Een beetje bedrijf heeft een visie. De KNVB heeft er dus ook een maar dat is een volstrekt onbegrijpelijke visie, constateert Vergouw. Ze vinden het al mooi als Nederland de halve finale haalt. En alleen al bij het halen van de finale gaat de vlag uit. Landen als Duitsland, Italië en Brazilië hebben maar één visie: wereldkampioen worden! Alles minder dan dat staat gelijk aan falen. Vergouw: ‘De KNVB heeft dus een gebrek aan visie.’
Het gaat in Nederland ook verkeerd met strafschoppen en verleningen. We winnen nooit in een verlenging en strafschoppen schieten we bij voorkeur over het doel. Ook onze conditie, vergeleken met Duitsers bijvoorbeeld, is heel matig. ‘En de tragiek is’, zo schetst Vergouw, ‘dat al deze elementen prima trainbaar zijn. Alleen weigeren we dat structureel.’ De auteur constateert dat we in Nederland oerconservatief zijn. ‘We laten vernieuwingen niet toe.’ In die zin kan de voetbalwereld nog heel veel leren van het bedrijfsleven constateert de managementconsultant.
Het boek Oranje wereldkampioen, met als ondertitel ‘Managementlessen om te winnen’, stikt dan ook van de metaforen uit de wereld van management. Neem iets als een mental coach. Het Nederlands elftal heeft er eens eentje gehad maar die werd na een paar weken weer terzijde geschoven. Vergelijk dat met het dameswaterpoloteam dat mede dankzij een mental coach olympisch goud veroverde. Vergouw haalt ook het teamrollenmodel van Belbin erbij om te laten zien dat die teamrollen in het huidige Nederlandse elftal niet goed zijn ingevuld. Sneijder moet drie rollen vervullen en Van Bronckhorst is de verkeerde aanvoerder. Vergouw: ‘Kenmerk van een leider of aanvoerder is dat er mensen achteraan lopen. Die uitstraling heeft Van Bronckhorst natuurlijk niet.’ Hij pleit dan ook voor de aanvoerdersband voor Van Bommel. Al moet-ie dan wel even een cursusje ‘woedemanagement’ volgen.
Meer in het algemeen en vanuit een breder perspectief heeft het Nederlands elftal volgens Vergouw een cultureel probleem. ‘Wij willen niet winnen. We willen het mooiste voetbal spelen! Dat probleem heeft Philips bijvoorbeeld in het verleden ook gehad. Alleen mooie dingen maken zonder aan rendement te denken.’ En verder lijden we natuurlijk aan eeuwig overleg: ‘Polderen, daar win je de oorlog niet mee.’ In 1974 ging het wel goed. Maar dat was omdat Michels een vernieuwend model op het veld introduceerde, het beroemde ‘totaalvoetbal’. In 1988 lukte het ook omdat er een echte leider was, en wel Ruud Gullit.
Van Marwijk zou volgens Vergouw in staat moeten zijn om uit de huidige selectie een winnend collectief te smeden, maar dan moet hij wel naar het bedrijfsleven kijken om te zien hoe ze het daar aanpakken. Met andere woorden: hij moet even kijken welke lessen hij uit het bedrijfsleven kan leren. Een boodschap met een vette knipoog omdat je het niet allemaal even serieus moet nemen? Daar denkt de auteur toch echt anders over. Hij is ervan overtuigd dat Nederland kan winnen met dit boek in handen. Daar is hij te veel gepassioneerd voetballiefhebber voor. Eerder schreef hij een boek over de strafschop en hoe je daar mee kunt winnen. ‘Ik gaf het Rijkaard, maar die heeft er niet op gereageerd. Wel kreeg ik vragen uit Brazilië om het boek op te sturen. Dat is Nederland in een notendop. Zowel fysiek als mentaal komen we tekort om wereldkampioen te worden.’