Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Preview

Economie - De essentie zonder formules

‘Waarom heeft niemand het zien aankomen?', vroeg koningin Elizabeth II van het Verenigd Koninkrijk toen ze in november 2008 een nieuw gebouw van de vermaarde London School of Economics inhuldigde.

Johan Lambrecht | 11 februari 2020 | 3-5 minuten leestijd

Elizabeth II had het over de financieel-economische crisis die toen in alle hevigheid woedde. Haar netelige vraag bracht de aanwezige economen in verlegenheid. Later wees een groepje economen in een brief aan haar op een totale mislukking van collectieve verbeelding van veel bollebozen en op een psychologie van ontkenning.

Vooraanstaande instellingen en economen blind waren gebleven voor het naderend economisch onheil. Volgens hen was er geen vuiltje aan de lucht. Er heerste groepsdenken en wat de Indiase econoom Ashoka Mody een ‘mentale luchtbel' (cognitive bubble) noemt. Het groepje economen dat wel tijdig aan de alarmbel trok, kreeg de wind van voren.

Economen en beleidsmakers hadden beter moeten en kunnen weten. De vader van de Economie, de Schot Adam Smith, had reeds in 1776 de oorzaken van een financieel-economische crisis blootgelegd en de te nemen preventieve acties aangeduid. Smith onderstreepte het nut van

politieke economie: een combinatie van filosofie, geschiedenis, economische theorie en praktisch economisch beleidsadvies. Ook de Brit John Maynard Keynes, die als de grootste econoom van de twintigste eeuw wordt beschouwd, wees op het belang van historische kennis. Hadden economen en beleidsmakers Smith, Minsky, Keynes ... in gedachten gehouden, dan was de financieel-economische crisis van 2007-2009 er nooit geweest.

GEBREKKIGE REALITEITSZIN
Een andere tekortkoming in het economisch vakgebied is de gebrekkige realiteitszin en beperkte praktijkgerichtheid bij economen. Zo beweerde de Amerikaan George Stigler, Nobelprijswinnaar Economie in 1982, zonder een spier te vertrekken dat niet de economische wetenschap, maar de realiteit fout zit als economische modellen door de feiten worden weersproken.

Zulke wereldvreemde uitspraken vloeien voort uit drie centrale veronderstellingen binnen de dominante economische stroming: rationeel individualisme, optimalisering en evenwicht. Bedrijven willen winst maximaliseren, individuen willen nut maximaliseren, en optimaliseren die doelstellingen door perfecte efficiënte beslissingen te maken. Die beslissingen leiden tot een economie in evenwicht. Maar het neoklassieke model en de theorie van de rationele verwachtingen staan mijlenver van de realiteit. Menselijk gedrag is immers verre van perfect rationeel. De veronderstelde evenwichtstoestand in de economie strookt evenmin met de realiteit. In werkelijkheid is de economie een complex dynamisch systeem met cycli en crises, kortom een systeem in onevenwicht. Desondanks hebben economen ook in de recente geschiedenis uit dat imperfecte neoklassieke model geput voor voorspellingen of voor de ontwikkeling van nieuwe theorieën.

ONDOORZICHTIG TAALGEBRUIK
Een laatste euvel in het economisch vakgebied is het taalgebruik. Dat vloeit voort uit de bovenstaande tekortkomingen. Door de gebrekkige realiteitszin en beperkte praktijkgerichtheid heeft de wiskunde zich van de economie meester gemaakt. Politiek-economische onderwerpen worden overwoekerd door de ‘taal' van de wiskunde. Op die manier willen economen hun discipline boetseren tot een ware, exacte wetenschap, terwijl economie bovenal een sociale, morele, ‘zachte' en menswetenschap is. Naast het overmatig gebruik van wiskunde en wiskundige

modellen is er het economisch jargon waarvan economen en beleidsmakers zich gretig bedienen. Het mag dan ook niet verbazen dat slechts 12 procent van de mensen vindt dat politici en media op een toegankelijke en makkelijk verstaanbare manier over economie praten.

TERUG NAAR DE ZIEL
We zijn vergeten dat economie oorspronkelijk als kunst werd omschreven. De Griekse schrijver Xenophon bezigde voor het eerst de term ‘economie'. In de Griekse oudheid gaf hij de volgende definitie van economie: de praktijk van gezinsmanagement als een kunst. De terugkeer naar de realiteit, de praktijk en de ziel is ook de keuze en de wens van veel studenten. Na de financieel-economische crisis kwamen economiestudenten in Frankrijk, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten in opstand tegen de manier waarop economie werd gedoceerd. Ze verlieten de leslokalen en hielden petities. Hun kritiek was vierledig: (1) gebrek aan toepassing in de realiteit; (2) geen andere zienswijzen; (3) ontbreken van geschiedenis; (4) gebrek aan kritisch denken.

Het economisch vakgebied staat op een tweesprong: ofwel richt het zich met een kritische blik en in klare taal op de realiteit, de praktijk, het heden, het verleden en de toekomst, ofwel kiest het voor de status-quo waar de realiteit ver te zoeken is. Met dit werk kies ik vastberaden voor de eerste weg. Op die manier keren we terug naar de wortels en de ziel van de economische discipline.

Johan Lambrecht is doctor in de economische wetenschappen en hoogleraar aan de KU Leuven (Campus Brussel). Hij doceert al meer dan twintig jaar economie en is auteur van honderden werken waarin hij theorie en praktijk combineert. Hij is de auteur van Economie - De essentie zonder formules.

Over Johan Lambrecht
Johan Lambrecht is doctor in de economische wetenschappen en hoogleraar aan de KU Leuven (Campus Brussel). Hij doceert al meer dan twintig jaar economie en is auteur van honderden werken waarin hij theorie en praktijk combineert.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Boek bij dit artikel

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden