In zijn boek Macht! gaat David als een journalist op pad, op zoek naar verhalen die de strijd om macht kunnen inkleuren. Een van de mensen die bij David aan tafel schuift, is Boris Dittrich, de voormalig fractievoorzitter van D66. Hij zegt in het boek: ‘Er is een voorbeeld waar ik nog niet eerder mee naar buiten ben getreden, maar misschien is dit wel het moment.’
Dittrich vertelt vervolgens over een incident tijdens de periode waarin het kabinet een keuze moest maken over het sturen van troepen naar Uruzgan. De coalitiegenoten van D66 (CDA en VVD) waren voor, maar Dittrich had bedenkingen. ‘Als fractievoorzitter had ik geheime rapporten en vertrouwelijke informatie tot mijn beschikking. Het was me duidelijk dat dit geen opbouwmissie zou worden, maar een oorlogsmissie. Ik wilde daar geen verantwoordelijkheid voor nemen.’
Hoewel D66-minister Laurens Jan Brinkhorst aanvankelijk die mening deelde, bedacht hij zich later. ‘Hij sprak me over die kwestie aan, en zei me dat ik het niet moest wagen om hem als minister van Economische Zaken en vicepremier uit het kabinet te halen. Hij zei me dat hij in dat geval een eigen partij zou oprichten, en dat dat D66 in tweeën zou delen. Aan mij de keus. Ik voelde me gechanteerd, maar wilde het risico niet nemen dat dat met D66 zou gebeuren.’
Brinkhorst bleef zitten, maar Dittrich trad terug als fractievoorzitter. Dittrich: ‘Het was een bittere ervaring, maar ik heb het Brinkhorst nooit persoonlijk kwalijk genomen. Zo speelde hij het spel.’