Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Recensie

Building the Flexible Firm (1e druk 1999)

Dit boek zal zonder twijfel zijn weg vinden naar adviesbureaus, universiteiten en bedrijven. En terecht. Volberda slaagt er namelijk in rondom het begrip 'flexibiliteit' een verhaal te construeren dat laat zien dat flexibiliteit in organisaties meer is dan een ordinaire hype. Voor Volberda is flexibiliteit een serieuze uitdaging die managers en organisaties aan kunnen gaan. 'Kunnen', niet 'moeten'. Want wat de jonge hoogleraar van de Erasmus Universiteit ook duidelijk maakt, is dat flexibiliteit een kwestie van kiezen is. 

Rene ten Bos | 16 februari 1999 | 5-7 minuten leestijd

Daarmee weet hij de discussie over dit onderwerp los te maken van een meer deterministische gemoedstoestand die managers influistert dat flexibiliteit een onvermijdelijk kwaad is. Immers, in de meeste teksten over het onderwerp wordt hen eerst een daverende paranoia aangepraat met betrekking tot de concurrentie-omgeving, waarna flexibiliteit als onmisbare wonderpil wordt aangeboden. Het wonder dat dan schijnbaar verricht gaat worden, zou er in bestaan dat de organisatie fier overeind blijft in eindeloze turbulentie, een beetje als de overbekende rietstengel in een donderende storm.

Maar, zo houdt Volberda zijn lezers voor, zo stormachtig is die omgeving vaak helemaal niet. De storm zit voor een deel ook in het hoofd van de managers zelf. Wie dat zegt, ontbreekt het niet aan zelfvertrouwen, maar het argument klinkt zeer plausibel. Want wat is immers turbulentie? Dynamiek, complexiteit of onvoorspelbaarheid? Of een combinatie van deze drie?

Het punt dat hier gemaakt wordt, is dat dergelijke woorden vaak ten onrechte in één adem worden genoemd, terwijl er goede bruikbare onderscheiden gemaakt kunnen worden. Zo kan complexiteit gedefinieerd worden als de hoeveelheid factoren waarmee rekening moet worden gehouden, maar ook als de mate waarin misschien een beperkt aantal factoren met elkaar samenhangt. Het is aan te nemen dat in het geval van samenhang de turbulentie groter is. Maar kun je ook echt spreken van turbulentie als alle gegevens over de omgeving voorhanden zijn? Of kampt een organisatie met nog meer turbulentie als ze die gegevens nog niet ter beschikking heeft of, wat nog erger is, als die gegevens in principe nooit ter beschikking zullen komen?

In dat laatste geval is er sprake van extreme onvoorspelbaarheid en zoiets draagt toch wel in heviger mate bij aan turbulentie dan louter complexiteit. Het is dus denkbaar dat een zeer complexe omgeving minder turbulent is dan een eenvoudige omgeving. De storm hangt meer samen met de onbeschikbaarheid van gegevens dan met complexiteit. Eén van de sterke punten van dit boek is dat het de lezer uitnodigt schijnbaar vanzelfsprekende woorden en betekenissen te ontrafelen.

Mensen die moe worden van het ondoordachte gebruik van modetermen als 'flexibiliteit', 'turbulentie', 'dynamiek' of 'leren' doen er goed aan dit boek ter hand te nemen. Volberda wordt in ieder geval niet moe om dergelijke terminologie conceptueel te onderbouwen, iets wat hij met de nodige academische flair en rigueur doet. Die flair leidt ertoe dat we als lezers voortdurend op zoek moeten gaan naar andere en betere betekenissen van bestaande woorden.

De rigueur geeft het boek, qua vorm althans, een wat stijf karakter. Bijzonder veel theorie - over population ecology, contingentiebenadering, leren in organisaties, technologisch determinisme, organisatiestructuren en -culturen, postmoderne organisaties en nog veel meer - passeert de revue voordat er in het voorlaatste hoofdstuk iets aan de praktijk gedaan wordt, iets waarmee niet iedere praktijkman of - vrouw gelukkig zal zijn. Definities worden schier eindeloos ter discussie gesteld en we komen ingewikkelde concepten tegen als 'deutero-leren', 'schismogenese', 'morfostasis', 'morfogenese', 'metaflexibiliteit' en 'hypercompetetitie'. Intrigerende kost allemaal, maar ook voor de alledaagse praktijk? Menigeen zal het zich afvragen, maar de bedoelingen van dit boek zijn, zoals in de titel ervan al naar voren komt, vooral ook praktisch.

