Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Achtergrond

De senior is verantwoordelijk voor zijn eigen toekomst - Ouderen die stil blijven staan, krijgen het moeilijk

0 | 20 januari 2009 | 10-14 minuten leestijd
In de nabije toekomst zullen steeds meer mensen tot hun 65ste (moeten) blijven werken. Daarom is leeftijdsbewust personeelsbeleid niet langer een wassen neus, een begrip waaraan lippendienst wordt bewezen. Er moet nu echt iets gebeuren waardoor vijftigers langer blijven werken. Er moet worden omgegaan met bijvoorbeeld functieveranderingen en met het opleidingsbeleid, menen de auteurs van 'De Seniorcode'. Meer en langer werken Ontgroening en vergrijzing. De gevolgen van deze demografische verandering komen steeds dichterbij en vragen om steeds concretere oplossingen. Dé manier om de verzorgingsstaat betaalbaar te houden, is te zorgen dat er meer mensen tussen de 55 en 65 jaar betaald werk gaan verrichten. Dan snijdt het mes aan twee kanten: minder mensen doen een beroep op overdrachtsinkomens en méér mensen dragen premies af. In Europees verband, in het kader van de zogenaamde Lissabon Agenda, is afgesproken dat in 2010 de arbeidsmarktparticipatie van 55-plussers vijftig procent moet bedragen. Zover is het nog lang niet. In 2003 werkte in het Europa van de 'oude vijftien' lidstaten gemiddeld 42 procent van de 55-plussers. Nederland scoorde met 45 procent boven het gemiddelde. Die 45 procent is een groot verschil met tien jaar terug, toen slechts 29 procent van de Nederlanders tussen de 55 een 65 jaar betaald werk had. De relatief snelle toename van het aantal werkende 55-plussers is het gevolg van modernisering van de uittredingsregelingen. In relatief korte tijd hebben de sociale partners flexibele arrangementen gecreëerd waarbij werknemers kunnen kiezen op welke leeftijd ze willen stoppen en of ze dat in deeltijd willen doen. Hierbij is de uittredingsleeftijd geleidelijk verhoogd, behalve voor werknemers die genoegen nemen met een lagere uitkering. Mentaal probleem Kortom, er is geleidelijk al het een en ander veranderd in Nederland en er gaat nog meer veranderen. Langzamerhand stelt werkend Nederland zich er op in dat het langer door moet gaan. Dat is vooral een mentaal probleem. Te vergelijken met een marathonloper die zijn vermoeidheid pas na 35 kilometer voelt. Maar wanneer dezelfde hardloper een halve marathon loopt, wordt hij al na vijftien kilometer moe. Het is maar waar hij zich bij de start op heeft ingesteld. Achteraf gezien kunnen premier Balkende en minister De Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid blij zijn met de enorme maatschappelijke onrust die hun plannen in de herfst van 2004 hebben veroorzaakt. Pas toen het Museumplein volstroomde met tweehonderdduizend demonstranten, werd heel Nederland wakker. Het kabinet moest weliswaar bakzeil halen waar het ging om het afschaffen van fiscaal aantrekkelijke vervroegde uittreding voor iedereen; werknemers van 55 jaar en ouder bleven buiten schot. Maar mensen die in 1949 of later zijn geboren, weten sedertdien dat ze zich er op moeten instellen dat ze zeker tot hun 65ste moeten blijven werken. Zo bezien was de maatschappelijke onrust een heilzaam kwaad: er is zich een mentale omwenteling aan het voltrekken. Het boek 'De Seniorcode - je loopbaan na je 45e' speelt in op deze omwenteling. "Er is iets aan het veranderen in de maatschappelijke realiteit," zegt Rupert Spijkerman (62), die het boek samen met Margriet Bienemann (66) en Martin Reekers (50) schreef. "Werkgevers en overheid worden er steeds alerter op dat mensen niet meer als vijftiger stoppen met werken. Leeftijdsbewust personeelsbeleid is niet meer een wassen neus, een begrip waaraan lippendienst wordt bewezen. Er moet nu echt iets gebeuren waardoor vijftigers langer blijven werken. Dat betekent dat er anders moet worden omgegaan met bijvoorbeeld functieveranderingen en met het opleidingsbeleid." 'De Seniorcode' is deels bedoeld voor werkgevers en P&O-functionarissen, wanneer zij trainingen organiseren voor oudere werknemers. Maar een minstens zo belangrijke doelgroep vormen individuele 45-plussers die zich binnen het kader van de op gang gebrachte mentale omwenteling moeten heroriënteren op de tweede helft van hun loopbaan. Liever 'senior' dan 'oudere' Overigens hebben Spijkerman en de zijnen het liever niet over 'oudere werknemers'. Zij geven de voorkeur aan 'senioren'. "Door over senioren te praten, benader je de zaak van de positieve kant," zegt Spijkerman. 