Desondanks heeft vier op de tien Nederlanders in zijn of haar leven te maken met psychische problemen en lijkt al die goede mentale zorg die we hebben niet de oplossing te bieden. Denys duikt in het systeem van de zorg, de kijk op psychiatrie en de verwachtingen die mensen hebben over de mentale zorg en het leven zelf. Dit levert een interessant, maar wel wat academisch boek op dat veel kanten opgaat. Het boek lijkt me dan ook vooral lezenswaardig voor bestuurders en managers in de zorg, de politiek, beleidsmakers en ten slotte psychiaters en psychotherapeuten die in de GGZ werken zelf.
Denys vertelt in het begin van zijn boek over de paradox die hij observeert. Hij gebruikt Nederland als voorbeeld, maar de paradox die hij schetst over het gebruik van de mentale zorg in rijke westerse landen is geen exclusief Nederlands fenomeen. Hij gebruikt hiervoor het acroniem WEIRD. Dit is niet alleen Engels voor raar, maar kan ook staan voor Western, Educated, Industrialised, Rich and Democratic. Oftewel: westers, goed opgeleid, geïndustrialiseerd, rijk en democratisch, dat zijn de gebieden waar men vooral kampt met psychische problematiek.
De oorzaken hiervan kunnen liggen in het aanbod dat de vraag schept, dat we in toenemende mate geïndividualiseerd en ontkerkelijkt zijn en de professional de plek inneemt van een sociaal vangnet, dat we te veel van het leven verwachten en dat er te veel van burgers gevraagd wordt. Onze samenleving is zo ingewikkeld en veeleisend geworden, we moeten productief zijn en als dat om wat voor reden dan ook niet (meer) lukt, zoeken we professionele hulp.
Bovendien lijken we zowel als individu als al samenleving als geheel steeds minder te accepteren dat lijden bij het leven hoort, kunnen we steeds slechter met dat gegeven omgaan en vinden we van onszelf en anderen dat het leven maakbaar is of zou moeten zijn. De praktijk is anders en het leven is minder maakbaar dan we onszelf met zijn allen wijsmaken. Natuurlijk is deze korte opsomming verre van uitputtend en ook niet onderling sluiten de mogelijke oorzaken elkaar ook zeker niet uit. Feit is en blijft dat de hulpvraag groot is en die hulp structureel tekort lijkt te schieten.
Denys pluist het zorgsysteem tot in detail uit. Na het schetsen van de paradox van de mentale problemen in WEIRD-landen gaat hij verder met het uitpluizen van het beleid van de overheid, de zorgverzekeraars en de GGZ-instellingen zelf. Dit is een vrij uitvoerig en technisch verhaal dat vermoedelijk vooral interessant voor bestuurskundigen, beleidsmakers en bestuurders in de zorg. Voor de politiek is het vermoedelijk interessant om nog eens te lezen over marktwerking en hoe iedereen probeert alles te controleren, waardoor steeds meer tijd gaat zitten in controle en die 'markt' wordt afgeroomd door vooral in te zetten op die patiënten (of 'cliënten') die die zorg het minst nodig hebben. Tegelijkertijd zijn er ook steeds meer groepen die minder voor zichzelf kunnen opkomen, die buiten de boot vallen, zoals de 'verwarde personen', daklozen met psychische problemen, enzovoort.
Uit deze schets vloeit een idee voort dat sommige zorg niet bij de GGZ hoort, en zeker niet altijd voor elke burger met een probleem beschikbaar zou moeten zijn in de visie van Denys. Bij lichtere problemen zouden mensen ook zelf moeten meebetalen aan de hulp die ze zoeken en krijgen. De volledig publiek bekostigde GGZ zou zich dan alleen moeten richten op de zware gevallen. Deze tegenstelling vind ik zelf lastig. Wanneer is iets licht en wanneer zwaar? En zit er niet ook vooral heel veel tussenin? Als je langdurig 'lichte' klachten hebt, krijg je het dan niet na verloop van tijd steeds zwaarder? Ik heb de antwoorden niet en heb zelf ook niet ervaren dat Denys hier helder in is. Lichte en zware klachten, wat die ook mogen zijn, zijn de extremen van een spectrum, waar vooral heel veel tussenin valt en de zwaarte ook verschilt per persoon en zijn context. Juist in de geestelijke gezondheidszorg lijkt me dit het geval.
Denys schetst verder een oplossing waarin we minder moeten willen van de GGZ en de doelen die gesteld zijn door belanghebbenden. Ook zouden we minder moeten veronderstellen. De geestelijke gezondheidszorg werkt op basis van de psychiatriebijbel DSM (Diagnostic and Statistic Manual) en de zorg is ingekaderd op basis van de stoornissen in die DSM. In de praktijk passen echte patiënten zelden precies in het kader van een handleiding, die niet meer ondersteunend is, maar leidend is geworden. Ten derde is het probleem dat we te veel kunnen, aldus Denys. We hebben te veel geld om te verspillen. Daar komt het op neer. Er wordt veel tijd en geld besteed door hoogopgeleide professionals, zoals psychiaters, aan bureaucratie. Aan registreren en verantwoorden. Dit gaat ten koste van het werkplezier van die professionals doordat ze die tijd niet kunnen besteden aan het spreken van patiënten.
Aan het einde van het boek stelt Denys meerdere oplossingen voor waarin klachten en 'echte' stoornissen worden onderscheiden, de marktwerking vooral wordt ingezet voor lichtere gevallen, het inzetten van een speciale GGZ-arts die een andere rol heeft dan een psychiater, heb waardering voor en vertrouwen in de klinische expertise van de professional, enzovoort.
Denys komt in de epiloog tot de conclusie dat de moderne, westerse mens te veel wil en zichzelf juist daardoor tekort doet. Ik denk dat hij een punt heeft. Zoals wel vaker in dit boek. Bij vlagen heb ik instemmend zitten knikken bij het lezen van dit boek. Bij vlagen heb ik letterlijk kritische kanttekeningen gemaakt of hoofdschuddend zitten lezen. Ik ben het dus niet met alles eens. Maar dat maakt het boek niet per definitie minder interessant om tot je te nemen en je geest te scherpen.
Het tekort van het teveel is een boek dat zelf misschien ook lijdt aan het tekort van het teveel en dat Denys te veel wil in dit boek en zichzelf en zijn boodschap daardoor tekort doet. De beschrijving van de onderwerpen is breed, van politiek, tot bestuurskundig, tot sociologisch, medisch en filosofisch. Daarmee is het boek veelomvattend, maar ook lang. Less is more. Ook hier. En ook op het gebied van de mooischrijverij waarin Denys soms net te vaak vervalt. Te veel beeldspraak leidt af van de boodschap en maakt deze niet altijd scherper. Kill your darlings is een devies dat ik graag aan Denys mee zou willen geven. Het boek is zonder noten zo'n 250 pagina's dik en zeker interessant, maar van mij had het iets beknopter gemogen. Voor de liefhebber bedragen de noten zelf nog eens 30 pagina's. Mooi die volledigheid, maar waarom dan ook geen literatuurlijst achterin het boek? Dat mis ik dan juist weer wel.
Al met al heeft Damiaan Denys met Het tekort van het teveel een boeiend boek geschreven dat wat mij betreft vooral is toegespitst op mensen die werken in, voor of met de geestelijke gezondheidszorg. Voor de meeste anderen zijn deze 250 pagina's vermoedelijk wat veel van het goede.
Sippy van Akker MSc is bestuurskundige en legt zich toe op coaching en consultancy op het gebied van mens, werk en zingeving. Sippy schrijft over deze onderwerpen op zinvollerleven.nl, platform voor bewust en zinvol leven en werken.
Over Sippy van Akker
Sippy van Akker MSc is bestuurskundige en legt zich toe op coaching en consultancy op het gebied van mens, werk en zingeving. Sippy schrijft over deze onderwerpen op zinvollerleven.nl, platform voor bewust en zinvol leven en werken.