Het boek biedt een gids voor hoe organisaties kunnen werken aan hun flexibiliteit, waarbij met name de vraag centraal staat welke vorm van flexibiliteit. Er staan modellen en matrixen in die zeer bruikbaar zijn en in de bijlagen staan checklists en vragenlijsten over turbulentie, cultuur, structuur, etc. Daarbij komt ook nog dat bijna alle praktijkvoorbeelden in dit boek ontleend zijn aan het Nederlandse bedrijfsleven, iets wat wel eens aangenaam is want de meeste literatuur die managers onder ogen krijgen gaat over grote of mysterieuze Amerikaanse organisaties die zij maar zelden echt om zich heen zien. Door dit alles versterken theorie en praktijk elkaar in dit boek.

Juist de combinatie van theorie en praktijkgerichtheid geven het boek zo'n gewicht dat geen enkel adviesbureau erom heen kan. Een juist begrip vergt evenwel volharding en geduld. Wie zich niet de tijd gunt om dit boek langzaam te lezen, zal het een en ander missen. Over de centrale boodschap bestaat evenwel geen misverstand, want ze wordt er van meet af aan met de nodige flair ingestampt: Flexibiliteit is een vorm van beheersing in min of meer turbulente omstandigheden. Dat is op het eerste gezicht verrassend, maar Volberda ziet flexibiliteit heel nadrukkelijk niet als het tegenovergestelde van rigiditeit of stabiliteit. Integendeel zelfs, flexibiliteit is misschien wel, als ik dat zo mag zeggen, een vorm van 'soepele rigiditeit'.

De term die hier door Volberda gebruikt wordt is 'dynamische beheersing'. Dergelijke oxymorons - er komen nog veel meer voor in dit boek - maken duidelijk dat flexibiliteit een hoogst paradoxaal concept is: Organisaties die kiezen voor flexibiliteit moeten aan tegenstrijdige eisen voldoen. Ze moeten een balans vinden tussen behoud en verandering, tussen stabiliteit en dynamiek, tussen eensgezindheid en diversiteit. Daar ligt een belangrijke taak voor het management dat moet kiezen welke vorm van flexibiliteit, gegeven de turbulentie in de omgeving, het beste bij de organisatie past: operationele, structurele en strategische flexibiliteit.

Daar ligt ook een taak voor het organisatie-ontwerp dat technologische, structurele en culturele belemmeringen voor de juiste implementatie van de keuze moet identificeren en wegnemen. Maar wat men ook doet, de paradox van behoud en verandering wordt niet opgelost als men niet in staat is metaflexibiliteit te ontwikkelen. Dit is het vermogen relatief snel vast te stellen wanneer gemaakte flexibiliteitskeuzes en bestaande ontwerpkenmerken achterhaald zijn.

Dit vermogen kan slechts bestaan als organisaties in staat zijn double loop leerprocessen hand in hand te laten gaan met single loop leerprocessen, iets wat niet zo heel eenvoudig is. Het stelt namelijk hoge eisen aan het management van de organisatie: Een hoog opnamevermogen ten aanzien van wat er in de omgeving gebeurt en het ontwikkelen van zoiets vaags als 'industrial foresight'. De nadruk op leren en openheid ten aanzien van de omgeving zorgt ervoor dat het idee van de flexibele firma in analytisch opzicht heel dicht komt te staan bij het idee van de lerende organisatie.

Door zo dicht bij de lerende organisatie of iets wat daar op lijkt te gaan staan, wordt het hele beeld weggenomen van de flexibele firma als een organisatie die alleen maar door middel van 'employability' en andere vormen van zuinigheid een buffer probeert te bouwen ten opzichte van haar omgeving.

Flexibiliteit is veel meer dan de lokroep van angstige managers die de op handen zijnde storm in hun eigen hoofd vrezen. Dat is mij na lezing van dit boek, dat ik in verband met mijn scepsis over het onderwerp aanvankelijk wat weifelend ter hand nam, wel duidelijk geworden.

Over Rene ten Bos

René ten Bos (1959) is hoogleraar filosofie aan de Radboud Universiteit Nijmegen en honorary professor aan de Universiteit van St Andrews in Schotland. Hij is voornamelijk geïnteresseerd in kritische management theorieën en heeft gepubliceerd over verschillende onderwerpen, zoals organisatie-ethiek, strategisch management en genderstudies.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden