Het cirkeldiagram hieronder (dat op een bestaand voorbeeld is gebaseerd) toont het marktaandeel van vier leveranciers: A, B, C en D. Wat zou uw antwoord zijn als ik om een eenvoudige observatie vroeg, namelijk: welke leverancier aan de hand van dit beeldmateriaal de grootste is?
De meeste mensen zijn het er over eens dat Leverancier B, rechtsonder in gemiddeld blauw, de grootste lijkt. Als u moet schatten welk marktaandeel leverancier B in handen heeft, welk percentage zou u dan kiezen?
35%? 40%?
Door de nogal sturende vragen hebt u waarschijnlijk al door dat er iets niet in de haak is. Kijk eens naar het diagram met cijfers in de segmenten van onderstaande afbeelding:
Leverancier B, die het grootste lijkt, is met 31% kleiner dan Leverancier A erboven, die kleiner lijkt.
Laten we het over een paar problemen hebben die een nauwkeurige interpretatie van deze gegevens bemoeilijken. Het eerste wat in oog springt (en verdacht is voor iemand die ervaring met grafieken heeft), is het 3D-perspectief en de vreemde indeling van de grafiek. De taart is naar achteren gekanteld, waardoor de stukken bovenaan verder weg lijken te liggen en dus kleiner zijn dan in werkelijkheid De stukken onderaan lijken dichterbij te zijn en worden dus groter weergegeven. Verderop ga ik dieper op driedimensionale weergaven in, maar hier volstaat een eenvoudige regel voor datavisualisatie: gebruik geen 3D! U hebt er niets aan en het kan heel wat schade toebrengen, zoals u hier ziet aan de manier waarop de visuele weergave van de getallen is vervormd.
Maar ook als we het 3D-effect verwijderen en de taart vlakker maken, blijven er interpretatieproblemen bestaan. Het menselijk oog is niet goed in het toekennen van kwantitatieve waarden aan een tweedimensionale ruimte. Eenvoudig gezegd: cirkeldiagrammen zijn moeilijk te lezen voor mensen. Als segmenten bijna even groot zijn, is het lastig (zo niet onmogelijk) om te zien welk onderdeel groter is. Hebben ze andere formaten, dan is duidelijk dat de ene groter is dan de andere, maar valt niet te zien hoe groot het onderlinge verschil is. Eén manier om dit op te lossen is gegevenslabels toevoegen, zoals hier is gedaan. Maar wat mij betreft is dit type grafiek de ruimte die het inneemt niet waard.
Wat zijn de alternatieven? Eén benadering is om het cirkeldiagram te vervangen door een staafdiagram, zoals in onderstaande afbeelding, dat van groot tot klein of omgekeerd is geordend (tenzij er een natuurlijke volgorde voor de categorieën is, zoals eerder is vermeld). Onthoud dat onze ogen bij staafdiagrammen de eindpunten met elkaar vergelijken. Aangezien die op een gemeenschappelijke basislijn zijn uitgelijnd, is het eenvoudig om de relatieve grootte te bepalen. Hierdoor ziet u niet alleen snel welk segment het grootste is, maar ook hoeveel groter dit is dan de overige segmenten.
Misschien gaat er iets verloren bij de overgang van taart naar balk. Het unieke van een cirkeldiagram is het concept van één geheel dat uit verschillende onderdelen bestaat. Maar wat is de waarde van dit concept als zo’n grafiek moeilijk te lezen is? In bovenstaande afbeelding heb ik hiermee rekening gehouden door te laten zien dat de onderdelen een totaal van 100% hebben. Het is geen perfecte oplossing, maar wel het overwegen waard.
Op het moment dat u overweegt een cirkeldiagram te gebruiken, moet u zich afvragen waarom u dit doet. Komt u met een acceptabel antwoord op deze vraag, dan hebt u er waarschijnlijk genoeg over nagedacht, al hoort het cirkeldiagram niet het eerste type grafiek te zijn dat u overweegt te gebruiken, zoals de problemen bij de visuele interpretatie die hier zijn besproken laten zien.
Cole Nussbaumer Knaflic ondersteunt haar verhalen al jaren met geanalyseerde data in haar functie bij banken, private equity en Google. Ze maakt presentaties en workshops voor organisaties die een manier zoeken om de presentatie van data te verbeteren. Ze is de auteur van Storytelling met Data.