9.1 Inleiding 399
9.2 Voorgeschiedenis van de staatkundige herstructurering 400
9.3 De Caribisch-Nederlandse rechtsorde 402
9.3.1 Nederlands-Antilliaans recht van toepassing gebleven 403
9.3.2 Internationaalrechtelijke aspecten 404
9.3.2.1 Verdragen 404
9.3.2.2 Europees recht 405
9.3.3 Rechtspleging 406
9.4 Een blik vooruit … 407
9.5 Algemene inleiding op het arbeidsovereenkomstenrecht in Caribisch Nederland 409
9.6 Het ‘rechtsvermoeden arbeidsovereenkomst’ 410
9.7 Oproepovereenkomsten 413
9.8 Bijzondere bedingen 415
9.8.1 Proeftijdbeding 415
9.8.2 Concurrentiebeding 416
9.8.3 Eenzijdig wijzigingsbeding 419
9.9 Vakantie 422
9.10 Overgang van onderneming 425
9.11 Loon bij arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval 429
9.12 Het ontslagrecht 431
9.12.1 Aanzegplicht 432
9.12.2 Ontslagvergunning bij opzegging van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd 433
9.12.3 Ketenregeling 434
9.12.4 De bijzondere opzegverboden 436
9.12.5 Ontslagvergoeding 437
9.12.5.1 Cessantia 437
9.12.5.2 De transitievergoeding 439
9.12.5.3 Rechtvaardiging 441
9.13 Tot slot 441
10 De uitzendkracht, de payrollwerknemer en de gedetacheerde werknemer 445
Mr. dr. J.P.H. Zwemmer
10.1 Inleiding 445
10.2 Uitzending 447
10.2.1 Achtergrond van de uitzendovereenkomst 447
10.2.2 De vier elementen uit de definitie van de uitzendovereenkomst in artikel 7:690 BW 449
10.2.3 Het verlichte arbeidsrechtelijke regime bij uitzending 460
10.2.4 De Waadi en de Uitzendrichtlijn 467
10.2.5 Werkgeversverplichtingen van de inlener bij uitzending 477
10.2.6 Opvolgend werkgeverschap in uitzendverhoudingen 484
10.3 Payrolling 488
10.3.1 Verschillende varianten van payrolling 488
10.3.2 De payrollovereenkomst: (i) geen allocatiefunctie en (ii) exclusieve terbeschikkingstelling 491
10.3.3 Payrolling en het werkgeverschap 497
10.3.4 Geen verlicht arbeidsrechtelijk regime en dezelfde arbeidsvoorwaarden als een eigen werknemer 502
10.3.5 Bijzondere regeling voor payrolling in Ontslagregeling 507
10.3.6 Bijzondere tussenvarianten van uitzenden en payrolling 510
10.4 Detachering 516
10.4.1 Verschillende typen van detachering 516
10.4.2 Detachering en de verhouding tot uitzending ex artikel 7:690 BW en de Waadi 517
10.4.3 Detachering onder de noemer contracting 519
10.5 Tot slot: Care4Care en Taxi Dorenbos en de toekomst van driehoeksrelaties in het advies van de commissie-Borstlap 522
11 De oproepkracht 527
Mr. A. Olsthoorn & mr. D. Schuurman
11.1 Inleiding 527
11.2 Verschillende typen oproepkrachten 528
11.3 Voorgeschiedenis oproepkracht 530
11.3.1 Wet flexibiliteit en zekerheid 530
11.3.2 Wet werk en zekerheid 531
11.3.3 Wet arbeidsmarkt in balans 532
11.4 Kwalificatie overeenkomst en arbeidsomvang 533
11.4.1 Rechtsvermoeden arbeidsovereenkomst 533
11.4.2 Rechtsvermoeden arbeidsomvang 535
11.5 Informatieverplichting werkgever 537
11.5.1 Informatieplicht essentiële arbeidsvoorwaarden 537
11.5.2 Loonstrook 539
11.5.3 Richtlijn (EU) 2019/1152: nieuwe informatierichtlijn 539
11.6 Recht op loon 542
11.6.1 Loondoorbetalingsverplichting ex artikel 7:628 lid 1 BW 542
11.6.2 Uitsluiting loondoorbetalingsplicht 543
11.6.3 Recht op loon oproepkracht 544
11.6.4 Recht op loon tijdens arbeidsongeschiktheid wegens ziekte 546
11.6.5 De loongarantieregeling ex artikel 7:628a BW 547
11.7 Rechtspositie oproepkracht Wet arbeidsmarkt in balans 549
11.7.1 Definitie oproepovereenkomst 550
11.7.2 Oproeptermijn 553
11.7.3 Loonaanspraak 554
11.7.4 Vastklikregeling 556
11.7.5 Opzegtermijn 560
11.8 Differentiatie rechtspositie oproepkracht gewenst? 561
11.9 Tot slot 562
12 De oudere werknemer 563
Prof. mr. dr. M. Heemskerk
12.1 Inleiding 563
12.2 De oudere werknemer 563
12.2.1 De oudere werknemer bestaat niet, wel regels over oudere werknemers 564
12.2.2 De arbeidsmarktpositie van oudere werknemers 564
12.2.3 Oudere werknemers in arbeidswetgeving 565
12.2.4 Oudere werknemers in collectieve arbeidsovereenkomsten 566
12.3 Verboden of toegestaan leeftijdsonderscheid ten aanzien van oudere werknemers 566
12.3.1 Invloed Unierecht op Nederlandse arbeidsrecht oudere werknemers 567
12.3.2 Discriminatie of gerechtvaardigd leeftijdsonderscheid 568
12.3.3 Gevolgen van leeftijdsdiscriminatie: gelijk behandelen op welk niveau? 569
12.4 Arbeidsvoorwaarden voor oudere werknemers 570
12.4.1 Afspraken in cao’s over oudere werknemers 570
12.4.2 Zijn seniorenregelingen en ontziemaatregelen toelaatbaar? 572
12.4.2.1 Adviezen en oordelenlijn CRM: levensfasebewust personeelsbeleid 572
12.4.2.2 Seniorenregelingen in de rechtspraak 574
12.5 Ontslag van oudere werknemers 575
12.5.1 De ontslagvolgorde bij bedrijfseconomisch ontslag: afspiegelen per leeftijdscategorie 575
12.5.2 Afspiegelen: geen verboden leeftijdsonderscheid? 576
12.5.3 AOW-gerechtigden ontslaan vóór afspiegeling 577
12.5.4 AOW-gerechtigden ontslaan vóór afspiegeling: geen verboden leeftijdsonderscheid? 577
12.5.5 Afwijken van afspiegelen bij bedrijfseconomisch ontslag 578
12.5.6 De stoelendansmethode 578
12.5.7 Leeftijdsonderscheid bij de stoelendansmethode 580
12.6 De ontslagvergoeding voor oudere werknemers 580
12.6.1 De wettelijke transitievergoeding 581
12.6.2 Hoogte transitievergoeding en maximering 582
12.6.3 De vervallen hogere transitievergoeding voor werknemers > 50 jaar met tien dienstjaren 583
12.6.4 Hogere ontslagvergoeding dan loonschade bij ontslag vlak vóór AOW-leeftijd 583
12.6.5 Transitievergoeding en slapende dienstverbanden 584
12.6.6 Ouderenregeling sociaal plan 584
12.6.7 Leeftijdsonderscheid in de transitievergoeding toegestaan? 586
12.6.8 De uitsluiting van AOW-gerechtigden van de transitievergoeding 587
12.6.9 Uitsluiten transitievergoeding <AOW-leeftijd: leeftijdsdiscriminatie? 588
12.6.10 Ontslagvergoeding als verkapte uittredingsroute: de VUT-boete 589
12.7 Einde arbeidsovereenkomst wegens bereiken pensioenleeftijd 591
12.7.1 Pensioenontslagbeding 591
12.7.2 Uitleg van de pensioengerechtigde leeftijd 592
12.7.3 AOW-ontslag is geen leeftijdsdiscriminatie 593
12.7.4 Pensioenontslagbeding onder AOW-leeftijd discriminatie, behalve bij piloten? 594
