‘Het is de complete familie rond geweest.' Met een vriendelijk glimlach neem ik het compliment in ontvangst, maar ik denk bij mezelf dat ik het nog veel leuker zou hebben gevonden wanneer al die mensen hun eigen exemplaar hadden gekocht.
Met zekere verbazing zag ik dan ook dat Pieter van de Glind en Harmen van Sprang een facsimile van een handgeschreven brief in hun boek Share hebben laten afdrukken. Hun boek gaat over de ‘kansen en uitdagingen van de deeleconomie'. De auteurs schrijven: ‘Dit boek vraagt erom gedeeld te worden. Dus heb je het uit? Zet het niet in de kast, maar geef het door. Zo delen we onze kennis, inspiratie en plezier met zoveel mogelijk lezers.' Ik ben kennelijk een vrouw van de oude stempel, want zoiets zou ik nóóit uit mijn pen krijgen. Ik heb liever dat mensen mijn boek kopen dan dat ze het delen.
Ook het boek van Van de Glind en Van Sprang ga ik niet weggeven. Daarvoor vind ik hun overzicht van de enorme impuls die internet aan allerlei markten en fora heeft gegeven te interessant. Stel dat ik later meer wil weten over het wel en wee van werkplekdeelplatforms. Dan kan ik natuurlijk op internet gaan zoeken, maar ik vind het veel handiger om in hun boek op te zoeken wat de Share-auteurs hier anno 2016 over te melden hebben. Het lijkt mij een innovatie van jewelste dat bedrijven via platforms als Desks Near Me en LiquidSpace leegstaande bureaus in hun kantoren tijdelijk verhuren. Maar krijgen Van de Glind en Van Sprang gelijk wanneer ze beweren dat verhuur als bijkomend voordeel heeft dat er allerlei ondernemers over de vloer komen die het verhurende bedrijf een boost geven? En bouwt de hurende zakelijke reiziger inderdaad aan zijn netwerk? Dat wil ik nog wel eens zien en daarom heb bij deze voorspellingen een paar flinke potloodstrepen gezet. Een aandachtspunt voor mezelf, niet voor andere lezers.
In sommige opzichten is de deeleconomie natuurlijk ook oude wijn in nieuwe zakken. Begin jaren zestig deed een hele buurt met één televisietoestel, toen alle kinderen uit de straat op woensdag- en zaterdagmiddag in één huiskamer gepropt zaten en samen naar Pipo de Clown of Swiebertje keken. Omdat zij de verrichtingen van nummer 14 te spectaculair vonden om die nog in zwart/wit te zien huurden sommige buren in 1974 tijdens het legendarische WK-voetbal met de al even legendarische Johan Cruijff samen een kleurentoestel. Iedere week dat Nederland een ronde verder kwam, werd het kleurentoestel in weer een andere huiskamer gezet.
Toen mijn vader als een van de weinigen een auto had, speelde hij in zijn Lelijke Eend voor taxichauffeur voor de halve buurt. Nu er meer dan acht miljoen auto's in Nederland rondrijden, is het alleen maar toe te juichen dat de deelauto in opkomst is. Wat moet je, zeker in het overvolle centrum van een grote stad, nog met een eigen auto? Daar kun je beter je auto met de buren delen. Met het oog op grondstoffengebruik en ruimtebeslag is het sowieso goed om als vanouds zoveel mogelijk spullen met anderen te delen.
Een uitzondering geldt voor grasmaaiers, hogedrukspuiten en ander luidruchtig tuinmaterieel. Ik zou willen dat elke buurman, net als nu, zijn eigen setje heeft en dat alle buurmannen vervolgens afspreken wanneer ze gaan maaien, spuiten of blowen. En dat ze dat dan allemaal tegelijk doen in plaats van dat ze er, zoals nu, een soort lawaai-estafette van maken. Daarover heb ik nog niets gelezen, maar bij het maken van dergelijke afspraken kan internet ook een belangrijke rol spelen.
Over Annegreet van Bergen
Annegreet van Bergen is econoom, auteur van de bestseller Gouden jaren en journalist.