Als het zoom gesprek op corona komt veert Ylva Poelman plotseling op. ‘Het is onbegrijpelijk hoe snel we weer terugvallen in het oude normaal,' zegt de bedrijfsadviseur en innovatie-expert vanuit haar Groningse werkkamer. ‘In de media lees ik allerlei hosanna-verhalen over het economische herstel en de gouden tijden die we tegemoet gaan. Dan denk ik bij mezelf: we zouden een jaar geleden toch alles anders gaan aanpakken? Waar is bijvoorbeeld die groene herstart gebleven waar we het toen over hadden?' Zonder alarmistisch te willen klinken vervolgt ze: ‘Het zou doodzonde zijn om deze crisis te verspillen. De volgende is namelijk al in de maak. We weten niet precies wanneer en in welke vorm die zal plaatsvinden. Maar dát ze komt is zeker, en wie zich nu niet schrap zet loopt het gevaar over een paar jaar alsnog weggevaagd te worden. Dat is het slechte nieuws.'
Nooit failliet
Het goede nieuws is dat bedrijven geen kristallen bol nodig hebben om alle toekomstige risico's af te kunnen dekken. In plaats daarvan kunnen ze volgens Poelman naar hartenlust putten uit een schier oneindige inspiratiebron die een blauwdruk voor ieder mogelijk rampenscenario bevat: de biologische wereld. ‘De natuur functioneert eigenlijk precies als een bedrijf,' zegt Poelman. ‘Ze produceert organismen in allerlei soorten en maten, en als die levensvormen in de loop van de tijd niet meer voldoen dan sterven ze uit en worden ze vervangen door nieuwe, meer innovatieve producten. En de BV Natuur is in de vier miljard jaar dat ze in bedrijf is nog nooit failliet gegaan. Daarmee is ze de meest duurzame organisatie die we kennen.'
De bionische vrouw
In De 9 succesfactoren van de BV Natuur beschrijft Poelman, die van huis uit sterren- en natuurkundige is, hoe de BV Natuur dat heeft klaargespeeld. ‘Toekomstbestendigheid is in feite niets anders dan voorbereid zijn op verandering,' zegt ze. ‘Net zoals de natuur in staat is om welke disruptie dan ook te pareren, zo kunnen ook bedrijven zich voorbereiden zonder precies te weten wat er op hen afkomt.'
Het boek is de weerslag van een jarenlange specialisatie op het gebied van bio-inspired innovation: ze publiceerde onder meer De natuur als uitvinder (2015) en schreef tussen 2014 en 2019 voor dagblad Trouw onder de naam ‘De Bionische Vrouw' meer dan honderd columns over de natuur als inspiratiebron voor innovatie. Poelman: ‘De manier waarop de biologische natuur techniek bedrijft is compleet anders dan hoe de mens dat doet. Kijk alleen al naar het gebruik van grondstoffen. Meer dan 95 procent van het gewicht van alle organismen bestaat uit slechts vier elementen: koolstof, zuurstof, waterstof en stikstof. Met zo'n beperkt assortiment móet je wel out-of-the-box innovatief zijn. Geen probleem is zo gek of de natuur heeft er wel een oplossing voor verzonnen.'
Mothers of Invention
Poelmans boek is doorspekt met voorbeelden van technische vernieuwingen die op het eerste oog briljante menselijke vindingen zijn, maar in werkelijkheid al miljoenen jaren geleden door de levende wereld werden uitgedokterd. Zo dienden de omhoog gekrulde veren waarmee zwevende vogels tijdens het vliegen hun energieverbruik weten te verminderen als voorbeeld voor winglets, de opstaande, brandstofbesparende randen aan het uiteinde van vliegtuigvleugels. En vormde de manier waarop lotussen in modderpoelen erin slagen om hun bladeren schoon te houden de inspiratie voor zelfreinigende verf waar vuil en water geen grip op kunnen krijgen. Maar ook sociale concepten die typisch een product van onze moderne samenleving lijken, waren door de natuur allang geïntroduceerd voordat de mens op het wereldtoneel verscheen. Zo weet een zwerm spreeuwen door middel van agility en zelforganisatie roofvogels te ontwijken, besluiten honingbijen via likes die de vorm krijgen van een dans welke locaties geschikt zijn voor een nieuwe nestplaats, en bedient de bijenorchis zich van fake news om zich te laten bevruchten: het bloemblad lijkt zozeer op het vrouwtje van de solitaire langhoornbij dat mannetjes er prompt mee willen paren, om op die manier de plant bestuiven.