12.7.5 De pensioenopzegging 595
12.7.6 Pensioenopzegging na pensioenontslagbeding 597
12.7.7 Pensioenopzegging na AOW-leeftijd: verboden leeftijdsonderscheid? 598
12.8 Doorwerken na de pensioendatum 599
12.8.1 Pensioenopzegging bevordert langer doorwerken 599
12.8.2 Doorwerken na pensioenontslagbeding vergemakkelijkt 600
12.8.3 Kortere loondoorbetaling bij ziekte en soepeler reintegratie 600
12.8.4 Soepeler ketenregeling 601
12.8.5 Rechtvaardiging voor leeftijdsonderscheid AOWregime 601
12.9 Tot slot 601
13 De werknemer van een insolvente werkgever 603
Mr. dr. J. van der Pijl
13.1 Inleiding 603
13.2 Loon en loongarantieregeling 604
13.2.1 Loon en insolventie 604
13.2.2 Loongarantieregeling 606
13.3 Opzegverboden 608
13.3.1 Algemeen opzegverbod 608
13.3.2 Bijzondere opzegverboden 614
13.4 Opzegtermijnen 617
13.4.1 Opzegtermijnen bij faillissement 617
13.4.2 Opzegtermijnen bij surseance 619
13.4.3 Opzegtermijnen bij voortzetting van de onderneming 621
13.5 Ontslagvergoedingen 622
13.6 Geldigheid van het concurrentiebeding na faillissement 624
13.6.1 De bedoeling van de wetgever 624
13.6.2 Betekenis AVM-arresten voor het concurrentiebeding na faillissement werkgever 626
13.6.3 Belangenafweging van artikel 7:653 lid 2 BW 627
13.6.4 Conclusie en aanbeveling 628
13.7 Overgang van onderneming 630
13.7.1 Overgang van onderneming tijdens surseance 630
13.7.2 Overgang van onderneming tijdens faillissement 631
13.8 Toepasselijkheid van de ketenregeling ex artikel 7:668a BW bij een doorstart vanuit faillissement 634
13.9 Medezeggenschap 637
13.9.1 Wet op de ondernemingsraden (WOR) 637
13.9.2 Wet melding collectief ontslag (WMCO) 641
13.10 Tot slot 642
14 De (deeltijd) huishoudelijk werker en de particuliere zorgverlener 645
Mr. E. Cremers-Hartman
14.1 Inleiding 645
14.2 Markt voor dienstverlening aan huis 648
14.2.1 De twee markten voor dienstverlening aan huis 649
14.2.2 Particuliere dienstverlening aan huis 651
14.2.3 Publiek gefinancierde dienstverlening aan huis 654
14.3 Toepasselijke wet- en regelgeving 659
14.3.1 Wet- en regelgeving tot 2007 660
14.3.2 Regeling Dienstverlening aan huis 660
14.4 Arbeidsrechtelijke bescherming 663
14.4.1 Het vereiste van een arbeidsovereenkomst met een particulier 664
14.4.1.1 Arbeidsovereenkomst met particulier of met bemiddelingsorganisatie? 665
14.4.1.2 Arbeidsovereenkomst is zorgovereenkomst 669
14.4.2 Toepasselijke arbeidsvoorwaarden 671
14.4.2.1 Recht op informatie 671
14.4.2.2 Recht op het minimumloon 672
14.4.2.3 Recht op loondoorbetaling 672
14.4.2.4 Recht op vakantie en vakantiebijslag 674
14.4.2.5 Recht op verschillende vormen van verlof 675
14.4.3 Einde van de arbeidsovereenkomst 676
14.4.4 Ontbindende voorwaarde in de arbeidsovereenkomst 679
14.4.5 Het discriminatieverbod 681
14.5 Uitsluiting van socialezekerheidswetgeving 681
14.5.1 Uitsluiting van de wetgeving 681
14.5.2 Rechtvaardiging uitsluiting door de wetgever 682
14.5.3 Rechtspraak over uitsluiting van het socialezekerheidsrecht 684