'De Seniorcode' moet helpen stereotype negatieve beelden door te prikken. In het boek staan tien positieve stellingen over oudere werknemers. Ze hebben meer, en een bredere werkervaring. Ze hebben meer vakkennis. Ze beschikken over meer mensenkennis. Ze zijn betrouwbaar en geloofwaardig voor leiding, klanten en opdrachtgevers. Ze hebben een sterke binding met het bedrijf. Ze zijn meer gericht op kwaliteit. Ze zijn een coach voor jongeren. Ze hebben een afgewogen oordeel. Ze werken veiliger. Ze hebben meestal een uitstekende kijk op hun eigen werk en de sector. Wanneer senioren zoveel in hun mars hebben, wat is dan het probleem? Spijkerman: "Senioren zitten te veel in een calculerend patroon. Te vaak zie je iemand van vijftig die veel in een bedrijf heeft bereikt en die zegt: "Mij kegelen ze niet meer omver, ik zal mij handhaven." Dat is een heel andere houding dan van een vijftiger die kijkt hoe zijn positie verhoudingsgewijs binnen het bedrijf of de organisatie is gewijzigd en hoe hij daarmee moet omgaan." Een defensieve houding leidt er makkelijk toe dat mensen blijven vastzitten in oude patronen. Spijkerman omschrijft zulke mensen wel eens als volgt: "Ze zweven in een vaste baan om de aarde. Ze zijn door niets of niemand te bereiken. Ze kunnen met geen mogelijkheid van hun oude overtuigingen en gewoontes worden afgebracht." Dat kan gaan om relatief onschuldige zaken. Bijvoorbeeld wanneer iemand zich niet meer openstelt voor nieuwe mensen en in de pauze altijd bij het oude, vertrouwde groepje gaat zitten. Maar soms is het vastroesten verraderlijker en desastreus voor de eigen toekomst. De beste ontspoort Spijkerman: "Bijvoorbeeld bij de vijftiger die de beste verkoper was van een verzekeringsmaatschappij. Op een dag ging de verzekeraar over op een andere manier van orderverwerking. Verkopers moesten in het vervolg met een laptop op stap en daar onmiddellijk de gegevens van klanten in registreren. De man die altijd de beste verkoper was geweest, ontleende aan die positie het recht om zich te onttrekken aan deze nieuwe technologie. Drie jaar later bleek dat hij de boot had gemist en werd hij uit zijn functie gezet. Dat leidde tot verschillende juridische procedures en andere narigheid. Door verstarring ontstaan veel botsingen, die vaak tot verharding en bitterheid leiden. Het onderwijs zit vol met dit soort conflicten." Maar volgens Spijkerman is zo'n bitter einde aan een loopbaan helemaal niet nodig. "Probeer bewuster vanuit de kern van je ervaringen en aspiraties een nieuwe koers te varen. Wees niet zo defensief, maar onderzoek wat voor jou de mogelijkheden zijn. Kijk hoe groot je speelveld is. Soms is het klein, maar je kunt altijd spelen." De titel 'De Seniorcode' is natuurlijk een enorme knipoog naar het de bestseller 'De DaVinci Code'. Maar tegelijk verwijst de titel naar een code die volgens de auteurs in zeven stappen te kraken valt. Om de Seniorcode te laten ontstijgen aan een grijze zee van algemeenheden of verklaringen van anonieme getuigen, is Spijkerman bereid te vertellen hóe en in welke mate hij er zelf in is geslaagd de Seniorcode te kraken. Spijkerman is inmiddels 62 en heeft diverse boeken op het gebied van loopbaancoaching geschreven. Hij is als docent loopbaankunde verbonden aan Fontys Hogescholen. Daarnaast verzorgt hij trainingen voor loopbaanadviseurs en begeleidt hij mensen met loopbaanvraagstukken. Pijnlijk, maar onschuldig Stap 1 van de code luidt: 'Accepteer dat u senior bent'. Spijkerman daarover: "Zoiets gebeurt in verschillende laagjes. Ik moest eerst accepteren dat studenten, die in het begin van mijn loopbaan min of meer leeftijdgenoten van mij waren, steeds jonger dan ik werden. Werd ik vroeger aan het eind van een schooljaar meegevraagd om een borreltje te drinken, op een gegeven moment gebeurt dat niet meer. Dat was misschien pijnlijk, maar nog tamelijk onschuldig. Zoals het ook makkelijk te accepteren was dat ik niet meer de junior was, maar de senior die 'piepjes' aanneemt." Moeilijker te accepteren vond Spijkerman het dat hij een bepaald patroon had ontwikkeld en daarmee stuitte op de grenzen van zijn functioneren. Kort gezegd kreeg hij een steeds prominentere plek in de organisatie van de school. Hij schreef het concept voor een nieuw onderwijsprogramma en kreeg vervolgens de leiding bij de implementatie daarvan. Spijkerman: "Ik kwam terecht in een functie die niet bij mij paste. Er waren wel signalen geweest, maar daar had ik niets mee gedaan. Pas toen ik overspannen werd en hartklachten kreeg, werd ik ontvankelijk voor hoe het werkelijk zat." Een paar maanden stond hij buitenspel. Hij ontdekte dat zijn ambitie om een centrale rol binnen de organisatie te verkrijgen zijn valkuil was geweest. Hij realiseerde zich dat hij vooral sterk in de inhoud was. "Gelukkig kon ik binnen Fontys op een andere hogeschool uitvoerend docent worden. In zeker opzicht is dat werken in de marge, zeker in vergelijking met hetgeen ik aanvankelijk ambieerde. Maar ik vind het zulk prettig en interessant werk. Voor mij was het belangrijkste te accepteren wat je aan kunt en wat niet." Stap 2 van de Seniorcode is: 'Ga op zoek naar flow'. Spijkerman: "Ik zocht naar situaties waarin ik een actief aandeel had en waarvan ik echt genoot. Ik heb de tijd die ik aan die dingen besteed uitgebreid. Concepten ontwikkelen en die uitwerken tot een nieuwe cursus - dat vind ik heerlijk. Ik schreef wel eens een boek, maar sinds mijn overspannenheid ga ik daar veel sterker in op." Kankeren is dodelijk Over Stap 3 'Blijf leren', zegt Spijkerman: "Ik blijf nadrukkelijk openstaan voor inhoudelijke veranderingen op school die zich in een steeds hoger tempo aandienen. Zoals voor digitale leervormen. Als je dat niet meer doet, haak je geestelijk af." Tegelijkertijd heeft hij een nogal relativerende houding ten opzichte van organisatorische veranderingen. "We werken nu met kernteams. Ik geloof dat dat inmiddels al de vierde keer is. Ik krijg bijna de slappe lach wanneer dat als iets totaal nieuws wordt gepresenteerd. Mijn relativeringsvermogen is misschien bijna te groot. Ik doe mee omdat ik coöperatief wil zijn ten opzichte van de mensen met wie ik werk, maar om het model zelf kan ik alleen maar lacherig doen. Toch zal ik niet gaan kankeren. Kankeren is dodelijk. Voor jezelf en voor de organisatie." Stap 4 van de Seniorcode luidt: 'Bouw met zelfkennis aan uw toekomst.' Spijkerman: "Ik vind het makkelijk mijn sterke kanten te onderkennen, zoals mijn belangstelling voor de inhoud. Lastiger vind ik het om goed aan te geven wat niet bij mij past of wat ik niet kan. Het heeft ongetwijfeld met statusgevoeligheid te maken dat ik het lastig vind te onderkennen dat een leidinggevende positie niet bij mij past. Maar ik moet goed oppassen dat ik me niet nogmaals laat verleiden." Stap 5 - 'Benut uw ervaring optimaal' - komt bij Spijkerman slechts ten dele uit de verf. Binnen de hogeschool waar hij nu werkt heeft hij tijdens een functioneringsgesprek aangegeven dat hij zijn sporen heeft verdiend als dagvoorzitter en als rapporteur. Maar daar is (vooralsnog) niets mee gedaan. Daarentegen benut hij binnen zijn werkals coach, docent en schrijver zijn ervaring optimaal. Verschuivende waarden 'Bepaal de waarden waar u achter staat', zo luidt stap 6 van de Seniorcode. "Die verschuiven," heeft Spijkerman geconstateerd. Hij is nog steeds geïnteresseerd in de inhoud van zijn vak. Maar daarnaast is hij meer dan ooit de privé-sfeer centraal gaan stellen. Net als zijn gezondheid. Daar is hij zeer alert op geworden. Hij vermijdt stresssituaties of stapt daar zo snel mogelijk uit, en hij is gaan mediteren. Met het oog op zijn gezondheid is hij nog steeds blij met het besluit geen coördinator te worden. Stap 7 van de Seniorcode luidt: 'Communiceer open en maak vrienden.' Wat dat betreft is er voor Spijkerman niets nieuws onder de zon. "Dat doe ik van nature. Als je je afschermt voor nieuwe mensen en nieuwe ervaringen, roest je veel makkelijker vast en mis je signalen." Pratend over de manier waarop hij zelf de Seniorcode heeft gekraakt, zegt Spijkerman dat het in lijn is met de boodschap van het boek. "Wij zijn beslist geen voorstander van een tobberige benadering van het ouder worden. Maar het is ook niet zo dat wij beweren dat de 'sky the limit' is, wanneer je op een verstandige manier als senior in werk en leven staat. Wat we er verder vooral mee hebben willen aangeven is dat de senior zelf verantwoordelijk is voor zijn toekomst. Zeker nu het de maatschappelijke tendens is dat mensen langer zullen moeten werken, is het belangrijk je daarop voor te bereiden en de regie zoveel mogelijk in handen te houden."
Over Annegreet van Bergen

Annegreet van Bergen is econoom, auteur van de bestseller Gouden jaren en journalist.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Boeken bij dit artikel

Margriet Bienemann, Rupert Spijkerman, Martin Reekers
Door de wol geverfd

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden