In Nederland staat debatteren op een laag pitje, schrijf je. Hoe verklaar je dat?
Ten eerste door ons onderwijs. Mensen boven de dertig hebben vrijwel geen kennis meegekregen van de kunst van de retorica, en er ook niet mee geoefend. Debatteren past ook niet in onze coalitiecultuur van leven en laten leven. Nederland kent van oudsher een verzuilde cultuur, waarbij geen debat plaatsvond tussen de zuilen. In bijvoorbeeld Engeland is dat totaal anders, daar staan ze eerder recht tegenover elkaar.
Je constateert dat ook managers er weinig van bakken?
Bezoek maar eens een congres waar een Nederlander een betoog houdt. En vergelijk dat dan met de gemiddelde Amerikaan of Brit. Dan steken wij daar slecht bij af. Ook in vergaderingen merk je dat we veel tijd nodig hebben om ons punt te maken. En als een directeur zijn medewerkers toespreekt, gaat het dak er zelden of nooit af. We zijn er gewoon niet goed in.’
Is het te leren?
Absoluut, het is een vaardigheid die je kunt oefenen en die essentieel is voor iedereen. Ongeacht of je nou directeur, zzp’er of werknemer bent. Ieder individu heeft er baat bij als hij zijn punt kan maken. Ook de samenleving heeft daar veel belang bij. Ook in de politiek hebben we er allemaal baat bij als debatten op een hoog niveau worden gevoerd, want dan win je aan kwaliteit. Ieder bedrijf zou moeten willen dat het mondige medewerkers heeft, want juist die kunnen je helpen het bedrijf verder op te stuwen.
Je maakt een driedeling tussen ethos, pathos en logos. Ofwel persoonlijkheid van de spreker, stijl en inhoud. De laatste draagt het minste bij aan overtuigingskracht. Triest?
Zeker is dat triest. Die driedeling komt overigens van Aristoteles, en is al 2500 jaar oud. Maar dat is nog steeds de beste manier om naar overtuigingskracht te kijken. Wat betreft logos, zonder argumenten kom je natuurlijk nergens maar in het totaal speelt het een ondergeschikte rol. Het is veel belangrijker hoe je iets zegt, dan wat je zegt. Veel mensen realiseren zich dat niet. Ik denk dat de grootste fout is dat mensen veel tijd kwijt zijn aan het bedenken van hun argumenten. Ze denken dat ze er wel zijn als ze dat argument hebben. Maar nee, dan begint het pas! Hoe speel ik in op mijn publiek? Hoe geef ik het argument vorm? Retorica is in wezen vrij saai, want het gedachtegoed is al heel lang bekend. Maar de essentie daarvan staat nog steeds als een huis.
Over Paul Groothengel
Paul Groothengel is freelance journalist.