In de Canon staan vijftig concepten beschreven, die een dwarsdoorsnede bieden van het gebied van leren en ontwikkelen. Het boek is een volledig herziene uitgave van de in 2012 verschenen Canon van het leren. Niet alleen kreeg de 2021versie van de Canon een nieuwe titel, aan de titel is "ontwikkelen" toegevoegd, een groot deel van de bestaande artikelen is herschreven en er staan maar liefst vijfentwintig nieuwe hoofdstukken in. Om de subtitel recht te blijven doen van "vijftig concepten" zijn er vijfentwintig hoofdstukken verwijderd. De redacteuren laten in het midden waar deze keuze op is gebaseerd
Vijftig concepten en een paar meer
De volgorde van de behandelde onderwerpen tekent de pragmatische houding van de drie redacteuren: de hoofdstukken staan in de volgorde van de eerste letter van het te behandelen concept. En dat gaat van Aangeleerd optimisme (Martin Seligman) via Losjes gekoppelde systemen (Karl. E. Weick) tot Werkleren (Stephen Billett). In het boek staat een code waarmee de lezer toegang krijgt tot een website. Daarin komen te zijner tijd nieuwe concepten en updates te staan. De vijfentwintig vervallen concepten, zijn te vinden op de website. Dat zijn concepten zoals Afgunst (Melanie Klein), Kennismanagement (Mathieu Weggeman), Kerncompetentie (C.K. Prahalad en Gary Hamel), Macht en leren (John Coopey) en Ruimte (Hirotaka Takeuchi en Ikurijo Nonaka).
Het gevaar van een "overzichtsboek" is dat de verwachting kan ontstaan dat de informatie over een concept net zo goed eenvoudig en gratis te vinden is op Wikipedia. En dat is onterecht, want dit boek biedt toch meer. Alleen al omdat alle hoofdstukken een vergelijkbare opbouw kennen waardoor de concepten makkelijk te vergelijken zijn. Dat het boek méér is dan een losse verzameling artikelen is vooral een verdienste van de ruim vijftig auteurs en de strakke redactie van de drie redacteuren.
Opbouw
Ieder hoofdstuk begint met een korte biografie van de grondlegger van het concept. Vervolgens volgt een uitleg van het centrale concept en de belangrijkste begrippen. De auteurs beloven dat dit niet veranderd is door persoonlijke meningen (een onmogelijke belofte, want er is natuurlijk sprake van een selectie wat wel en wat niet belangrijk gevonden wordt). Het tweede deel gaat over actuele ontwikkelingen rondom dit concept. In het derde deel van elk hoofdstuk staat een kritische reflectie en wordt de brug geslagen tussen theorie en praktijk. ‘Onze schrijvers zijn (ook) practitioners, hebben zelf gewerkt met de concepten en kunnen dus wel het een en ander kwijt over wat wel en niet werkt en waar dan'. De lezer, die na lezing van een hoofdstuk, meer wil weten over het behandelde concept, wordt op z'n wenken bedient. Aan het eind van elk hoofdstuk staat namelijk een verkorte literatuurlijst, en achter in het boek staat een volledige lijst van publicaties die dieper graaft op het besproken concept. En dat aangevuld met een uitgebreid trefwoordenregister maakt de Canon tot een prima inspiratie-, studie- en naslagwerk.
Verdwalen in de diversiteit aan concepten
De waarde van zo veel concepten in één boek, is dat je de rijkdom van benaderingen over leren en ontwikkelen onder handbereik hebt, waardoor het (misschien onbedoeld) een meta-visie op leren biedt. De opzet van het boek maakt het mogelijk om hoofdstukken los van elkaar te lezen. Dat is voor de ‘bladeraar' een plus, maar is tegelijk ook een punt van kritiek. Na lezing weet de manager die iets wil veranderen in zijn organisatie, meer over leren en ontwikkelen, maar je krijgt geen handreiking om te kiezen uit de vijftig concepten. Waar moet je beginnen? Zo krijgt bijvoorbeeld de lesstofontwikkelaar een grote diversiteit aan concepten aangeboden, maar er is geen reddingboei die voorkomt dat hij kopje ondergaat in de veelheid van concepten.
Introductie of opfrisser
Het is een gemis dat de handige tabel, die in de vorige editie van de Canon stond, niet weer is opgenomen. Deze hielp de lezer met het bepalen welk concept past bij zijn vraagstuk. De website die bij het boek hoort biedt nu nog weinig meer dan de Word versie van de vijfenzeventig concepten. De beloofde hoofdstukken over de (nieuwe stromingen) in de organisatiekunde heb ik niet kunnen vinden, maar een kniesoor die daar over valt. Er valt immers meer dan genoeg te lezen, en er zal bijna geen lezer te vinden zijn die alle vijftig achtergrondverhalen over de schrijver en zijn concept, kent. Voor degene die wel bekend is met de vijftig concepten, biedt de Canon een mooie opfrisser. En voor degene die voor het eerst geconfronteerd wordt met het onderwerp leren en ontwikkelen, is het boek een goede introductie. De auteurs en de drie redacteuren zijn er dan ook in geslaagd om een leesbaar, goed opgemaakt, en informatief boek op te leveren.
Over Rudy Kor
Rudy Kor is zelfstandig organisatieadviseur en auteur van diverse managementboeken. Tot voor kort werkte hij (als senior partner) bij Twynstra Gudde. Hij startte zijn werkzame leven bij Philips in Eindhoven. Als adviseur helpt hij (project)managers bij het effectiever inrichten van hun projecten. Als veellezer wordt hij gedreven door nieuwsgierigheid en schrijft regelmatig boekrecensies.