14.6 Uitzonderingspositie en internationale verplichtingen 685
14.6.1 Uitzonderingspositie en het EU-recht 685
14.6.2 Uitzonderingspositie en ILO-verdrag 189 690
14.6.3 Uitzonderingspositie en andere internationale verplichtingen 690
14.7 De toekomst van deeltijd huishoudelijk en verzorgend personeel 691
15 De door de overheid gesubsidieerde werknemer 695
Prof. mr. S. Klosse
15.1 Inleiding 695
15.2 Grondpatronen 696
15.2.1 Re-integratievoorzieningen 697
15.2.2 Sociale werkvoorziening 697
15.3 Werknemers versus uitkeringsgerechtigden 698
15.3.1 Re-integratieverplichtingen 699
15.3.2 De inperking van de grondwettelijke vrijheid van arbeidskeuze (art. 19 lid 3 Gw) 699
15.3.3 Recht op ondersteuning? 700
15.4 Werken met behoud van uitkering 701
15.4.1 De proefplaats 702
15.4.1.1 Doelstelling 702
15.4.1.2 Rechtspositionele aspecten 702
15.4.1.3 Plussen en minnen 703
15.4.2 De participatieplaats 704
15.4.2.1 Doelstelling 704
15.4.2.2 Rechtspositionele aspecten 705
15.4.2.3 Plussen en minnen 706
15.5 Werken met een aanvullende uitkering 708
15.5.1 Doelstelling 709
15.5.2 Rechtspositionele aspecten 709
15.5.3 Plussen en minnen 711
15.6 Werken binnen de kaders van de sociale werkvoorziening 713
15.6.1 Doelstelling 713
15.6.2 Rechtspositionele aspecten 714
15.6.3 Plussen en minnen 718
15.6.4 Overgang naar Participatiewet 719
15.7 Werken met de werknemersstatus 719
15.7.1 De loonkostensubsidie 720
15.7.1.1 Doelstelling 720
15.7.1.2 Rechtspositionele aspecten 720
15.7.1.3 Plussen en minnen 722
15.7.2 De ‘garantiebaan’ 723
15.7.2.1 Doelstelling 723
15.7.2.2 Rechtspositionele aspecten 724
15.7.2.3 Plussen en minnen 727
15.7.3 Beschut werken 729
15.7.3.1 Doelstelling 729
15.7.3.2 Rechtspositionele aspecten 729
15.7.3.3 Plussen en minnen 730
15.8 Conclusies 731
15.8.1 Stand van zaken 731
15.8.2 Nieuwe wind? 731
15.8.3 Gelijke kansen voorop 733
16 De vrijwilliger 737
Prof. mr. W.A. Zondag, bewerkt door mr. O. van der Kind
16.1 Inleiding 737
16.2 Kwalificatievraagstuk: tussen vrijwilligersovereenkomst en arbeidsovereenkomst 738
16.2.1 Kenmerken van de vrijwilligersovereenkomst 738
16.2.2 Contractuele gebondenheid 740
16.2.3 De elementen van de arbeidsovereenkomst toegepast op de vrijwilliger 741
16.2.4 Betekenis van de partijbedoeling 749
16.2.5 Geen geruisloze overgang 752
16.2.6 Betekenis van het rechtsvermoeden 754
16.3 De vrijwilliger partieel beschermd door het arbeidsrecht 755
16.3.1 Informatierecht 757
16.3.2 Recht op bescherming persoonsgegevens 758
16.3.3 Recht op gelijke behandeling 758
16.3.4 Bescherming van de Arbeidstijdenwet 759
16.3.5 Recht op een veilige werkomgeving 760
16.3.6 Werkgeversaansprakelijkheid 760
16.4 Tot slot 769
17 De zelfstandige zonder personeel 773
Prof. mr. dr. A.R. Houweling
17.1 Inleiding 773
17.2 Algemene kenmerken en ontwikkelingen 777
17.2.1 Definities 777
17.2.2 Aantallen en groei 780
17.2.3 Motieven voor het zzp-schap 782
17.2.4 Schijnzelfstandigheid 783
17.2.5 Inkomen 785
17.2.6 Arbeidsongeschiktheid 791
17.2.7 Pensioen en scholing 795
17.3 De aanvang van een arbeidsrelatie met een zzp’er 795
17.3.1 Kwalificatievraag 796
17.3.2 Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) / DBA modelovereenkomst 2016 799
17.3.3 De dga-zzp’er: inleners- en ketenaansprakelijkheid 802
17.4 Wettelijke arbeidsvoorwaarden van de zzp’er 803
17.4.1 Recht op loon 804
17.4.2 Verschuldigdheid van loon en wettelijke verhoging 810
17.4.3 Arbeidstijden en vakantieverlof 811
17.4.4 Overige wet- en regelgeving 812
17.5 Aansprakelijkheid 814
17.5.1 Opdrachtovereenkomst en schade 814
17.5.2 Aansprakelijkheid ex artikel 7:658 BW en de zzp’er 816
17.5.3 Verzekeringsplicht ex artikel 7:611 BW? 822
17.6 Het einde van de arbeidsrelatie met een zzp’er 823
17.6.1 Zzp’er geen BBA-werknemer meer 824
17.6.2 Reflexwerking ontslagrecht in Afdeling 7.10.9 BW 828
17.6.3 De zzp’er in de Ontslagregeling 831
17.7 De zzp’er in het socialeverzekeringsrecht 832
17.7.1 Inkomensderving van de zzp’er wegens ziekte of arbeidsongeschiktheid 832
17.7.2 Inkomensderving van de zzp’er wegens werkloosheid 835
17.7.3 Het recht van de zzp’er op bijstand en pensioen 837
17.7.4 Zzp’ers in tijden van nood 838
17.8 De zzp’er en het arbeidsrecht: uitsluiten, insluiten of aanpassen? 838
17.9 Tot besluit 843
18 De handelsagent en de handelsvertegenwoordiger 845
Mr. J.W. Bitter & mr. J.E. Polet
18.1 Inleiding 845
18.2 Historische ontwikkeling van de wettelijke regelingen van de handelsagent en handelsvertegenwoordiger 846
18.3 De agentuurovereenkomst 848
18.3.1 Wettelijke regeling (art. 7:428-7:445 BW) 848
18.3.1.1 De agentuurovereenkomst 848
18.3.1.2 Proeftijdregeling 850
18.3.1.3 Delcrederebeding 850
18.3.1.4 Provisie 851
18.3.1.5 De verplichtingen van de handelsagent en de principaal 853
18.3.1.6 Het non-concurrentiebeding 854
18.3.1.7 Exclusiviteit 855
18.3.1.8 Het einde van de agentuurovereenkomst en de rechtsgevolgen en aanspraken die daaruit kunnen voortvloeien 856
18.3.1.9 Dwingend recht 866
18.3.2 Mededingingsrechtelijke aspecten 869
18.3.3 Slotopmerkingen 871
18.4 De handelsvertegenwoordiger 873
18.4.1 De arbeidsovereenkomst 873
18.4.2 Overeenkomstige toepassing van de bepalingen inzake de agentuurovereenkomst 874
18.5 Tot slot 875
19 De franchisenemer 881
Mr. F.S.M. Ruitinga & prof. mr. H.N. Schelhaas
19.1 Inleiding 881
19.2 Historische ontwikkeling 883
19.2.1 Eerdere wetgevingsinitiatieven 883
19.2.2 De Franchisewet 886
19.3 Precontractuele informatieplichten 887
19.4 Grenzen aan de wijziging van de franchiseovereenkomst tijdens de looptijd 892
19.4.1 Postcontractuele informatieverplichtingen 893
19.4.2 Instemmingsrecht bij wijzigingen 895
19.5 Onderling overleg tussen franchisenemer en -gever, verplichting tot verlenen van hulp en bijstand 896
19.6 Beëindiging van de franchiseovereenkomst 897
19.6.1 Goodwillvergoeding 897
19.6.2 Postcontractueel concurrentiebeding 898
19.7 Handelen als een goed franchisegever en franchisenemer 902
19.8 Reflectie: tussen bescherming en vrijheid 903
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan