‘Leider straalt positieve energie en vertrouwen uit’

Gastspreker bij de boekpresentatie was Tom van ’t Hek. Hij vroeg Ellen Faber en Peter van Uhm - enkele aanwezige leiders die speciaal voor dit boek zijn geïnterviewd  hoe zij er in slaagden wél successen te realiseren.

Ellen Faber vervulde tot 2012 enkele belangrijke managementfuncties, onder andere bij Achmea. Ze gaf aan resultaten te hebben geboekt door managers aan te spreken op ongewenst gedrag en het niet nakomen van afspraken. ‘Ik trad op tegen collega-managers die slecht voorbeeldgedrag lieten zien of lak hadden aan de naleving van gezamenlijk gemaakte afspraken. Directies zijn vaak bang om rechtstreeks kritiek te uiten op zulke managers. Vanwege het bredere bedrijfsbelang liet ik die angst varen. Slecht voorbeeldgedrag is immers schadelijk voor de managers zelf, maar ook voor het team en voor de hele organisatie.’

Vertrouwen
Peter van Uhm, voormalig opperbevelhebber van de strijdkrachten, meent dat veel leiders onvoldoende open staan voor andermans inbreng. ‘Deze mensen hebben vaak grote ego’s en kunnen niet goed communiceren. Door hun gedrag verdwijnt het vertrouwen en kritisch vermogen van medewerkers. Als leider moet je juist positieve energie en vertrouwen uitstralen en over Discipline en lef beschikken. Je accepteert geen grensoverschrijdend gedrag, treedt op als afspraken niet worden nagekomen en bent transparant naar anderen. Zeker in het leger is dat vertrouwen heel belangrijk, want je moet blindelings op elkaar kunnen rekenen.’

Discipline en lef
Auteur Etienne van Oosten sloot zich aan bij Van Uhm. ‘Veel gedoe in managementteams is terug te voeren op de vraag of je al dan niet op elkaar kunt rekenen in zware tijden. Verrassend genoeg is dat vaak niet het geval. De oplossing ligt wat ons betreft bij meer discipline en lef. Je moet elkaar kunnen aanspreken als zaken niet goed gaan, het goede voorbeeld geven en doen wat je belooft.’ Van Oosten overhandigde ten slotte als blijk van dank een shirt van landskampioen Feijenoord aan Ajax-fan Van ’t Hek die daar wel om kon lachen, zij het als de spreekwoordelijke boer met kiespijn.