Deep democracy
Zelfs democratie is de natuur niet vreemd, aldus Poelman. Afrikaanse wilde honden besluiten bijvoorbeeld op basis van consensus wanneer het tijd is om op jacht te gaan. Leden van de groep die honger beginnen te krijgen geven door middel van een niesgeluid aan dat ze voedsel willen zoeken. Als het aantal niezende honden een drempelwaarde overschrijdt, dan gaat de rest mee op pad. Wordt dat quotum niet bereikt, dan blijven ze luieren. ‘Het interessante is dat een lager geplaatst groepslid met een aantal medestanders de baas kan wegstemmen,' zegt Poelman. ‘Het alfa-mannetje en -vrouwtje mogen dan hoger in de pikorde staan, maar als ze hun soortgenoten niet voldoende weten te overtuigen, dan moeten ze gewoon met de groep meebewegen. Daar kunnen representanten van het oude leiderschap, dat zich richt op almachtige en alwetende CEO's en een hiërarchische command & control-stijl, nog wat van leren.'
Strikt biologisch
Om de natuur als inspiratiebron te gebruiken, hoef je volgens Poelman geen bioloog te zijn, al is kennis van het vakgebied wel onontbeerlijk. ‘Het belangrijkste is om de juiste analogie te vinden en die vervolgens te vertalen naar een bruikbare oplossing.' Traditionele metaforen slaan vaak de plank mis: ‘Je hoort bedrijven bijvoorbeeld vaak zeggen dat ze een roofdier zijn, en net zo succesvol willen worden als een roedel wolven. Daar geven ze vervolgens een eigen invulling aan, zonder precies te weten hoe het écht werkt. En wie zegt dat een roedel wolven een goede inspiratiebron is voor bedrijven? Misschien is zo'n organisatie wel beter af als ze zich gedraagt als een varen.'
Daarnaast zijn niet alle succesfactoren even makkelijk te implementeren. In Poelmans ervaring hebben managers met name moeite met feedback. ‘Niet alleen om het te krijgen maar vooral ook om ernaar te handelen. Neem klimaatverandering. De bosbranden in Californië, de overstromingen in Limburg, zelfs de coronacrisis maken allemaal deel uit van een feedbackloop waarmee de BV Natuur aangeeft dat het huidige economische model niet duurzaam is.'
Corona was wat dat betreft een blessing in disguise, aldus Poelman. ‘Het liet zien hoe snel we als mensheid kunnen reageren op een urgent probleem. We hebben in recordtijd een effectief vaccin weten te ontwikkelen.' Zo ook is de klimaatcrisis relatief makkelijk aan te pakken: ‘Als de hele wereld er nú de schouders onder zet, dan lossen we het probleem bij wijze van spreken binnen een jaar op. Zo ingewikkeld is het niet. We moeten het alleen willen, en kennelijk doet het nog niet genoeg pijn.'
Green Reset
Waarmee Poelman terug is bij haar stokpaardje: de groene herstart. ‘Mijn boek gaat weliswaar over de toekomstbestendigheid van ondernemingen, maar het is cruciaal dat managers ook de urgentie van het klimaat- en andere milieuproblemen gaan voelen. Zij zijn immers degenen die met het bedrijf daarin de meeste impact kunnen maken. Als privépersoon zijn ze daarvan vaak al doordrongen, maar in hun zakelijke rol van leidinggevende denken ze er vaak nog anders over.'
Daarbij moeten we volgens Poelman in ieder geval af van het idee dat we lief moeten zijn voor onze planeet. ‘De natuur is helemaal niet zielig. De biologische wereld zal nog miljoenen jaren in bedrijf blijven, in wat voor vorm dan ook. Het zijn ónze overlevingskansen waar ik me zorgen over maak. Change will have to come, by design or by disaster. En als het zo doorgaat ben ik bang dat het disaster zal zijn.'
Over Jeroen Ansink
Jeroen Ansink is journalist in New York. Hij schrijft en schreef onder meer voor HP/De Tijd, Elsevier Weekly Magazine en Fortune.com. Voor Managementboek schrijft hij interviews. Ansink voltooide een vrij doctoraal in de Letteren aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en behaalde het certificaat Business Journalism aan de Wharton Business School aan de Universiteit van Pennsylvania.