De effectieve vraag staat gelijk aan de consumptie van gezinnen + de investeringen van bedrijven. De waarde van het netto nationaal product (productie – afschrijving) staat gelijk aan de fysieke output x het prijspeil. Het was glashelder: onze economie kent een cyclus! Like clockwork. Toegegeven, ik beleefde gaandeweg steeds meer plezier in het proberen te begrijpen van deze economische wetten. Wetten waarvan ik dacht dat ze zich gedroegen zoals wiskundige formules. Later toen ik Bedrijfskunde studeerde werd dit vermoeden bevestigd. De boodschap was bijna zonder uitzondering: wees gerust, A leidt tot B. Mensen handelen altijd uit eigen belang. Slimme investeringen leiden tot meer winst. Winst is voor de directie en aandeelhouders. Bezuinigen doe je het snelst door personeel te ontslaan of te reorganiseren. De wereld is nu eenmaal rationeel en economisch gedreven.
Het valt me op hoe we deze economische realiteit ook zijn gaan gebruiken om het gedrag van mensen te verklaren en te begrijpen. Veel van bovenstaande ‘wetten’ staan niet meer ter discussie. Maar het rottige is dat die economische wetten ons in de 21ste eeuw niet veel verder gaan helpen. Ze gaan uit van een versimpeling van de werkelijkheid en bovendien hanteren ze het uitgangspunt dat mensen hebberig zijn, altijd uit zijn op winstmaximalisatie en hun omgeving liever kapotmaken dan verrijken. En dit denken legitimeert in grote mate het uitputten van natuurlijke hulpbronnen, overdreven hiërarchie (hoe hoger, hoe meer), en de opvatting dat pittige concurrentie nou eenmaal logisch is. Terwijl de spannende denkvraag is: zou het anders kunnen? Ik denk van wel. Mits we afscheid nemen van het denken in economische golven. Dat dit werkt bewijzen ondernemingen om ons heen zoals Thuiszorg Nederland, Buurtzorg Nederland, Peerby, of De Triodos Bank. Maar ook grote Nederlandse bedrijven als Philips, DSM en ING laten zien dat structurele duurzaamheid (CO2-reductie) hoog op de agenda kan komen.
Onze economie gedraagt zich als een conservatieve religie. En religies hebben de neiging te gaan geloven in hun eigen verhaal en anderen hun gelijk op te dringen. Ik geloof er niet meer in. Het is tijd voor een nieuwe economie! Maar hoe zullen we deze nieuwe noemen? Ik stel voor de ‘donut economie’. Een term die komt van de Engelse Kate Raworth. Ze wordt de nieuwe Keynes genoemd. Raworth presenteert een economisch model wat onze maatschappij en omgeving revitaliseert en verrijkt in plaats van uitput. Met een set van duidelijke sociale en ecologische grenzen is het mogelijk grote stappen voorwaarts te zetten. En hoe zit dat dan met winst maken: dat maken we nog steeds, maar met mate. Raworth laat zien hoe de weg voor ons eruit kan zien. Die is innovatief, mooi en ondernemend. Een economisch model in de vorm van een donut. Wie wil dat nou niet? Ik duim dat ze haar boek gebruiken voor het economie examen van 2018. Want de echte problemen komen nog en dan zijn onze kinderen er klaar voor.
Tjip de Jong is organisatieadviseur en onderzoeker. Hij bestudeert en adviseert mensen (in organisaties) die werk maken van verandering en innovatie. Vandaag verscheen zijn nieuwe boek: Denken in organisaties.
Over Tjip de Jong
Onderwijs, organisatieontwikkeling, samenwerken, leren en innoveren.
Veeleisende optimist.
Publicist en podcast maker (www.tjipcast.nl).
Onderzoeker aan o.a. de Universiteit van Amsterdam en de Hogeschool KPZ.